Feyenoord-huurling Azarkan wil laatste stap zetten: ‘Ik voelde me gelijk thuis’
De Keuken Kampioen Divisie geldt al decennialang als kraamkamer voor binnen- en buitenlandse talenten en ook dit seizoen lopen er op het tweede niveau weer veel voetballers met potentie rond. Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, licht wekelijks een van deze talenten uit, met deze keer aandacht voor Marouan Azarkan, die zich bij Excelsior hoopt klaar te stomen voor een doorbraak in het eerste elftal van Feyenoord.
Door Chris Meijer
Abdallah Aberkane en verzorger Mario Meijer lopen grappend voorbij door de catacomben van het Van Donge & De Roo Stadion, maar dat gaat enigszins aan hun onderwerp voorbij. Marouan Azarkan is druk bezig om een plek voor zijn bezoek te vinden en loopt naar buiten, richting de rand van het veld. “Ik weet eigenlijk nog niet zo heel goed waar ik hier heen moet”, zo verontschuldigt de negentienjarige vleugelaanvaller zichzelf, terwijl hij voorzichtig de hoofdtribune van de thuishaven van Excelsior op stapt en een stoel opzoekt. Het is op zich niet zo vreemd dat Azarkan de weg buiten het veld en de catacomben niet op zijn duimpje kent, want hij stond vier dagen na zijn komst naar Excelsior direct voor het eerst in de basiself en verdween daar niet meer uit. “Het bevalt me hier zeker. Het is lekker in de buurt, ik kende al een aantal spelers en ben goed opgevangen. Dat is toch lekker als je ergens naartoe komt. Ik voelde me gelijk thuis en heb gelukkig geen tijd nodig gehad om mijn plek te vinden. Er staat een nieuwe, jonge groep, die echt voor elkaar door het vuur gaat. Ik ben echt blij dat ik hier ben gekomen.”
“Het is beter dan verwacht”, voegt Azarkan na een korte stilte. Hij knikt naar beneden richting de dug-out, waar trainer Marinus Dijkhuizen zit. “Omdat het zo vertrouwd voelt, want daardoor ga je ook beter spelen. De trainer geeft me enorm veel vertrouwen.” Voor zijn tweede tijdelijke vertrek bij Feyenoord hoeft Azarkan niet ver weg. Hemelsbreed zelfs maar een kilometer of drie. “Ik had naar wat andere clubs gekund, maar dan had ik ook moeten verhuizen. Nu woon ik wel op mezelf, maar op een kwartiertje van mijn moeder. Ik kan zelf niet koken... Mijn hele familie kan makkelijk komen kijken, dat voelt wel beter. Kijk, het gaat ook om een huurperiode. Als ik moest worden verkocht, was het natuurlijk een ander verhaal.”
Azarkan - geboren en getogen op Spangen - kwam op zijn tiende op Varkenoord terecht en maakte zeven jaar later al zijn debuut in het eerste elftal, door in september 2019 als invaller binnen de lijnen te komen in de met 3-2 gewonnen thuiswedstrijd tegen ADO Den Haag. “Ik heb geluk gehad dat de fans meteen achter me stonden, dat gaf vertrouwen. Als het slecht gaat, zeggen ze: ‘Die is te klein, te zwak, kan het niveau niet aan’. Maar laat je het zien, ben je de Hazard of Messi van Feyenoord”, glimlacht Azarkan als zijn gedachten teruggaan naar de achttien minuten die hij in een volle Kuip speelde. “Toen was het mooi om op de bank te zitten en mee te reizen naar Europa League-wedstrijden. Maar op een gegeven moment wilde ik toch graag gaan spelen, want alleen op de bank zitten is ook niet echt leuk. Het eerste seizoen speelde ik nog met de Onder-19, maar vorig seizoen kon ik door corona helemaal niet met de Onder-21 spelen. Ik heb een half seizoen alleen maar getraind.”
“Eerlijk is eerlijk: op de trainingen heb ik veel geleerd”, vervolgt Azarkan. “Ik ging vaak na de trainingen nog even afwerken met Steven Berghuis. Hij is net als ik een rechtsbuiten die er niet van houdt om met rechts te schieten. Af en toe trainde ik met Robin van Persie, die legde me uit: ‘Probeer na je aanname twee stappen te zetten en dan te schieten’. Ik spiegel me als buitenspeler wel aan Van Persie, hij begreep het ook een beetje als ik rare balletjes gaf of uit het niets scoorde. Hij zei: ‘Heerlijk, doe wat je moet doen en heb schijt aan de rest. Je moet niet zenuwachtig te zijn, want je kunt dit’.” Jaap Stam liet Azarkan debuteren voor Feyenoord, maar onder zijn opvolger Dick Advocaat behoorde hij weinig tot de wedstrijdselectie en kwam hij in de daaropvolgende anderhalf jaar tot één invalbeurt. “Advocaat zei altijd wel dat ik goed aan de bal was, maar een echte kans... Hij heeft me er één keer in gebracht, toen ging Berghuis naar tien. Maar ja, hij durfde het niet echt aan met jonge spelers. Bij Feyenoord is er toch een bepaalde druk om te presteren.”
