Ex-Ajacied leeft op en is ‘Koning van Aalborg’ na moeizame jaren in Eredivisie
In de rubriek Opgebloeid licht Voetbalzone tweewekelijks een speler uit binnen- of buitenland uit wiens loopbaan na een mindere periode weer volledig tot bloei is gekomen. Met deze keer aandacht voor Lucas Andersen (25), de technisch begaafde middenvelder die tegenwoordig onder contract staat bij Aalborg BK. Andersen was een grote belofte in de jeugdopleiding van Ajax en brak door in het eerste elftal. De Deen heeft de hoge verwachtingen niet helemaal waar weten te maken en keerde via omzwervingen terug bij de club waar hij op jonge leeftijd terechtkwam. In zijn geboorteland heeft Andersen de weg naar boven ingezet en keerde hij onlangs terug in de nationale ploeg.
Door Yanick Vos
Op 31 augustus 2012 maakte Ajax de komst van een nieuw Deens talent wereldkundig. De lichtvoetige Andersen was pas zeventien jaar toen hij Aalborg inruilde voor Ajax. Hij had zijn debuut in het eerste elftal van Aalborg al lang en breed gemaakt. Andersen debuteerde namelijk op zestienjarige leeftijd voor de Deense club. De toenmalig jeugdinternational had 41 wedstrijden op het hoogste niveau in zijn rugzak toen hij voor een bedrag van circa 1,4 miljoen euro door Ajax werd aangetrokken. Zijn relatief hoge transfersom was veelzeggend. Ajax had veel vertrouwen in de Deen, die op termijn Christian Eriksen zou moeten vervangen op het middenveld. Laatstgenoemde had eenzelfde route afgelegd en zette destijds de lijnen uit in het team van Frank de Boer. Andersen werd vanwege zijn speelstijl vergeleken met Eriksen en door de kranten de nieuwe Michael Laudrup genoemd, en daarmee werd de lat voor hem bijzonder hoog gelegd.
Ondanks de aanwezigheid van zijn landgenoten Nicolai Boilesen, Viktor Fischer, Lasse Schöne en Christian Poulsen had hij het als jong talent niet eenvoudig in zijn beginperiode. “Nadat ik mijn contract had getekend bij Ajax, begon ik spontaan te huilen. Ik moest plotseling mijn vertrouwde omgeving achterlaten", zei Andersen onlangs tegen Tipsbladet. "Toen ik mijn koffers naar het vliegveld droeg, kwam alles bij me binnen. Mijn reis was begonnen. Ik woonde niet langer thuis, maar helemaal alleen, in een vreemd land. Plotseling is er geen familie om je heen, zijn je vrienden ver weg. Ik ben een familiemens en enorm sociaal, dus dat was voor mij heel moeilijk. Ik kwam na een training thuis en zag alleen maar meubels. Soms zag ik dagen niemand."
Andersen verscheen bij Ajax op de radar via John Steen Olsen, de scout die aan de basis stond van de komst van meerdere Scandinavische voetballers naar Amsterdam. Onder meer Zlatan Ibrahimovic, Eriksen en later Kasper Dolberg werden op zijn advies door Ajax aangetrokken. In zijn eerste twee seizoenen kwam Andersen slechts tot een handvol wedstrijden. 2014/15 moest zijn seizoen worden. Hij had immers twee jaar de tijd gehad om gewend te raken aan Ajax. Dat seizoen verliep redelijk, maar niet zoals gehoopt. Mede door de aanwezigheid van spelers als Davy Klaassen en Riechedly Bazoer bleef hij steken op 27 competitiewedstrijden, waarvan 19 als basisspeler. “Het jaar dat ik begon te spelen werd Ajax voor het eerst geen kampioen”, vertelde Andersen eerder dit jaar aan Ajax Showtime. “Spelers werden een soort van opgeofferd en leden daar een beetje onder, omdat die grote spelers dus allemaal weg waren. En het is logisch dat iedereen teleurgesteld raakt als er niet gewonnen wordt.”
