Fikse premies van dictator verklaren hardheid Guinea tegen Spanje
Spanje zegevierde zaterdagavond in een vriendschappelijke interland tegen Equatoriaal-Guinea met 1-2. Heel vriendschappelijk was het echter niet. Het Afrikaanse team viel op met diverse harde overtredingen en na afloop gaf Vicente del Bosque toe dat zijn spelers zich geen moment op hun gemak voelden. Zo haakte Xabi Alonso al in de eerste helft geblesseerd af.
Volgens diverse Spaanse media ligt de reden van het harde en gedreven spel van Equatoriaal-Guinea bij de familie van dictator Teodoro Obiang. Na een gesprek met bondsvoorzitter Domingo Mituy Edjang zou een premie van 50.000 euro per doelpunt zijn beloofd. De premie ging zaterdag echter niet naar Jimmy Bermúdez, maar werd over het hele elftal verdeeld.
Dat Equatoriaal-Guinea maar wat graag van Spanje wilde winnen, en daarvoor alle (on)geoorloofde middelen gebruikte, had ook te maken met de winstpremie. Een zege op de tweevoudig Europees kampioen en regerend wereldkampioen had de spelers in totaal liefst vijf miljoen euro kunnen opleveren. De kwaliteit gaf in Malabo echter de doorslag.