Feyenoord-talent denkt niet aan tijdelijk vertrek: ‘Is verhuur dan zo ideaal?’
Justin Bijlow wil volgend seizoen strijden om een plek onder de lat in de hoofdmacht van Feyenoord. De twintigjarige keeper uit de eigen jeugdopleiding kwam dit seizoen al een paar keer in actie in het eerste elftal en hoopt in de volgende voetbaljaargang de eerste keus te zijn van trainer Giovanni van Bronckhorst. Bijlow vertrouwt op zijn kwaliteiten en wil dan ook niet verhuurd worden.
Bijlow speelde het afgelopen Eredivisie-seizoen drie wedstrijden, waaronder het laatste duel met sc Heerenveen. In het Abe Lenstra Stadion stopte hij een strafschop en droeg hij daarmee bij aan de 2-3 overwinning. Hij hoopt die lijn volgend seizoen door te trekken, met een basisplaats als gevolg. "Ja, ik geloof dat het kan, het is altijd mijn grote droom geweest", aldus de jeugdinternational in een interview met Voetbal International. “Klopt, ik ben twintig en kan nog wel twintig jaar spelen, maar ik ben nu ook al ambitieus. Ik wil natuurlijk het liefst zo snel mogelijk eerste keeper worden.”
De concurrentie bij Feyenoord tussen de palen is niet mals. Brad Jones is al twee seizoenen op rij eerste keeper en mogelijk keert Kenneth Vermeer terug van een huurperiode bij Club Brugge. "Mensen vragen me weleens: 'Wat als het niet lukt? Wat als Kenneth Vermeer terugkomt, of Brad Jones wordt weer eerste keeper?' Ik denk er niet over na. Of het dan niet beter zou zijn op huurbasis bij een andere club te gaan spelen? Nou, eerlijk gezegd niet. Ja, natuurlijk moet je wel een keer gaan spelen, logisch, maar is verhuur dan zo ideaal? Stel dat je daar een rampseizoen speelt, dan kun je - als je terug bent bij Feyenoord - weer achter in het rijtje aansluiten.”
Van Bronckhorst laat in een reactie weten dat hij het best zou aandurven met de talentvolle doelman. "Waarom niet?", aldus de trainer. “Ik kies gewoon de beste en kijk niet naar leeftijd. De ambitie die Justin heeft, vind ik mooi. Hij doet daar alles aan, het is echt zijn droom. Maar wanneer die uitkomt, volgend seizoen of het jaar erop, dat zullen we moeten zien.”