voetbalzone

Gaat Lex Immers voor een nieuwe tattoo als NAC kampioen wordt?

Chris Meijer17 sep 2020, 19:38
Laatst bijgewerkt: 17 sep 2020, 19:38
Advertentie

Het is nog even wennen om Lex Immers in een ander shirt dan dat van ADO Den Haag te zien. Natuurlijk speelde hij in zijn carrière ook voor Feyenoord, Cardiff City en Club Brugge, maar het leek er nu heel sterk op dat de 34-jarige middenvelder zijn carrière zou besluiten in het groen-gele tricot van zijn grote liefde. Immers haalt er zelf de schouders over op: natuurlijk is het voor hem ook even wennen om voortaan in het geel-zwart te spelen, maar mede dankzij trainer Maurice Steijn heeft hij razendsnel een goed gevoel gekregen bij NAC Breda.

Door Kalum van Oudheusden en Chris Meijer

De parallellen tussen Immers en Steijn zijn niet heel moeilijk te ontdekken. Allebei geboren in de Haagse Moerwijk, allebei gespeeld voor een club - Immers voor LenS, Steijn voor VIOS, die is opgegaan in de inmiddels ter ziele gegane fusieclub HSV Escamp - en allebei groot geworden bij ADO Den Haag, de een al vanaf zijn zevende in de jeugdopleiding en de ander aanvankelijk op de tribunes van Midden-Noord in het Zuiderpark. Het mag geen verrassing heten dat het goed klikte tussen Steijn en Immers, die in eerste instantie tussen 2010 en 2012 samenwerkten voordat laatstgenoemde naar Feyenoord vertrok. Het tweetal bleef contact houden en toen Immers Club Brugge in 2017 verliet, deed Steijn al een poging hem naar VVV-Venlo te halen. Destijds zette hun gezamenlijke liefde ADO nog een streep door een nieuwe samenwerking, maar deze zomer vonden de twee elkaar toch opnieuw. Alleen gebeurt dat 75 kilometer ten zuiden van Den Haag.

voetbalzone

“Dit was in principe een abc’tje. Je wordt ouder en de houdbaarheidsdatum van een voetballer is op een gegeven moment ook op. Maar het paste nog, ik wist dat Maurice me nog in zijn achterhoofd zou hebben en had daardoor ook wel iets verwacht vanuit deze kant. Uiteindelijk is dat gekomen en daar voel ik me fijn bij, daarom heb ik deze keuze gemaakt”, verklaart Immers in gesprek met DAZN en Voetbalzone zijn keuze voor NAC. In zijn eigen woorden gaf het gevoel de doorslag. “Je kijkt naar het totaalplaatje. Er zijn wat dingen geroepen, je moet het niet voor het geld doen en dat is voor mij wel een dingetje, want dat is voor mij totaal niet interessant. Het ging mij puur om het gevoel dat ik bij deze club heb. Ik had nog wel een week kunnen wachten om het onderste uit de kan te halen, maar ik had vijf weken voorbereiding achter de rug en ik was fit. Ik wilde gelijk aan de slag.”

“Je kijkt in eerste instantie naar kwaliteit en Lex Immers en Dion Malone geven de selectie een geweldige impuls”, zo reageert Steijn op de constatering dat er met Immers, Malone, Thom Haye (die overigens maar een halfjaartje bij ADO speelde) en scout Lex Schoenmaker junior een kleine Haagse enclave is ontstaan in Breda. Met algemeen directeur Mattijs Manders staat er momenteel tevens iemand aan het roer met een verleden in de Hofstad. “Daar zullen veel clubs jaloers op zijn. Als die spelers voorradig zijn en je hebt ook nog eens prettig met die jongens gewerkt, is het helemaal ideaal. Maar het is niet zo dat we eerst naar Den Haag kijken en dan pas naar de rest van Nederland. Nee, we kijken eerst naar kwaliteit of naar bepaalde spelers of posities.”

Het was Manders die Steijn er uiteindelijk van overtuigde om voor NAC te kiezen. De 46-jarige oefenmeester zat zonder club nadat hij in oktober al na drie wedstrijden zijn congé kreeg bij Al-Wahda in Abu Dhabi. Er waren vervolgens verschillende clubs waar Steijn mee sprak. “Maar daar kwam ik niet uit. In de zin dat ik een ander idee had over hoe ik het elftal of de staf wilde leiden en spelers wel of niet wilde halen. Nou, dat kan. Dat idee had ik bij NAC niet. Ik werd gebeld door Mattijs Manders toen ik op vakantie was en dat voelde gelijk goed. Daar komt bij dat ik als speler hier gezeten heb en ik dit een schitterende club vind”, benadrukt Steijn. Hij pauzeert even en gaat dan verder: “Het is allemaal niet zo belangrijk wat er niet is doorgegaan, het gaat erom dat NAC wel is doorgegaan.”

