voetbalzone

Grazie, il calcio Italiano

Tijs Metternich30 apr 2010, 23:52
Laatst bijgewerkt: 30 apr 2010, 23:52
Advertentie

Leuk. Ben je net bezig een column te schrijven over de pracht van het Italiaanse voetbal, kijk je een wedstrijd in de halve finale in de Champions League. Jullie weten wel welke. Vergelijkingen met het eten, mode, auto's, kortom, la bella figura, werden huilend gebackspaced als een kind die het doelpunt van zijn leven onterecht afgekeurd ziet worden. Je herinnert het je nog precies, maar het doet er niet meer toe. Helaas.

Als je, net zoals ik, van Italië en de cultuur daar houdt moet je ook van het voetbal houden. Dat is één pakket. Zoals ik tegenwoordig ook het modekanaal kijk omdat ik Eredivisie Live wilde hebben. Ik geef toe dat ik menig model inmiddels googelde zonder resultaat tot naaktfoto's. Tijdsverspilling dus. Net als woensdag. Of toch niet?

Zelden heb ik me zo zitten opwinden tijdens een wedstrijd. Mijn nagels zijn weg en mijn kalende kruin was nauwelijks bestand tegen mijn graaiende handen. Ja, ik was voor Internazionale. Want ik hou van dat shirt. Net als dat van mijn favoriete club Atalanta Bergamo de ultieme kleurencombinatie. Italiaanse esthetiek.

De spanning was geweldig. Ik, in mijn eentje juichend als Esteban Cambiasso weer een aanval van Barcelona dankzij geniaal positioneren de kiem in wist te smoren. Mijn vrienden die vloekend op José Mourinho frustraties botvierden waarvan ik niet wist dat ze die nog hadden. Ik hoopte zo dat mijn geliefde Italiaanse voetbal zou gaan zegevieren. Ik tegen de rest, niet bezwijkend voor de druk. Net als Inter. Ontlading, opwinding, sensatie, euforie en teleurstelling. Dat is toch waar een avond voetbal kijken met je maten om gaat?

Natuurlijk werd mijn triomf ruimschoots gevierd met enig onterecht elan. Bijna Italiaans. Geluk, verdriet, emotie. Het ligt dicht bij elkaar. Nergens ter wereld zoals in Italië. En dan die expressieve manier van uiten. Bijna kinderlijk spontaan, ongeremd je gevoelens de macht van de rationaliteit uitschakelen. Is dat niet heerlijk? Niks opkroppen. Húp, eruit gooien! Had ik dat maar, was ik maar in Bergamo geboren.

Zoals jullie inmiddels begrijpen, is Atalanta mijn favoriete Italiaanse club. We spelen volgend seizoen waarschijnlijk weer in de Serie B. Het feit dat ik dat weer besefte verdreef de waanzinnige vreugde in mijn brein. Het sloeg zelfs radicaal over tot verdriet en wanhoop. Ironisch genoeg gaf ik de schuld aan Inter. Het Inter dat mij drie dagen later triomfantelijk al door de kamer, belachelijk huppelend, mijn vrienden liet uitlachen heeft ons verslagen en ik verwacht niet dat we er nog in blijven. Ze hadden ons verslagen en daardoor degraderen we, onze laatste kans was afgepakt.

Binnenin huil ik om Atalanta en juich ik om het feit dat er een Italiaanse club de Champions League-finale speelt. Innerlijke wroeging van de bovenste plank. Wispelturig voeren allerhande emoties afwisselend de boventoon. Dagenlang. Ik als simpele Groningse jongen begrijp het nu. Sterker nog, ik voel het. Ik wil het eruit gooien. Mannaggia!