voetbalzone

Foggi dei miracoli

23 feb 2016, 13:41
Laatst bijgewerkt: 23 feb 2016, 13:41
Advertentie

Boer Antonio slentert traag door zijn tomatenveld, het is zeven uur 's ochtends, de eerste zon prikt al door de hemel heen en werpt haar gloed over de mooiste meest sappige en knalrode tomaten. De druppels dauw sijpelen richting aarde, de natuur word wakker. Foggia staat eigenlijk alleen maar bekend om haar lokale product, de tomaat, en om haar verbonden agricultuur. Toch stond dat op het punt te veranderen, met de nakende rentree van lokale trots U.S. Foggia in de Seria A.

Hij puft en blaast het haar met regelmaat uit zijn diepblauwe ogen. ‘Straks is het weer zover’, denkt hij bij zichzelf. Een kolkend Stadio Pino Zaccheria wacht dan op hem. De enige dag van de week waarop Antonio zijn werkplunje inruilt tegen zijn burgerkledij en zijn rood zwarte sjaal, is de speeldag van Foggia. Nonchalant en iets ruwer dan bedoeld, gooit hij de laatste tomaten in zijn rieten mand en holt huiswaarts. De opwinding slaat op zijn borst, zijn hart slaat sneller en sneller. ‘Tot straks lieverd!’ Een dikke smak op vrouwlief haar wang en Antonio raast als een bezetene met zijn gammele fiets richting centrum. Negentig minuten later stak Antonio zijn pijp op en de tabaksrook vervulde het muffe supporterscafé. Foggia had zojuist promotie afgedwongen naar de koningsklasse van Italië, de Seria A. “Antonio Antonio! Dit is fantastisch! We gaan naar Turijn! Naar Milaan! En Rome!”, schreeuwde de uitgelaten barman. Antonio lurkte nog eens flink aan zijn pijp en lachte breed naar de barman, het drong nu pas tot hem door wat zijn club had verwezenlijkt onder het bewind van verloren zoon Zdenek Zeman. Hij stond aan de vooravond van een woelige rit, vier jaren van fierheid en ontgoocheling, lachende tranen en huilende tranen. Vier jaren die hij nooit nog zou vergeten.

Het was ongezien en ongehoord, wie was die vent? Om met zo'n nietige club drie aanvallers in het veld te sturen moest je toch gek zijn? In het land van het catenaccio was voetballen met drie spitsen een abnormaliteit, geen heldere die zoiets in het hoofd haalde, maar Zdenek Zeman liet zijn rood-zwarte brigade aantreden in een opportunistisch 4-3-3. Aanvallen was de boodschap en het was de enige boodschap. ‘Zemlandia’ was geboren. Niet Juventus of de Milanese clubs maar U.S. Foggia verzorgde het spektakel. Met de aanvalsdriehoek Baiano, Signori en Rambaudi eindigden I Satenelli knap negende en verbaasden ze Italië met hun mooi maar tevens naïef aanvallend spel.

Antonio schakelt de tv uit en tuurt over zijn veld richting stadion. Zure regen daalt neer over zijn tomaten, wolken schuiven onder de hemel en werpen grote schaduwen over het landschap. De rook van zijn pijp verhult zijn gezicht en sust hem als het aroma zijn neusgaten binnendringt, zijn koffie koud op het vensterbankje. Zeman had luttele seconden geleden met zijn typerende sigaret tussen de gele vingers zijn vertrek richting Lazio aangekondigd,. Ogemakkelijk had hij lastige persvragen beantwoord: “is het om het geld? Gaat het om de mogelijkheden? Wilde u wat anders?” Voor Antonio deed de reden er echter niet toe. Coaches, spelers, ze komen, ze gaan. Zoveel wist hij inmiddels wel na al die tijd.

‘U.S. Foggia was meer dan één coach’, dacht hij bij zichzelf. Jaren later lag het tomatenveld van Antonio er verwaarloosd bij. De man was oud en ziek en kon zijn gewassen niet langer onderhouden. U.S. Foggia viel samen met één van haar trouwste supporters in een diep dal, de club daalde jaar na jaar en belandde uiteindelijk bankroet in de Serie C. Ooit had Foggia il calcio piu bello del mondo gespeeld, ooit had Antonio met zijn zoon op de schoot zijn club aangemoedigd in grote duels, ooit hadden ze roemrijk gestreden in hun afgeladen stadion tegen wat de grootmachten van het mondiale voetbal waren. Ooit...

Mauro staart over het veld dat van Antonio was. De kringen van de tas koffie die zijn vader 's morgens dronk voor hij het veld inging, tekenden zich nog af op het oude vensterbankje. De bomen wiegden elegant in de wind, zon en schaduw vochten eeuwig om terrein. “Straks is het zover paps...” Mauro wandelt trots in de felle zon met zijn zoontje op de schouders richting het Pino Zaccheria. Duizenden fans brullen hun helden die avond naar voren: “aanvallen!” Maar na negentig minuten fel verweer druipen de twee gelaten af, het nieuw opgerichte A.C.D. Foggia Calcio delfde in een rechtstreeks duel om promotie het onderspit tegen Matera Calcio en bleef in de Lega Pro (vierde divisie) bungelen.

Het huisje aan de rand van het veld puft rook door de schouw. Mauro´s zoontje speelt zorgeloos voor de warme haard die hij zonet had aangemaakt. Dampende koffie beslaat het kleine raam dat uitkijkt op het uitgestrekte tomatenveld. Mauro kijkt naar zijn zoontje en naar de foto van zijn vader op het aanrecht. Hij neemt het kader in zijn grote handen, het is zijn evenbeeld, dezelfde blauwe ogen staren hem aan wanneer zijn zoontje hem aankijkt. “Wie weet, komen we ooit terug paps, wie weet..” Hij drinkt zijn koffie leeg en kust zijn vrouw, doet zijn werkplunje aan en wandelt het tomatenveld in, eeuwig verbonden met U.S. Foggia, eeuwig verbonden met zijn vader.

Een ode aan U.S. Foggia, want ooit speelden zij Il calcio piu bello del mondo. Ooit waren zij Foggia dei miracoli.