Gretig Engeland zorgt met prachtgoals voor ommekeer
Engeland heeft zaterdagavond een bijzonder knappe overwinning behaald in Berlijn. Die Mannschaft van Joachim Löw nam een comfortabele 2-0 voorsprong, maar door twee schitterende doelpunten en een kopbal van Eric Dier gingen de Britten er toch nog met een 2-3 overwinning vandoor.
Engeland won hiervoor ook al de laatste twee uitwedstrijden tegen Duitsland, want in september 2001 werd het 1-5 en in november 2008 vertrokken the Three Lions met een 1-2 zege op zak uit het land van de huidige wereldkampioen. Het team van Roy Hodgson won dit keer dus opnieuw en dat mocht niet eens onverdiend worden genoemd. Men nam in het begin het initiatief en kreeg kopkansjes via Harry Kane en Dele Alli, maar Duitsland had na een klein half uur een treffer verdiend. Mario Gómez schoot overhoeks binnen, maar werd vanwege buitenspel onterecht teruggefloten.
Twee minuten voor de pauze viel de 1-0 alsnog: een zwabberschot van Toni Kroos in de korte hoek bleek Jack Butland te machtig. De doelman was kort daarvoor geblesseerd geraakt en liet zich na de treffer vervangen door Fraser Forster. De goalie moest in de tweede helft al gauw in actie komen bij een vrije trap van Marco Reus, die hij over de lat moest tikken. Daarna kreeg Engeland twee uitstekende kansen: de uitblinkende Dele Alli dwong Manuel Neuer tot een redding en een schot van Jordan Henderson werd geblokt door Jonas Hector. Twee minuten later viel de 2-0.
Gómez won het kopduel van Gary Cahill en stuurde de bal na een voorzet van Sami Khedira naar de verre hoek. Hij maakte zijn eerste interlanddoelpunt sinds juni 2012. Duitsland leek daardoor op rozen te zitten, maar gaf de zege toch nog uit handen. Kane draaide na een zwakke hoekschop in het strafschopgebied behendig weg bij zijn bewakers en hamerde diagonaal binnen: 2-1. Invaller Jamie Vardy maakte er met een balletje achter zijn standbeen vervolgens 2-2 van en verdediger Dier kopte in de blessuretijd uit een hoekschop hard raak in de korte hoek.