Hoewel Andersen een basisplaats veroverde bij Ajax, was hij nooit onbesproken. Toch kwam hij in beeld bij de Deense bondscoach Morten Olsen. De keuzeheer had een waslijst aan blessures toen hij voor de interlandperiode van november 2014 voor het eerst een beroep deed op Andersen. De multifunctionele aanvallende middenvelder maakte zijn debuut tegen Roemenië. Zijn eerste wedstrijd voor de nationale ploeg bleef beperkt tot slechts 26 minuten. Na een elleboogstoot moest Andersen het veld namelijk met een bebloede mond verlaten. In november 2015 speelde hij zijn tweede interland toen hij tegen Montenegro vlak voor tijd mocht invallen. Daarna verdween hij van de radar bij de Deense ploeg, want zijn spel bij Ajax was veel te wisselvallig. Hij liet slechts sporadisch zien waarom Ajax hem had aangetrokken, verloor zijn zelfvertrouwen en de steun van het Ajax-publiek.
In de zomer van 2015 werd het voor Andersen duidelijk dat hij niet hoefde te rekenen op veel speelminuten in het nieuwe seizoen. De Boer zag veel potentie in de Deen, maar dat kwam er tijdens de wedstrijden vrijwel nooit uit. “Ik denk dat het mentaal is”, zei de trainer in Het Parool over Andersen. “Mijn broer was de koning van het trainingsveld, maar in wedstrijden lukte hem niets. Hij moest eerst worden verhuurd aan FC Twente. Toen hij terugkwam, was hij een heel andere Ronald.” Met die gedachte in het achterhoofd werd Andersen tijdens de zomerse transferperiode van 2015 verhuurd aan Willem II. De Tilburgers deden die zomer veelvuldig zaken met Ajax, want ook Ruben Ligeon, Richairo Zivkovic en Lesley de Sa vertrokken op huurbasis naar het Koning Willem II Stadion. De deal van Andersen was speciaal, want hij werd betrokken in een deal die de komst van Frenkie de Jong mogelijk maakte. Het toenmalige talent maakte voor het symbolische bedrag van een euro en een doorverkooppercentage de overstap naar Ajax. Destijds een uitstekende deal voor Ajax.
In het shirt van Willem II groeide Andersen al snel uit tot vaste basisspeler en liet hij bij vlagen mooie dingen zien. In Tilburg stond hij minder onder druk en dat leek hem goed te doen. Hij was vaker trefzeker, gaf assists en was met zijn spel belangrijk voor de Tricolores. In november 2015 maakte hij zelfs een hattrick tegen FC Twente. "Natuurlijk heb ik wel twijfels gehad. Maar ik heb vrij snel laten zien dat dit een goede keuze was door vanaf de eerste dag beslissend te zijn", zei Andersen halverwege het seizoen 2015/16 tegenover de NOS over zijn verhuurperiode. Hij gaf aan het geluk en zelfvertrouwen teruggevonden te hebben in het team van Jurgen Streppel. Vanuit Ajax hoorde hij nauwelijks iets "Dat mis ik wel. Waarschijnlijk ga ik straks ook weer terug naar Ajax, dus het zou wel leuk zijn om af en toe contact te hebben met hen." Ondanks een behoorlijk seizoen en een doorlopend contract tot medio 2018 wist Andersen dat zijn toekomst waarschijnlijk niet in Amsterdam lag. "Als zij graag met mij door willen en het gevoel is goed, dan ga ik terug. Maar van mij hoeft het niet per se. Als ik terug moet, ga ik strijden voor een basisplek."
Andersen deed het niet onaardig in Tilburg, maar wist uiteindelijk niet écht te overtuigen. De concurrentie op het middenveld van Ajax was intussen behoorlijk toegenomen met namen als Nemanja Gudelj, Carel Eiting, Abdelhak Nouri, Frenkie de Jong, Lasse Schöne, Hakim Ziyech, Davy Klaassen en Donny van de Beek. Een definitieve breuk was onafwendbaar en begin juli 2016 werd bekend dat Andersen door Ajax aan het Zwitserse Grasshoppers werd verkocht. Directeur spelerszaken Marc Overmars sloot een deal voor anderhalf miljoen euro inclusief een doorverkooppercentage. Met deze deal was zijn oude club Aalborg BK ongelukkig, want bij de verkoop van Andersen aan Ajax bedong de Deense club namelijk een doorverkooppercentage van vijftien procent die pas in werking zou treden bij een transfersom van hoger dan anderhalf miljoen euro. Aalborg moest genoegen nemen met een solidariteitsbijdrage van twintigduizend euro.
