Frank de Boer debuteert met nederlaag bij het Nederlands elftal
Frank de Boer heeft zijn eerste interland als bondscoach van het Nederlands elftal niet met een overwinning af weten te sluiten. Mexico was woensdagavond in vriendschappelijk verband de eerste tegenstander van De Boer en deze vuurdoop in de Johan Cruijff ArenA leverde een 0-1 nederlaag op. Raúl Jiménez nam in de tweede helft vanaf de strafschopstip de enige goal van de avond voor zijn rekening. De Boer en Oranje krijgen de aankomende week de kans om zich te revancheren, als Bosnië-Herzegovina en Italië in de Nations League de tegenstanders zijn.
De Boer maakte een aantal verrassende keuzes in zijn basiself en ruimde plek in voor onder meer Tim Krul en debutanten Owen Wijndal en Teun Koopmeiners. Zij kwamen een Mexicaans elftal tegen met een aantal bekende gezichten, waaronder Ajax-middenvelder Edson Álvarez, voormalig FC Twente-aanvaller Jesús Corona en ex-PSV’ers Andrés Guardado en Héctor Moreno. De eerste goede kans van de wedstijd was voor de Mexicanen toen Hans Hateboer zich af liet troeven door Jesús Gallardo, die Jiménez kon bedienen. De spits van Wolverhampton Wanderers schoot echter te gehaast in en zag zijn poging voorlangs gaan.
Na een schot van Corona dat vlak langs het doel van Krul vloog volgden ook de eerste doelpogingen van het Nederlands elftal. Een schot van afstand van Memphis Depay vormde geen probleem voor Alfredo Talavera en vlak daarna was ook een poging van Steven Berghuis een prooi voor de Mexicaanse doelman. In het laatste kwartier van de eerste helft werd Mexico toch weer gevaarlijk toen Wijndal een bal achterin verspeelde en Jiménez opnieuw voorlangs schoot. Op rechts liet Hateboer zich niet lang daarna in de luren leggen door Corona, wiens voorzet echter werd weggewerkt. Guardado probeerde het een paar minuten voor de rust ook nog van afstand, maar zijn inzet ging hoog over.
De Boer begon de tweede helft met een nieuw verdedigingscentrum, aangezien Virgil van Dijk en Stefan de Vrij in de kleedkamer achterbleven voor Nathan Aké en Joël Veltman. Oranje leek in de openingsfase van de tweede helft weer wat meer aan aanvallen te mogen denken, maar kreeg tien minuten na de rust toch bijna de openingstreffer om de oren toen Corona uit de rug van Wijndal wegliep en daarmee aan de buitenspelval ontsnapte. De aanvaller van FC Porto stond vervolgens oog-in-oog met Krul, die een knappe redding in huis had op zijn inzet.
Vijf minuten later moest Krul de bal toch uit zijn doel halen. Jiménez werd, nadat hij ogenschijnlijk in eerste instantie buitenspel stond, bij een voor het doel geslingerde vrije trap door Aké onderuit getrokken en scheidsrechter Srdan Jovanovic wees daarop naar de strafschopstip. Jiménez nam zelf plaats achter de bal en hij stuurde Krul beheerst de verkeerde hoek in. De Boer voerde niet lang daarna de volgende drie wissels door en Marten de Roon, Luuk de Jong en Calvin Stengs maakten hun entree in plaats van Georginio Wijnaldum, Ryan Babel en Berghuis.
Deze nieuwe aanvallende impulsen leidden echter niet direct tot kansen voor het Nederlands elftal en aan de overkant dreigde een kwartier voor tijd opnieuw gevaar toen Corona Aké en Wijndal van zich afschudde. De aanvaller mocht vervolgens uithalen, maar zag zijn schot opnieuw worden gekeerd door Krul. Zes minuten voor tijd kwam ook Quincy Promes nog in het veld voor Wijndal, maar ook de aanvaller van Ajax wist het tij niet meer te keren. Met een kopbal van De Jong op doelman Talavera en de rebound van Depay op de lat kreeg Oranje in de slotfase nog wel twee grote kansen op de gelijkmaker, maar gescoord werd er niet meer.