Mede doordat Azarkan niet of nauwelijks in de plannen van Advocaat voorkwam, werd vorig seizoen in de laatste week van de winterse transferwindow besloten om hem te verhuren. “‘Je doet het goed en moet deze lijn doortrekken, maar je hebt wedstrijdminuten nodig’, kreeg ik te horen. Bij Feyenoord speelde Steven Berghuis op mijn positie en die werd er niet vaak uitgehaald, dus ik moest ergens gaan kijken waar ik kon spelen. In de laatste week ben ik snel gaan kijken, maar alle clubs hadden hun selecties eigenlijk al op orde.” Azarkan had de keuze uit twee clubs: FC Dordrecht of NAC Breda. De aanwezigheid van zijn oude trainer Edwin de Graaf - destijds nog assistent van Maurice Steijn - gaf de doorslag in de keuze om tijdelijk naar NAC te gaan. “Ik had eigenlijk helemaal geen rekening gehouden met de trainer (Maurice Steijn, red.), ik moest snel handelen. Over het algemeen deed ik het goed op de trainingen, dat zeg ik ook niet zomaar. Alleen ik speelde niet. Dus ik heb gevraagd wat ik moest doen om wel te spelen. Geduld houden, het komt vanzelf. Tja, ik was daarheen gekomen om te spelen en niet om op de bank te zitten. Want dan had ik beter bij Feyenoord kunnen blijven.”
Dat Azarkan drie wedstrijden voor het einde van de reguliere competitie toch alsnog in de basiself kwam, zegt hij indirect te danken te hebben aan de zakenreis van Steijn naar Ibiza. De Graaf nam een week de taken van Steijn over en in de daaropvolgende uitwedstrijd tegen NEC (0-2 zege) had Azarkan een basisplaats, die hij in het restant van het seizoen en de play-offs niet meer afstond. “Ik dacht altijd: wedstrijdritme? Zeur niet en speel gewoon die wedstrijd. Maar ik heb het nu meegemaakt, ik merkte bij NAC dat het niet automatisch ging. Pas na twee of drie wedstrijden ging ik me weer wat lekkerder voelen. Ik heb zeker wat aan de wedstrijden bij NAC gehad, ondanks dat ik in het begin niet veel speelde. Je weet toch hoe alles een beetje gaat. Af en toe is het een beetje vechtvoetbal in de Keuken Kampioen Divisie, buitenspelers moeten gewoon mee terug lopen met hun man. Dat heb ik wel geleerd.”
Stiekem hoopte Azarkan na zijn terugkeer bij Feyenoord op een kansje door het vertrek van Berghuis. “In het begin van de voorbereiding heb ik daar keihard voor gewerkt, om er te kunnen staan. Dat de trainer met Jahanbakhsh een oude bekende van hem binnenhaalde, raakte me wel. Ik zag al snel dat zij vertrouwd met elkaar waren.” Azarkan speelde nog wel mee in de eerste oefenwedstrijden tegen AEK Athene en FC Zürich. Vlak voor Feyenoord zou afreizen naar Oostenrijk voor een trainingskamp, werd uit een echo duidelijk dat Azarkan een scheurtje in zijn bovenbeen had opgelopen. “Ik voelde me fit worden, qua lopen enzo. Het ging gewoon echt goed. Arne Slot houdt van lopers, dus dat deed ik. Toen ik geblesseerd raakte, was alles weg en moest ik opnieuw beginnen om mijn conditie weer op gang brengen. Want ja, wedstrijden zijn de beste trainingen. Daar heb ik er maar drie van gespeeld, terwijl die jongens op trainingskamp nog drie wedstrijden hebben gespeeld. Ik heb wedstrijden nodig om mezelf te kunnen zijn. Als ik uit het niets moet invallen, voelt het raar.”
“Als ik alle wedstrijden zonder pijn op honderd procent had kunnen spelen, had ik hoe dan ook mezelf laten zien”, verzucht Azarkan. Eenmaal hersteld speelde hij nog wel mee in de oefenwedstrijd tegen ADO Den Haag, waarna hij voor zichzelf al de knoop doorhakte om opnieuw op huurbasis te vertrekken. Op het moment dat Feyenoord officieel bekendmaakte dat Azarkan op huurbasis naar Excelsior zou gaan, wist hij zelf alleen nog van niks. “Het stond al klaar. Hoe weet ik ook niet, maar er stond ook al een tekst van Frank Arnesen in. Ik denk dat ze intern al hadden gezegd dat ik weleens naar Excelsior zou kunnen gaan, maar op dat moment wist ik er zelf nog niks van. Het werd een chaos, ik kreeg allerlei belletjes en heb mijn telefoon maar even uitgezet.”