Zijn eerste seizoen in Zwitserland was wisselvallig. In de competitie startte hij 28 keer in de basis, maar werd hij 16 keer vroegtijdig naar de kant gehaald. Pas in zijn tweede seizoen groeide Andersen uit tot een vaste waarde. In de jaargang 2018/19 raakte Andersen, die gedurende zijn tijd bij Grasshoppers in alle competities bleef steken op elf doelpunten, al snel zijn basisplaats kwijt. Hij vreesde tussen wal en schip te geraken en dus koos hij voor een vertrek. "Hoewel ik er een goede tijd heb gehad, wilde ik meer speelminuten maken”, verklaarde Andersen nadat hij in de zomer van 2018 op huurbasis de overstap maakte naar Aalborg BK, de club die hij op jonge leeftijd vol verwachtingen verliet voor Ajax. Hij was weer thuis en dat deed hem goed. Andersen was inmiddels 24 jaar en wilde als volwassen speler zoveel mogelijk minuten maken. Door zijn tijd in Nederland en Zwitserland bracht hij veel ervaring mee naar Aalborg. “Ik heb veel geleerd in de landen waar ik heb gespeeld en dat probeer ik hier nu door te geven”, zei hij later. “Het is leuk om die ervaring over te brengen op de jongen jongens in ons team die nog niet in het buitenland zijn geweest.”
In het shirt van Aalborg is Andersen inmiddels een dragende kracht. Hij vond vaker het net en leverde regelmatig assists. De ex-Ajacied bloeide op, groeide uit tot leider en kreeg de aanvoerdersband om zijn arm. Hij speelt vaak als aanvallende middenvelder of linksbuiten. Andersen is opgeleefd in eigen land en nadat hij in 2016 zijn derde interland speelde, werd hij vorige maand eindelijk weer uitgenodigd voor de nationale ploeg. “Hij doet het fantastisch in de Deense competitie, dus willen we hem van dichtbij zien”, zei bondscoach Age Hareide over de uitnodiging van Andersen. Op 15 oktober was zijn invalbeurt tegen Luxemburg (4-0 winst) een bevestiging dat hij de weg naar boven is ingezet.
Andersen is weer de koning van Aalborg, kopte Ekstrabladet drie dagen na zijn rentree in het Deense shirt. Niet voor het eerst dit seizoen was hij beslissend voor Aalborg. In de wedstrijd tegen Odense BK tekende hij voor het enige doelpunt van de wedstrijd. Tipsbladet schreef ook lovend over het optreden van Andersen. “Het is steeds hetzelfde verhaal sinds Andersen terugkeerde bij AaB. Opnieuw was hij de beste speler van Aalborg. Andersen heeft aanvallend de ideeën in huis, doet verdedigend zijn werk en maakt het verschil met zijn doelpunten. Aalborg is een compleet ander team als Lucas Andersen op het veld staat.”
De Deense competitie is inmiddels twaalf wedstrijden onderweg en de teller van Andersen staat al op zes doelpunten en vier assists. Ook zijn andere statistieken zijn indrukwekkend. De aanvallende middenvelder heeft een passnauwkeurigheid van 82 procent in de competitie en werd pas twee keer vroegtijdig naar de kant gehaald. Wanneer Andersen op dezelfde manier door blijft gaan, zullen aanbiedingen niet uitblijven, weet hij zelf ook. Afgelopen zomer werd hij al gelinkt aan FC Kopenhagen. De Deense topclub had Robert Skov voor tien miljoen euro verkocht aan TSG Hoffenheim en Andersen kwam in beeld als vervanger. “Wij zijn niet van plan om hem te verkopen”, reageerde sportief directeur Allan Gaarde stellig tegenover BT. “We hebben hem voor vijf jaar vastgelegd en hij is onze leider.”
Andersen lijkt voorlopig zelf ook niet te azen op een vertrek. “Ik heb vorig seizoen goed gespeeld en daar wil ik dit jaar op voortborduren. Als ik dat doe, dan komen er ook weer nieuwe mogelijkheden voor een buitenlands avontuur”, aldus Andersen afgelopen zomer tegen Ajax Showtime. Een nieuwe poging bij Ajax gaat hij op voorhand niet uit de weg. “Ajax mikt nu natuurlijk op spelers van een wat hoger niveau dan eerst, maar ik zou niet weten waarom iemand nee zou zeggen tegen Ajax. Ik zou het leuk vinden om ooit terug naar Amsterdam te gaan.”