Frankrijk sprint Spanje voorbij en telt bewapend de dagen af

Frankrijk heeft vrijdag goede zaken gedaan in Groep I van de WK-kwalificatiereeks. De wereldkampioen van 1998 moet in de groep vooral Spanje in de gaten houden en wat dat aangaat zal er nu reden tot gejuich zijn: dat land morste namelijk punten tegen Finland, terwijl Frankrijk gewoon zijn plicht deed tegen Georgië. Ondanks redelijk wat gemiste kansen boekte het een comfortabele 3-1 overwinning. Over vier dagen wacht de spannende strijd met het, als altijd, favoriet geachte Spanje.

Door te winnen van Georgië kon Frankrijk het gat naar dat land verdubbelen tot zes punten, dus was winst uitermate welkom. Het spel van Didier Deschamps’ elftal was er zeker naar ervandoor te gaan met de overwinningen, maar echt efficiënt ging men niet met de vele kansen om. Vroeg in de wedstrijd raakte Franck Ribéry al de paal, nadat hij naar binnen sneed en een draaiend schot afvuurde. Het was een waarschuwingssignaal dat navolging kreeg, want Karim Benzema mikte kort daarop recht in de handen van de keeper.

De spits probeerde het een tweede maal en dit keer had Giorgi Loria de bal voor het oppakken. Loria had daarna ook een antwoord op een inzet van Paul Pogba, die debuteerde namens Frankrijk en het goed deed. De volgende mogelijkheid diende zich snel na Benzema’s schot al aan, maar opnieuw sorteerde het geen effect: Giroud chipte de bal waar hij gewoon had moeten schieten en mikte dus te hoog. Op slag van rust was het dan eindelijk raak, toen Giroud zijn eerder misser herstelde en een vrije schop van Valbuena met het hoofd binnen werkte.

Direct na rust vervolgde Frankrijk de wedstrijd uitstekend met de snelle 2-0: nu was het Valbuena zelf die het doel vond. Giroud speelde hem aan en met de buitenkant van de voet maakte de kleine middenvelder het mooi af. Deschamps zag hoe Frankrijk vervolgens rustig verder zocht naar de derde en die ook vond, na iets meer dan een uur. Ribéry maakte het bij de paal af. Vervolgens kwamen de Georgiërs toch nog op en viel de eretreffer van Aleksandr Kobakhidze. Met vier punten heeft men het lastig, maar bij de eerste twee komen is nog niet compleet ondenkbaar.