Manders moest Steijn er wel even van overtuigen dat de rust inmiddels is wedergekeerd bij NAC, waar technisch manager Tom Van den Abbeele en trainer Peter Hyballa in juli de laatste slachtoffers waren van de chaos die de club al jaren in zijn greep houdt. Manders was op dat moment pas twee maanden aan de slag in Breda. “We hebben er natuurlijk wel over gepraat in wat voor club ik zou stappen. Elf trainers in vijf jaar tijd, technisch en algemeen directeuren die elkaar de tent uit vochten, Keuken Kampioen Divisie: dat was wel een dingetje. Maar ik heb het idee dat Mattijs het redelijk voor elkaar heeft, hij is een rustige bestuurder. Hij durft wel harde beslissingen te nemen, maar in het belang van de club. We zijn gaan zitten toen ik terug was in Nederland en we dachten hetzelfde over hoe we de club moesten leiden, de staf moesten samenstellen. Wat dat betreft heb ik er vertrouwen in dat het onder Mattijs beter zal gaan.”

voetbalzone

Voor Steijn is NAC tegelijkertijd geen onbekende club, daar hij tussen 1999 en 2002 als speler actief was in Brabant. “Ik kwam bij ADO vandaan en wilde graag Eredivisie spelen. Vanaf het moment dat ik getekend heb, werd volgens mij iedere wedstrijd verloren. Ik tekende toen ze negende stonden en NAC eindigde het seizoen als achttiende, dus toen moest ik weer de Eerste Divisie in. Gelukkig werden we daarna kampioen en gingen we weer naar de Eredivisie”, lacht Steijn. Toen hij deze zomer terugkeerde in Breda, herkende hij al snel de club die hij twintig jaar eerder leerde kennen. “Ik vind dat de club niet veranderd is. De warmte, de fanatieke supporters: dat is allemaal hetzelfde gebleven. Als je in deze moeilijke tijden twaalfduizend seizoenkaarten verkoopt, zegt dat alles.”

“Dit is een club die in de Eredivisie thuishoort, zeker als je naar de achterban en het stadion kijkt”, zo sluit Immers zich aan bij de uitspraak van zijn trainer. “Ik ben goed opgevangen, de mensen zijn warm en ik begin mijn draai wel redelijk te vinden. Sommige jongens moet je nog even leren kennen, anderen kende ik al vanuit de voetballerij. Een nieuwe omgeving is altijd goed, daarin krijg je nieuwe inzichten en leer je nieuwe mensen kennen. Als je ergens te lang zit, wordt het misschien wel een sleur. Dat zie je vaak bij trainers. Je hebt uitzonderingen, maar meestal moet je na een jaar of drie kijken of je ergens iets nieuws kan beginnen.”

voetbalzone

Op de vraag of NAC kampioenkandidaat is, antwoordt Immers enigszins voorzichtig. “Je speelt voor het hoogst haalbare, dus dat is in dit geval kampioen worden. Maar als we erin slagen om via de play-offs te promoveren, is er geen haan die ernaar kraait”, stelt de middenvelder, die in het duel met Helmond Sport (0-2 overwinning) zijn debuut maakte en ook in de wedstrijd tegen FC Den Bosch (2-1 zege) aan de aftrap stond. Steijn begrijpt waar Immers op doelt. “Wij willen wel meedoen om promotie. Als we tweede worden, is dat ook prima. Een schitterende club als NAC moet dat uitstralen. Ik denk dat ik wel weet waar Lex op doelt, want we moeten voorin nog wat meer rendement krijgen. Op het moment dat we nog een of twee aanvallende impulsen aan de ploeg kunnen toevoegen, kunnen we zeker voor promotie gaan spelen.”

Een eventuele titel zou NAC een plek op het lichaam van Immers kunnen opleveren, zoals de Haagse ooievaar dat al jaren heeft. “Dat is een beetje voorbarig, veel mensen vragen dat aan me. Ik ben er niet zo happig op. Maar ik heb wel altijd gezegd dat als ik een prijs win bij een club, ik daar altijd aan herinnerd zou willen worden. Als ik ooit een kampioenschap zou mogen vieren met NAC, zijn dat dingetjes die ik overweeg. Het zijn mooie dingen, als mens win je niet iedere dag zo’n prijs en ik ben wel van de herinneringen op mijn lichaam.”