Galatasaray kent chaotische voorbereiding op treffen met PSV en eist excuses
Galatasaray kent een rommelige voorbereiding in aanloop naar het tweeluik met PSV in de tweede voorronde van de Champions League. De ploeg van Fatih Terim zou in aanloop naar het treffen met de Eindhovenaren deze week oefenen tegen Olympiakos, maar is onverrichter zaken teruggekeerd naar Istanbul. Reden is gedoe over een PCR-test op het vliegveld van Athene. Op de website schrijft de Turkse club zelfs over 'het schenden van de mensenrechten'. PSV en Galatasaray treffen elkaar op 21 juli voor het eerst in het Philips Stadion. Zes dagen later is de return in Istanbul.
Galatasaray dacht de zaken goed op orde te hebben in aanloop naar de krachtmeting tegen Olympiakos. Voor aanvang van de vlucht naar Griekenland waren alle spelers getest en was van een positieve coronatest geen sprake. Toen douanepersoneel bij aankomst in Athene wederom een test eiste, sloeg de vlam in de pan. De ploeg van Terim werd naar eigen zeggen slecht verzorgd en besloot na de 'onfatsoenlijke en oneerlijke praktijken die door de Griekse autoriteiten op het team weer toegepast' onmiddellijk terug te keren naar Istanbul. Door het duel met Olympiakos ging derhalve een streep.
"Ondanks het feit dat onze coach Fatih Terim en enkele van onze spelers zich constructief gedroegen en de nodige maatregelen namen, werden ze op een uiterst ongepaste en zelfs arrogante manier behandeld", valt te lezen op de website van de Turkse grootmacht. "Het is de eerste keer dat Galatasaray aan zo'n gebrek aan respect is onderworpen. We verwachten excuses van de Griekse autoriteiten voor deze schending van de mensenrechten. Ik bedank voorzitter en eigenaar Evangelos Marinakis van Olympiakos voor alle moeite. Hij heeft zijn best gedaan, daar heeft het niet aan gelegen."
Volgens Terim zat er maar één ding op en dat was terugkeren naar Turkije. "Want vriendschappelijke wedstrijden speel je met vrienden. Dit gedrag was allesbehalve vriendelijk. Ik ben gebeld door de voorzitter van Olympiakos en wil hem bedanken. Dit heeft niets met de club te maken. Het is niet leuk om zulke problemen te hebben in het voetbal. Niemand kan ons ergens met zo'n houding behandelen. Dit was beschamend. Ik wil in het bijzonder onze minister van Buitenlandse Zaken, minister van Sport, ambassadeur en consul-generaal, die ons drie keer heeft gebeld, en iedereen die ons beschermde en over ons waakte bedanken."