‘Er zijn nog altijd bloedfanatieke supporters, die niet blij zijn met Vermeer’
Kenneth Vermeer heeft zich in een half jaar tijd vrijwel onmisbaar gemaakt bij Feyenoord. Vlak voor het sluiten van de markt stapte de doelman over van Ajax, waar hij reservekeeper was, naar de aartsrivaal uit Rotterdam-Zuid. Fred Rutten wilde Erwin Mulder graag vervangen en Martin van Geel slaagde erin, Vermeer op te halen bij de regerend kampioen. Inmiddels heeft iedereen gezien dat de transfer verstandig is geweest.
Vermeer verrichtte al de nodige goede reddingen bij Feyenoord en probeert bovendien de winnaarsmentaliteit te vergroten. Het Algemeen Dagblad schrijft zaterdag dat de keeper na zijn komst naar De Kuip apart werd genomen en te horen kreeg, dat hij het gevoel van ‘winnen, winnen, winnen’ moest implementeren in de spelersgroep. Jordy Clasie en Karim El Ahmadi zijn erg te spreken over hun teamgenoot.
Clasie zegt dat Vermeer ‘in alle opzichten’ erg belangrijk is voor het elftal en El Ahmadi merkt op, dat Vermeer een op en top professional is. Ook de supporters zijn te spreken over de doelwachter, al blijven er altijd fans die het allemaal liever anders hadden zien gaan. Ron Smit, voorzitter van de officiële supportersvereniging van Feyenoord (FSV), zegt dat niet alle koppen in het Legioen de komst van Vermeer als een succes zien.
“Er zijn nog altijd bloedfanatieke supporters van Feyenoord, die niet blij zijn dat Vermeer in ons shirt speelt. Zoals destijds in 1984 ook lang niet iedereen blij was met de aanwezigheid van Johan Cruijff in De Kuip. Hoe zich dat dan uit? Die mensen klappen bijvoorbeeld niet bij een knappe redding, zoals afgelopen zondag tegen FC Twente, bij een kopbal van Jesús Corona. Maar dat deel van de supporters is niet heel groot”, benadrukt Smit in de ochtendkrant.
Smit zelf is positief over de inzet en bijdrage van de 29-jarige Vermeer. Die hield in zeven van zijn veertien Eredivisieduels ‘de nul’ voor Feyenoord en laat zich horen, als het nodig is. “Kenneth blijkt ook een heel normale jongen en is duidelijk niet naar De Kuip gekomen met typisch Amsterdams popiejopiegedrag. En dat acteert hij niet, hij is gewoon zichzelf”, vindt Smit.