voetbalzone

‘Feyenoord had er geen recht op, maar de deal met Werder liep wel stuk’

Robin Bruggeman31 dec 2017, 20:16
Laatst bijgewerkt: 31 dec 2017, 20:16
Advertentie

PONTA DELGADA - Ruim twee jaar geleden speelde Osama Rashid nog voor de amateurs van Alphense Boys en richtte hij zich volledig op zijn studie Sport Marketing Management. Inmiddels is de 25-jarige middenvelder een dragende kracht bij Santa Clara op het tweede Portugese niveau en dingen verschillende clubs uit de Liga NOS naar zijn diensten. “Ik denk dat ik er wel aan toe ben om die stap te maken, dat ik nog lang niet aan mijn plafond zit. Ook omdat ik een paar jaar bij de amateurs heb gespeeld, vandaar dat ik nu een laatbloeier ben”, legt hij uit aan Voetbalzone.

Door Robin Bruggeman

Rashid begon zijn voetballoopbaan bij Feyenoord, waar hij van zijn zevende tot zijn negentiende deel uitmaakte van de jeugdopleiding. De in Irak geboren, en op drie jarige leeftijd naar Nederland gekomen, centrale middenvelder speelde daar samen met onder meer Jordy Clasie, Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi en Luc Castaignos. Door hardnekkig blessurekeed slaagde hij er echter niet in om de hoofdmacht te halen.

Hoe kwam je vertrek bij Feyenoord tot stand?
“Ik was al een tijdje aan het kwakkelen met een liesbreuk die ik op het EK met Oranje Onder-17 opliep. Ik speelde met pijnstillers en had er jaren last van. Toen kwam het laatste jaar bij Feyenoord, mijn contract liep ook af. Ik had verwacht dat ik verhuurd zou worden aan Excelsior, maar dat is op het laatste moment niet doorgegaan. Ik ben daarna naar FC Den Bosch gegaan, daar had ik het totaal niet maar m’n zin, dat jaar is helemaal niks geweest.”

Je maakte dat jaar wel je debuut voor het nationale elftal van Irak en kreeg ook een kans bij Werder Bremen.
“Ja, door een Duitse trainer, Wolfgang Sidka (toenmalig bondscoach van Irak, red.). Hij had een stage geregeld bij Werder. Ik was toen negentien jaar en speelde mee met het tweede elftal. Ik liet daar een goede indruk achter en trainde ook een keer mee met het eerste, dat was de laatste test. De hoofdtrainer moest je gezien hebben, Thomas Schaaf was dat. Het was de tijd van Eljero Elia en Marko Arnautovic bij Werder. Schaaf wilde mij zien en dat ging ook prima, na die training kon ik gelijk bij het kantoor van de technisch directeur langs en hij zei dat ze mij een contract wilden aanbieden.”

voetbalzone

“Toen ik met m’n zaakwaarnemer langsging om het contract te tekenen vroegen zij een document aan Feyenoord dat garandeerde dat ik officieel weg mocht. Daar is het op stukgelopen. Feyenoord wilde een vergoeding, het ging om een bedrag van drie à vier ton. Maar Feyenoord had daar helemaal geen recht op omdat mijn contract niet was verlengd. Dat was balen want Werder bood mij een goed contract aan.”

“Daarna was ik het helemaal zat, ik dacht: ‘Ik ga m’n studie weer oppakken om op een lager niveau te spelen’. Ik heb me op school gefocust en voetbalde eerst bij Excelsior Maassluis en daarna bij Alphense Boys. In het laatste jaar werd ik wel weer uitgenodigd voor het nationale elftal van Irak en heb ik de Azië Cup gespeeld. Ik maakte veel minuten en speelde een goed toernooi, toen begon het weer te kriebelen.”

Jullie haalden in 2015 de halve finale van dat toernooi in Australië en rekenden onder meer af met Iran in de kwartfinale.
“We waren echt de underdog, maar kwamen de poule wel door. Die wedstrijd tegen Iran is echt de meest bizarre die ik ooit heb meegemaakt: 2-2 in de reguliere speeltijd, verlenging 3-3, ik weet niet hoeveel penalty’s er daarna zijn genomen. Toen wij hadden gewonnen was de ontlading echt niet normaal, 40.000 man in het stadion, van wie 30.000 Irakezen. In Australië wonen veel Irakese mensen die na de oorlog zijn gevlucht. In de halve finale speelden we tegen Zuid-Korea, zij waren echt te sterk voor ons. Ik stond tegen Heung-Min Son van Tottenham Hotspur, ik heb alleen z’n hielen gezien. Niet normaal, die bleef maar gaan.”

