Heitinga: ‘Als hij die panenka had gemist, had hij naast me gezeten’
Max de Waal vertolkte vrijdagavond een hoofdrol in de ontmoeting tussen Almere City FC en Jong Ajax in de Keuken Kampioen Divisie. De aanvaller was goed voor een hattrick in de 2-4 overwinning en zijn derde kwam vanaf elf meter tot stand, en ook nog eens via een panenka. John Heitinga wist op de bank al hoe laat het was toen Jong Ajax zeven minuten voor het einde, bij een stand van 1-3, een strafschop toegewezen kreeg.
“Als hij had gemist, had hij naast me gezeten”, verzekerde Heitinga quasi-serieus na afloop, in gesprek met ESPN, doelend op een wissel. “We zeiden op de bank al: ‘Honderd procent een panenka’. Ik ken Max al wat langer. Ik zei tegen Michel Kreek (assistent-trainer, red.) dat het honderd procent een panenka zou zijn. En ja hoor… Maar als hij hem maakt, kun je als trainer niets zeggen. Hij gaat met de bal naar huis.”
“Op dit moment staat Max de Waal op zeven doelpunten”, benadrukte Heitinga. De negentienjarige was in de eerste drie speeldagen al goed voor in totaal drie treffers en maakte afgelopen maandag in de 6-3 overwinning op NAC Breda zijn vierde van het seizoen. Nummer vijf, zes en zeven volgden in Almere. Het team van Heitinga stijgt door de derde zege van het seizoen naar de dertiende plek op de ranglijst.
“Wat mijn doel is voor dit seizoen? Ik wil dolgraag topscorer worden in de Keuken Kampioen Divisie”, benadrukte De Waal vrijdagavond in gesprek met Ajax Life. De aanvaller staat op dit moment op gelijke hoogte met Thijs Dallinga van Excelsior. Beiden hebben een doelpunt meer dan Ralf Seuntjens van NAC Breda. De Waal is van origine een (aanvallende) middenvelder en staat sinds dit seizoen in de spits bij Jong Ajax. 'In de voorbereiding waren er wat jongens geblesseerd en mocht ik invallen als spits. Ik deed het best goed en nu sta ik op deze positie."
“Welke rol mij het best bevalt? Het zou gek zijn als ik nu middenvelder zeg. Als spits ben ik momenteel belangrijk voor het team en dat voelt goed.” Hij kijkt daarom ook veel naar Sébastien Haller, die hij ‘een fenomeen’ noemt. “Als je ziet hoe hij beweegt… Hij staat ook altijd goed. Dat is geen geluk. Daar kijk je als spits van Jong Ajax wel tegenop. Ik sta wel eens met die jongens van het eerste op het trainingsveld, maar heb ze nog niet echt gesproken. Dat komt hopelijk in de toekomst, want mijn doel is wel om het eerste elftal te halen. Van kinds af aan is het al mijn droom om in de Johan Cruijff Arena te voetballen.”