Frenkie de Jong wijst landgenoot aan als ‘moeilijkste tegenstander’
Frenkie de Jong ruilde Ajax afgelopen zomer in voor Barcelona en de middenvelder heeft er inmiddels ruim een half seizoen in LaLiga opzitten, terwijl hij namens de Catalanen ook in de Champions League tegen onder meer Internazionale, Borussia Dortmund en Napoli speelde. De tegenstander waar hij het het moeilijkst tegen had, trof hij echter in de tijd dat hij nog in de Eredivisie speelde, zo heeft hij maandagmiddag onthuld.
De Jong kreeg deze vraag gesteld tijdens een videogesprek via de officiële kanalen van zijn werkgever: “Dit is altijd lastig om te beantwoorden, omdat je in een wedstrijd niet steeds een-op-een tegen dezelfde speler staat. Maar toen ik bij Ajax speelde, stond ik soms centraal achterin. We speelden toen tegen PSV en ik denk dat Steven Bergwijn mijn moeilijkste tegenstander is geweest”, vertelt hij.
De middenvelder is sinds zijn verhuizing naar het Camp Nou meestal verzekerd geweest van een basisplaats. Toch blijft hij kritisch over wat hij tot nu toe heeft laten zien in het shirt van Barcelona: “Ik denk dat ik het beter had kunnen doen. Het gaat niet echt slecht, want ik speel veel en daar ben ik erg blij mee. Het is mijn eerste jaar bij de club. Maar ik denk dat ik het beter had kunnen doen.” Ik heb een paar goede wedstrijden gespeeld en een paar mindere wedstrijden, al was er geen eentje echt heel slecht.”
“Ik denk echter dat ik beter kan dan wat ik tot nu toe heb laten zien. Ik ben tevreden, maar niet helemaal tevreden”, vervolgt hij zijn verhaal. De Jong stond, voor de uitbraak van de coronacrisis, dagelijks op het trainingsveld met een aantal van de beste voetballers van dit moment. De zeventienjarige Ansu Fati heeft hem echter het meest verrast: “Omdat ik hem niet kende voordat ik naar Barcelona kwam. Hij heeft me enorm verrast, omdat hij nog steeds erg jong is en je meteen al kon zien dat hij enorm veel talent en kwaliteiten heeft.”