voetbalzone

Hatem Ben Arfa haalt uit naar PSG: ‘Wie slecht doet, slecht ontmoet’

Daniel Cabot Kerkdijk28 apr 2019, 07:34
Laatst bijgewerkt: 28 apr 2019, 07:34
Advertentie

Geen enkele speler van Stade Rennes genoot zaterdagavond meer van de verrassende winst van de Coupe de France ten koste van Paris Saint-Germain dan Hatem Ben Arfa. De aanvallende middenvelder heeft zijn voormalig werkgever immers voor de rechter gesleept omdat hij zich onjuist behandeld voelde in zijn periode in Parijs. Hij claimt liefst acht miljoen euro voor de anderhalf jaar die hij aan de zijlijn werd gezet.

Na de bekerzege op PSG in het Stade de France doken beelden op van Ben Arfa die de hand van voorzitter Nasser Al-Khelaifi wilde schudden. De hoogste sportbestuurder van de Parijse club leek daar niet echt open voor te staan, maar ging schoorvoetend akkoord. “Dit is mijn grootste prijs in mijn loopbaan”, verzekerde Ben Arfa in de mixed zone. “Dit is een Remontada, maar dat is PSG wel gewend.”

Ben Arfa verwees daarmee naar de manier waarop PSG twee jaar geleden uit de Champions League werd gekegeld: na een 4-0 zege volgde een 6-1 nederlaag. “Mijn tijd bij PSG? Dat was moeilijk. Op een dag krijg je alles twee keer zo hard terug, dat is wat de voorzitter heb verteld. Het menselijke gedeelte moet altijd worden gerespecteerd. Als je dat niet doet, wordt dat op een bepaald moment afgestraft.”

Ben Arfa vertrok vorig jaar zomer door de achterdeur bij PSG en vond onderdak bij Stade Rennes. Volgens zijn advocaat Jean-Jacques Bertrand was de verbanning een bewuste actie van Al-Khelaifi, naar aanleiding van een akkefietje. De rechter zal naar alle waarschijnlijkheid zich eind 2019 over de zaak buigen. “Adrien Rabiot (die momenteel ook verbannen is bij PSG, red.) zal op een dag ook met een andere club tegen PSG spelen en hen pijn doen. Dat is het leven”, benadrukte de aanvaller.

“Dat noem ik karma. Wie slecht doet, slecht ontmoet. Ik heb niks tegen PSG”, benadrukte Ben Arfa. “Ik houd van de club, al sinds ik een kind was. Het probleem is het bestuur, de mensen die de dienst uitmaken. Het menselijke aspect is verloren gegaan. Ik ben onzettend blij. Onderschat nooit je tegenstander. Ze zullen sterker terugkomen.”