FC Twente volgt voorbeeld uit Premier League en mikt op 550 fans
FC Twente kijkt met spanning uit naar de persconferentie van premier Mark Rutte op 21 april, want de verwachting is dat dan duidelijk wordt of het Eredivisie-seizoen uitgespeeld kan worden. Tot die tijd wacht de club uit Enschede af, maar de spelers van de selectie zitten niet stil. Naar goed voorbeeld van Norwich City neemt ook de Twente-selectie telefonisch contact op met oudere supporters.
“Enkele weken gelden ontstond bij het Engelse Norwich het idee om supporters van de Premier League club op te bellen en te vragen hoe het met hen gaat in deze rare tijd”, vertelt algemeen directeur Paul van der Kraan op de clubwebsite van Twente. “Inmiddels hebben meerdere clubs, maar ook maatschappelijke organisaties dat idee opgepikt en zijn ze ‘hun’ mensen gaan bellen. Je hoort van alle kanten heel positieve reacties. Vanaf deze week maken ook de (Nederlandstalige) selectiespelers en de medewerkers van FC Twente een telefonisch praatje met supporters die in 1945 of daarvoor geboren zijn.”
Van der Kraan geeft aan dat het heeft geleid tot leuke gesprekken tussen de fans en spelers. “Ik heb zelf ook de eer gehad een aantal mensen te mogen bellen, het waren leuke, maar ook leerzame gesprekken. Je hoort dat supporters de gang naar het stadion missen. Deze week hopen we zo’n 550 supporters gebeld te hebben”, aldus Van der Kraan, die met spanning uitkijkt naar dinsdag 21 april. Als het seizoen niet afgemaakt kan worden, wacht Twente een ‘gigantische uitdaging’. “Naast het feit dat spelen zonder publiek eigenlijk helemaal geen optie mag zijn, gaat het FC Twente veel geld kosten.”
De Twente-directeur vindt het moeilijk om daar nu al cijfers aan te koppelen. “De komende weken werken we meerdere scenario’s uit om te kijken wat dit financieel betekent en hoe we daarnaar dienen te handelen. Starten in het nieuwe seizoen zonder publiek betekent een gigantische uitdaging voor het totale betaald voetbal. Laten we niet te ver op de zaken vooruitlopen, volgende week weten we hopelijk meer.”