“Ze vertelden de volgende dag toen ik op de club kwam dat ze Excelsior de beste club voor me vonden. Oké, ik wilde alleen even de tijd om niet weer een ongelukkige keuze te maken. Dat heb ik met NAC wel gedaan, toen kwam ik op de bank terecht”, legt Azarkan uit. NAC en Roda JC Kerkrade wilden hem op dat moment ook dolgraag hebben. Bij NAC is De Graaf inmiddels hoofdtrainer, terwijl Jurgen Streppel dagelijks berichten stuurde om hem naar Roda te halen. “Uiteindelijk heb ik voor zekerheid gekozen, daar houd ik wel van. De selectie bij Feyenoord is nu niet zo breed. Maar ja, dat zie je achteraf pas. De situatie had ook anders kunnen zijn, dan had ik op de bank gezeten of met de Onder-21 moeten spelen. Ik weet van mezelf dat ik op mijn top kan zijn als ik iedere wedstrijd speel.”
Azarkan werd direct na zijn komst voor de leeuwen gegooid door Dijkhuizen in de met 1-2 gewonnen wedstrijd tegen Roda. “Ik dacht eigenlijk dat ik nog even op de bank zou beginnen. Dat geeft me ook vertrouwen, de trainer zei: ‘Doe je ding, voel je vrij’. Dan voel ik me op mijn best. Ik ben het nog steeds aan het opbouwen en ik merk dat ik nu acties kan blijven maken, alles gaat veel makkelijker en de inhoud neemt toe. In de Onder-21 bij Feyenoord wachtte ik gewoon op de bal om twee of drie acties te maken. Dan maakte ik een goaltje en was het wel goed. Nu kan ik terugschakelen en weer mee aanvallen.” Hij knikt richting het veld van het Van Donge & De Roo Stadion. “Arne Slot wist al direct hoe ik speelde, hij had me al een aantal keer zien spelen. Hij wist dat ik ingespeeld kon worden tussen de linies om dan weg te draaien. Maar hij hamerde er wel op dat ik terug moest lopen. Lopen, lopen, lopen. Hij kan hier straks in de wedstrijden zien dat ik het makkelijk kan belopen.”
“Ik wil gewoon de man worden bij Excelsior”, zo formuleert Azarkan zijn doel voor komend seizoen in Kralingen. ‘De man bij Excelsior worden’ betekent in zijn woorden meer dan tien doelpunten en meer dan tien assists noteren. Met drie doelpunten en een assist in zijn eerste zes wedstrijden is de start veelbelovend. “Het is ook wel een doel om me bij Jong Oranje in de kijker te spelen.” Azarkan behoorde in oktober 2019 het laatst tot de selectie van Oranje Onder-19. “Ik vind het wel begrijpelijk dat ik nu niet tot de voorselectie van Jong Oranje behoorde, want ik speel in de Keuken Kampioen Divisie voor Excelsior. Voor Jong Oranje worden eerder de jongens geselecteerd die wekelijks in de Eredivisie spelen. Ik moet veel goals maken en dan zie ik wel of ik word geselecteerd voor Nederland of Marokko. Vanuit Marokko krijg ik af en toe berichtjes dat ze op me letten. Maar daar houd ik me nog niet bezig. Ik wil volgend jaar mijn wedstrijden bij Feyenoord gaan spelen en dan een definitieve keuze maken.”
Over een jaar hoopt Azarkan een vaste plek in de selectie van Feyenoord te kunnen afdwingen. Na een jaar bij het verrassend goed gestarte Excelsior (‘niemand houdt rekening met ons, maar kijk waar we staan’) keert hij hoe dan ook als een andere speler terug naar Rotterdam-Zuid. “Als ik twee jaar geleden al met Jong Feyenoord in de Keuken Kampioen Divisie had gespeeld, was het veel beter geweest en was de stap naar het eerste ook een stuk minder lastig. De stap van de Onder-19 naar het eerste is soms te groot. Daarom dacht ik in de zomer al dat ik dit seizoen 30 tot 35 wedstrijden wilde spelen, zodat ik met een zwaardere rugzak terug kom bij Feyenoord. Dan moet ik het laten zien en is er geen excuus meer.”
Naam: Marouan Azarkan
Geboortedatum: 8 december 2001
Club: Excelsior (gehuurd van Feyenoord)
Positie: rechtsbuiten
Sterke punten: techniek, snelheid, dribbel