Henk Spaan ziet opvallende dissonant in voorste linie van PSV
PSV wist donderdagavond met 1-4 te winnen op bezoek bij het Noorse Rosenborg BK in de Europa League. Donyell Malen nam in Trondheim twee doelpunten voor zijn rekening, maar desondanks bestempelt Henk Spaan in zijn column in Het Parool de twintigjarige aanvaller als een dissonant in de voorste linie van de Eindhovenaren.
“Het dieptepunt in gestorven schoonheid kwam een kwartier voor tijd. In de counter geeft Ihattaren een geweldige bal op Bergwijn, die legt af op Malen, die pijnlijk mist. Cruijff en Keizer zochten elkaar in het veld, bij PSV zijn het Bergwijn en Ihattaren die in de ander de pure voetballer herkennen. Malen is de afmaker”, stelt Spaan. Hij merkt op dat Malen, dit seizoen tot dusver goed voor veertien treffers in zeventien wedstrijden, minder verdedigende meters maakt dan Ihattaren en Bergwijn.
“Hoeveel goals Malen ook maakt, als je Bergwijn en Ihattaren diep in hun hart kijkt, zal je vermoedelijk zien dat het niet overloopt van voetballiefde voor de topscorer van PSV”, concludeert de columnist. Spaan trekt de vergelijking met de voorste linie van Ajax. “Voetballers als Tadic, Van de Beek, Ziyech, Promes en in iets mindere mate Neres begrijpen de essentie van het voetbal: ze creëren kansen door elkaar te zoeken in de combinatie. Dat ziet er mooier uit, hoewel de efficiëntie van Malen niet kan worden ontkend.”
In dezelfde column gaat Spaan in op de waarde van Edson Álvarez bij Ajax. “Nog even over Álvarez, de nieuwe Veltman in de perceptie van sommigen. Hij speelde een uitstekende tweede helft, zowel verdedigend als aan de bal”, schrijft Spaan over het spel van de van Club América overgekomen verdediger annex middenvelder tegen Valencia. “Het grote verschil met Parejo: de laatste komt nooit uit zijn centrale zone, terwijl Álvarez ook zijn nuttige werk aan de zijkanten doet.”