‘Feyenoord krijgt niet de hoofdprijs, maar Ajax zou 40 miljoen voor hem krijgen’
Feyenoord gaat voor Luis Sinisterra niet de hoofdprijs vangen, zo verwacht Valentijn Driessen. De journalist is van mening dat Feyenoord zijn spelers niet voor dezelfde transfersommen als Ajax kan verkopen. “Als dit een Ajacied zou zijn, dan zou je denken aan dertig à veertig miljoen”, aldus Driessen in een video-item voor De Telegraaf.
Driessen is vol lof over de 22-jarige Colombiaan. “Sinisterra is het kroonjuweel van Feyenoord”, zegt de journalist. “Het leuke is, deze jongen werd gehaald en werd in het begin bestempeld als een miskoop. Hij heeft er heel lang over gedaan om dit niveau te halen. Vorig jaar is hij heel lang geblesseerd geweest, volgens mij bijna driehonderd dagen. Nu heeft hij heel snel zijn vorm gepakt en is hij gewoon de beste speler van Feyenoord.”
Sinisterra verkeert dit seizoen in bloedvorm: in 24 wedstrijden was hij goed voor 13 goals en 7 assists. Toch verwacht Driessen niet dat de aanvaller een recordbedrag op gaat leveren voor Feyenoord. “Hij komt weliswaar uit Colombia, maar dit is een speler van Feyenoord, dus je krijgt nooit het maximale”, is Driessen van mening. “Als dit een Ajacied zou zijn, dan zou je denken aan dertig à veertig miljoen. Als Feyenoorder vijftien, misschien twintig. Als hij er niet bij zou zijn geweest tegen Heracles, dan had Feyenoord nooit een goal gemaakt.”
“Hij zorgde echt voor al het gevaar en alle openingen”, vervolgt Driessen. “Met alle respect, Cyriel Dessers viel in, maar hem hebben we niet gezien. Bryan Linssen, ook niet gezien. Alireza Jahanbakhsh kreeg een kans, voor de rest ook niet gezien.” In de podcast Kick-off van De Telegraaf sprak Driessen woorden van gelijke strekking. “Als Sinisterra wegvalt, dan blijft er niets over. Afgelopen woensdag was het Sinisterra, Sinisterra, Sinisterra, en voor de rest niks. Feyenoord viel me zwaar tegen. Het was dat Heracles Almelo zo zwak en zo slap was en heel veel ballen gewoon inleverde, terwijl ze niet eens onder druk stonden. Het viel me niet mee.”