‘Feit is dat we ze allemaal verliezen, die keer dat we winnen komt dichterbij'
In aanloop naar de finale van de KNVB Beker gaat het geregeld over de belabberde balans van AZ tegen de traditionele topclubs. Trainer John van den Brom wil in de eindstrijd tegen Feyenoord laten zien dat zijn ploeg wel degelijk kan presteren in topwedstrijden. Er werd de afgelopen dagen in Alkmaar nauwelijks over de finale van vorig seizoen gesproken, die AZ met 2-0 verloor van Vitesse.
“Als je ziet wie van de huidige selectie er vorig jaar in de basis stonden, zijn dat er maar vier of vijf. We hebben een nieuwe ploeg opgebouwd met als doel om bij de eerste vier te eindigen. Dat is gelukt en nu willen we ook die beker winnen. We willen bevestigen hoe goed we zijn in de competitie en het ook eens tegen een grote club laten zien”, wordt Van den Brom op de persconferentie voorafgaand aan de bekerfinale geciteerd door Voetbal International en RTV Rijnmond.
“De grote wedstrijden zijn vaak beslist omdat we zelf niet bij de les waren”, vervolgt de oefenmeester, die de wedstrijd tegen PSV (2-3) aanhaalt als voorbeeld. “Eén keer waren we niet gefocust bij een spelhervatting en toen lag de bal er aan de andere kant in. Dan roep je dingen over jezelf af. We hebben er veel over gepraat en de beelden gebruikt om dat in de toekomst te voorkomen. We kennen het gevaar.”
Voor Ron Vlaar is het treffen met Feyenoord een bijzondere wedstrijd, omdat hij jarenlang bij de Rotterdammers speelde. “Het is iets extra's voor mij, maar ook gewoon een wedstrijd die ik wil winnen. Ik heb een lang verleden bij Feyenoord, maar dat telt zondag niet. Ik heb samen met Giovanni van Bronckhorst en Karim El Ahmadi gespeeld, sta je wel bij stil”, stelt de verdediger, die met AZ ook eens van een topclub wil winnen. “Feit is dat we ze allemaal verliezen, maar die keer dat we winnen komt steeds dichterbij.”
“We zijn erop gebrand dat het er zondag uitkomt. We zijn al het hele jaar bezig met ons spel en om dat te verbeteren. Ook in topwedstrijden kwam het er bij vlagen uit”, vervolgt Vlaar. Hij kan geen uitgesproken favoriet aanwijzen. “We hebben een doel en dat is de winst. Wie favoriet is, vind ik lastig om te zeggen. Ik denk dat het fifty fifty is.”