voetbalzone

Na dat toernooi ging je aan de slag bij het Portugese Farense, hoe kwam je daar terecht?
“Via mijn zaakwaarnemer. Het eerste jaar draaide ik daar goed en heb ik 46 wedstrijden gespeeld. Ik moest natuurlijk een inhaalslag maken op profniveau, aangezien ik een paar jaar bij de amateurs heb gespeeld. Ik heb daar veel ervaring opgedaan en een goed seizoen gespeeld. We degradeerden echter terwijl we echt een team hadden om te promoveren. We kregen ook drie punten aftrek door een administratieve fout, daardoor zijn we uiteindelijk ook gedegradeerd. Een gehuurde speler van Benfica mocht niet tegen Benfica B spelen, daardoor gingen die drie punten naar Benfica.”

Er kwam vervolgens een aanbieding uit Bulgarije, maar dat was geen succes?
“Dat was bij Lokomotiv Plovdiv, die speelden toen nog in de voorronde van de UEFA Cup. Trainer Ilian Illiev wilde mij hebben, hij heeft ook nog bij Benfica gespeeld. Ik wachtte eigenlijk op wat anders, maar er kwam niet echt wat beters. Ik kwam ook na de voorbereiding binnen, dus dan heb je meteen een achterstand. Ik voelde me in het land zelf ook niet op mijn gemak, heel triest en grijs allemaal. De trainer nam al snel ontslag omdat hij het niet meer zag zitten en daarna voelde ik de bui al hangen. Na de aanvoerder verdiende ik het meeste en ik zag al aankomen dat zij bij mij zouden aankloppen om te vragen in salaris omlaag te gaan.”

Een overstap naar Thailand ging daarna op het laatste moment niet door en vervolgens kreeg je de kans om terug te keren naar Portugal.
“Achteraf ben ik er misschien wel blij mee dat ik niet naar Thailand ben gegaan. De sportdirecteur van Santa Clara belde mij, die kende mij nog van mijn tijd bij Farense. Hij had een goed verhaal, ze hadden een project om binnen twee jaar naar de hoogste afdeling te promoveren. Ik heb er het laatste halfjaar van het afgelopen seizoen gespeeld en heb er nu weer een half seizoen opzitten. We spelen op de Azoren, elke uitwedstrijd is twee uur vliegen, maar doordat we altijd businessclass vliegen met de vliegtuigmaatschappij van de sponsor van de club is het wel te doen.”

“We hebben een sterk team en worden ook gezien als het beste elftal van de competitie. We hebben echt wel een team om te promoveren, er zijn ook niet voor niets veel spelers die in de belangstelling staan van clubs op het hoogste niveau. We staan nu twee punten onder de plaatsen om te promoveren, maar we zijn echt bezig aan een dramatische reeks. En we doen nog mee, dus kun je nagaan als we een paar keer winnen. Het is een goede club, de omstandigheden zijn ook goed. In Portugal zijn veel mensen in de eerste plaats fan van een van de drie topclubs (FC Porto, Benfica en Sporting Portugal, red.), maar doordat wij een eiland zijn hebben ze een soort van lokale trots. Ze hebben hier minder met het vasteland.”

Jij staat zelf ook in de belangstelling van clubs uit de Liga NOS?
“Ja, vandaar dat ik vorige week ook een gesprek had met de trainer. Hij zei: ‘Je wil weg, hè.’ Ik kan op zich wel weg hier, maar ik ben gekomen om het project af te maken en wil loyaal zijn naar de club en deze trainer (Carlos Pinto, red.), die mij vertrouwt en mij ook echt een betere speler heeft gemaakt. Hij wil me ook niet bij een laagvlieger of bij een middenmoter zien spelen op het hoogste niveau. Hij denkt dat ik met mijn kwaliteiten wel bij een betere club kan spelen. Als wij niet promoveren wil ik sowieso wel op het hoogste niveau in Portugal spelen.”

Heb je de ambitie om in de toekomst in de Nederlandse Eredivisie te spelen?
“Ik zou het liefst gewoon in Portugal willen blijven, ik zit hier wel op m’n plek. De mentaliteit hier, dat ligt mij wel. Een terugkeer naar Feyenoord? Als die club voor de deur staat hoef ik er natuurlijk niet over na te denken, maar dat is op dit moment niet echt realistisch. Je weet het natuurlijk nooit, drie jaar geleden speelde ik nog bij de amateurs en dacht ik: ‘Wat voor baan ga ik later krijgen?’ En nu gaat het goed met me en kan ik op het hoogste niveau in Portugal tekenen. Wat dat betreft kan het snel lopen.”