Gedumpt als een versleten schoen
De ambiance in het dorpje Yarm, vlakbij Middlesbrough in Noordoost Engeland, is zacht en loom. Zelfs de aanwezigheid van inwoner Janick Gers, gitarist van de legendarische heavy metal groep Iron Maiden, verandert daar niets aan. Gelegen in de bossen hangt de geur van het jaargetijde als een warme deken of een vochtig laken over de gemeenschap. Het is de geliefkoosde woonomgeving van een kleine, blonde man met een licht terugtrekkende haarlijn. Ooit wapperden zijn halflange manen in perfecte cadans met de meestal gracieuze en soms harde bewegingen van het lichaam eronder.
Hoewel hij werd geboren in Bilbao is hij een van de weinige grote Baskische voetballers die nooit voor Athletic Bilbao uitkwam. Dat had alles te maken met zijn vader, Andrés, voormalig doelman van de tweede divisieclub Castellón uit Valencia. Hij keepte in de verloren bekerfinale tegen Athletic, in 1973. Een jaar later werd zijn zoon geboren, die bij Castellón in de jeugd belandde nadat zijn vader daar in de technische staf was opgenomen.
In 1992 tekende deze zoon een contract bij de club waar gedurende de negen jaren van zijn verblijf uitgroeide tot een internationaal begeerde vedette. Uitblinker in een prachtig elftal dat schitterde aan het begin van deze eeuw. Bekerwinst in 1999 en twee –verloren– CL finales in ’00 en ’01. Het genie van de aanvoerder, een kleine, stille Bask met een melancholieke oogopslag, liet Valencia CF sprankelen. Gaizka Mendieta was een introverte generaal, wiens gezag op techniek, toewijding en zijn vermogen een wedstrijd te kantelen rustte. Op 19 juli 2001 verkaste Europa’s meest felbegeerde middenvelder voor 48 miljoen euro naar Lazio. De club in verval had een spectaculaire aankoop nodig om de temperamentvolle achterban te kalmeren, die na het vertrek van Juan Sebastián Verón en Pavel Nedved versterkingen eiste.
De Eeuwige Stad leek de ultieme locatie voor Mendieta om zijn triomftocht te vervolgen. De schaduwen van het Colosseum, het Theater van Marcellus, de Basilica van Maximus en Constantinus en het Pantheon vormden het perfecte decor voor de kleine virtuoos. Bovendien had zijn grote voorbeeld Ruud Gullit furore gemaakt in datzelfde Italië. Mede aan diens hand was AC Milan herrezen. Mendieta zag een uitdaging bij Lazio, een mogelijkheid zijn grote capaciteiten te testen in een nieuwe omgeving met nog steeds een prima elftal om zich heen.
Maar in Italië is het niet voor iedereen even eenvoudig. Een moeras van intriges, een labiel elftal en de Serie A verzwolgen hem. Onmachtig zich aan te passen aan het nieuwe podium werd zijn zwaarmoedige blik nog treuriger. Gefrustreerd bleef hij de oorzaken bij zichzelf zoeken, want om zich heen schoppen lag niet in zijn aard. Na slechts één seizoen, waarin hij nimmer zijn normale niveau haalde, werd hij verhuurd aan FC Barcelona. Valencia hem had terug willen halen, maar de middelen ontbraken.
Bij aankomst in Camp Nou zat de Vloek van Rome nog stevig in zijn ziel. Mendieta speelde bijna alles, maar bleek weer niet in staat te excelleren in een ordeloze omgeving. Het elftal van Louis van Gaal vond geen harmonie en ook het bestuur was intern verdeeld over de te varen koers die het zwalkende schip weer vlot moest trekken. Barça eindigde nipt als zesde, maar Mendieta wist dat zijn inbreng de club normaliter op een hogere plek had moeten brengen.
Het jaar erop werd hij, op eigen verzoek, verhuurd aan Middlesbrough. Waar kenners van onbegrip hun hoofden zo hard schudden dat hun nekwervels verschoven, was het voor de sensibele penaltyspecialist een weloverwogen beslissing. De kern van Valencia speelde jarenlang samen en was immuun gebleken voor de vele passerende trainers. In relatieve rust was zij daarom tot grote hoogte gestegen. Bij Boro meende Mendieta die sfeer te kunnen hervinden en daarmee zichzelf.
Onder de jonge coach Steve McClaren steeg de kleine club inderdaad boven zichzelf uit, maar de Romeinse Plaag verdween evenwel nooit helemaal. Vervagende brille, blessures en minder getalenteerde medespelers geselden Mendieta. De Sevillaanse vernedering in de UEFA Cup finale vatte Mendieta’s persoonlijke verblijf droevig samen. In de zomer van 2006 vertrok McClaren naar de Engelse bond en oud-aanvoerder en clubicoon Gareth Southgate werd benoemd als zijn opvolger. Boro verdronk in een zee van pints en Mendieta, die zich hier openlijk van distantieerde, werd meegesleurd in het zog van dit zinkende schip.
Op de kilklamme tweede kerstdag van 2006 werd hij in een matig bezochte en nog slechter uitgevoerde wedstrijd tegen Everton in de rust gewisseld. Als een versleten schoen werd hij op de vuilstort van het tweede gedumpt, waar hij nog anderhalf jaar speelde, smachtend naar zijn rentree. Hij keerde nooit meer in de hoofdmacht terug. Anderhalf jaar later stopte hij, pas 34, maar spiritueel bejaard. Buiten het veld lachte het leven hem wel toe. Hij bleef in Engeland wonen, in dat pittoreske Yarm en hij huwde zijn Engelse vriendin. Tegenwoordig heeft hij in Spanje wat onroerend goed. Voor de Schotse televisie geeft hij sporadisch voetbalanalyses, nog immer zoekend naar een juiste invulling van zijn pensioen. Zijn Spaanse tongval gaat verborgen onder een prachtig Engels accent maar zijn melancholieke blik is gebleven.
Hij koestert zijn herinneringen, veel meer heeft hij niet. Een Spaanse beker, een Spaanse Super Cup, een League Cup en twee uitverkiezingen tot Europees Middenvelder van het Jaar zijn de enige tastbare relikwieën van een carrière die niet was. Twee doelpunten, tegen Barcelona en Atlético Madrid, gingen de hele wereld over.
Valencia won nog drie prijzen: landstitels in 2002 en 2004 en de UEFA Cup, ook in 2004. Niet met sprankelend voetbal, want de schoonheid was vertrokken met de magistrale generaal. Maar die was toen al in Rome gesneuveld. Op 27-jarige leeftijd.