voetbalzone

Gravenberch weigerde PSG: ‘Ik ben een Amsterdammer en Ajax is mijn club’

Chris Meijer01 nov 2019, 06:10
Laatst bijgewerkt: 01 nov 2019, 06:10
Advertentie

Ryan Gravenberch kwam vorige week in de wedstrijd tussen Ajax en Feyenoord (4-0) als invaller binnen de lijnen bij Ajax. De zeventienjarige middenvelder geeft in gesprek met De Telegraaf te kennen dat hij klaar is voor meer minuten in de hoofdmacht van de Amsterdammers. Gravenberch kon eerder al de overstap naar het buitenland maken, maar koos er bewust voor om bij Ajax te blijven.

“Stapje voor stapje moet ik naar die basisplaats toewerken door in de speeltijd die ik krijg te laten zien dat ik een meerwaarde heb”, stelt Gravenberch, die tegelijkertijd zelf zijn verbeterpunten weet. “Dat zijn allereerst de beruchte omschakelmomenten. Verdedigend kan het beter en mag ik mijn man niet meer laten lopen. Het is een kwestie van betrouwbaarder worden. Door alle aanwijzingen focus ik me nu misschien te veel op het verdedigen, want aanvallen kan ik wel. De balans tussen verdedigen en aanvallen moet op een gegeven moment weer een natuurlijke worden.”

Zijn broer Danzell stond tevens te boek als een groot talent, maar hij brak niet door bij Ajax en kwam via NEC, Universitatea Cluj, FC Dordrecht, Reading en Roeselare bij TOP Oss terecht. “Mijn doel is nu écht Ajax 1 bereiken. Bij hem heeft het een rol gespeeld dat hij centrale verdediger werd gezet, nadat hij altijd spits was geweest. Dat hij het daar niet redde, viel hem niet te verwijten, want hij is geen echte verdediger.”

Gravenberch liet al doorschemeren dat hij graag wil bijtekenen bij Ajax en hij vertrouwt erop dat de club met zijn zaakwaarnemer Mino Raiola tot een overeenkomst komt. In een eerder stadium was onder meer Paris Saint-Germain voor hem in de markt. “Ja, en naar een aantal andere buitenlandse clubs. Maar ik ben een Amsterdammer en Ajax is mijn club. Als het aan mij ligt, teken ik zeker nog een keer bij, want de mensen hier zijn altijd heel goed voor me geweest. De topclubs zullen nog een paar jaar geduld moeten hebben.”