voetbalzone

‘Er zijn genoeg fans die shirtjes hadden gekocht met Seedorf achterop’

Chris Meijer06 aug 2019, 14:28
Laatst bijgewerkt: 06 aug 2019, 14:28
Advertentie

Sherwin Seedorf was pas net achttien toen hij besloot om Nederland achter zich te laten en het voetbalgeluk in Engeland te beproeven. Aan de andere kant van Het Kanaal moest de geboren Rotterdammer razendsnel volwassen worden om het profvoetbal te bereiken. Nu, drie jaar later, staat het seizoen van zijn definitieve doorbraak voor de deur. Seedorf verruilde Wolverhampton Wanderers deze zomer voor Motherwell en hoopt in Schotland zijn nog prille loopbaan te lanceren.

Door Chris Meijer

Het kostte Seedorf iets langer dan een halfuur om de harten van de fans van Motherwell te veroveren. In de eerste officiële wedstrijd voor de Schotse club, in de groepsfase van de League Cup tegen Queen of the South (0-3 zege), luisterde hij zijn invalbeurt kort voor tijd op met een doelpunt, door haast vanaf de achterlijn de bal in de kruising te schieten. Direct rolde zijn naam vanaf de tribunes van het Palmerston Park, waar de fans van Motherwell in grote getalen aanwezig waren. Nog geen week eerder was Seedorf gepresenteerd als aanwinst van the Steelmen, die hem overnamen van Wolverhampton Wanderers. De 21-jarige aanvaller verkoos een dienstverband bij Motherwell boven aanbiedingen vanuit de Engelse League One, Italië en Kroatië. “In financieel opzicht waren die opties interessanter, maar het gevoel was niet echt goed. Op deze leeftijd wil ik nog niet voor het geld kiezen. Eerder deze zomer was er ook een club uit de Championship geïnteresseerd, maar zij kwamen er niet uit met Wolverhampton Wanderers”, vertelt Seedorf in gesprek met Voetbalzone.

De beoogde speelstijl van manager Steve Robinson gaf voor Seedorf uiteindelijk de doorslag. “We voetballen een beetje op de Nederlandse manier. 4-3-3, met buitenspelers en opbouwen van achteruit. Dat is iets anders dan de lange bal, iets dat hier normaal is. Het ligt mij ook beter, honderd procent. Dit is wat een buitenspeler wil, hoog staan, drukzetten, de ballen krijgen en een-op-een een mannetje opzoeken: dat zijn mijn sterke punten. Als een coach vertelt dat hij met buitenspelers speelt, ben je gelijk geïnteresseerd”, zo legt hij uit. Motherwell is een vaste waarde in de Schotse Premiership en eindigde vorig seizoen als achtste. “Volgende week spelen we tegen Celtic, dan begint het echte werk. Dat zijn de wedstrijden waarnaar je uitkijkt, ik heb het daar al wel even met mijn nieuwe ploeggenoten over gehad. Iedere club heeft zijn eigen fans, maar wedstrijden tegen Celtic, Aberdeen en Rangers zijn gewoon crazy. Dan sta je ineens voor tienduizenden supporters, dat is iets waar ik eigenlijk altijd van gedroomd heb.”

In eerste instantie was Seedorf deze zomer nog niet bezig met een vertrek bij Wolverhampton Wanderers. De aanvaller werd begin juli door manager Nuno Espirito Santo opgenomen in zijn selectie voor een trainingskamp op St George’s Park, het nationale trainingscomplex van Engeland. “Door het trainingskamp kreeg ik ook juist het idee dat ik heel dicht tegen het eerste elftal aanzat. Ik heb me goed voorbereid en ben meegegaan, maar het pakte niet uit zoals ik verwacht had”, vertelt Seedorf. Tijdens de trainingsstage, waarbij ook spelers als João Moutinho, Rúben Neves en Diogo Jota aanwezig waren, werd duidelijk dat de vleugelaanvaller niet in de plannen bij the Wolves voorkwam. Ondanks zijn tot 2020 lopende contract besloten beide partijen definitief afscheid van elkaar te nemen.

Was het een moeilijk besluit om Wolverhampton Wanderers definitief achter je te laten?
“Wolverhampton Wanderers is een Premier League-club, dus in dat opzicht was het wel een moeilijke stap om voor een definitief vertrek te kiezen. Maar als je niet verder kan komen dan de Onder-23, levert het uiteindelijk niet echt veel succes op. Ik heb goed met de club gesproken en daarna heb ik ervoor gekozen om verkocht te worden, ook al had ik graag willen blijven. Ik ben 21, dus ik moet in een eerste elftal gaan spelen en niet langer bij de Onder-23 zitten of uitgeleend worden.”

Je hebt de tweede seizoenshelft van vorig seizoen op huurbasis doorgebracht bij het Spaanse FC Jumilla, een satellietclub van Wolverhampton Wanderers. Zag je dat als een goede oplossing?
“Er waren ook clubs uit de League One en League Two die me wilden huren, maar Wolverhampton Wanderers wilde dat ik naar Jumilla ging. Er werd gezegd dat ik veel zou gaan spelen, maar dat heeft niet zo uitgepakt. Door blessures heb ik maar tien wedstrijden gespeeld. Ik was uiteindelijk blij dat ik terugkon naar Engeland. Niemand sprak Engels en het niveau was niet heel best, dus dat maakte het heel lastig. Nu zie ik het wel als een goede ervaring en qua leven heb ik genoten, want het was in januari al richting de dertig graden.”

Het vormde nogal een contrast met de huurperiode in de eerste seizoenshelft, bij Bradford City in de League One?
“Dat kun je wel zeggen. Bradford is echt een hele grote club, ik heb daar echt genoten. Er zaten wekelijks twintigduizend supporters op de tribune. Het was mijn eerste uitleenperiode, dus ik had direct zoiets van: wow, dit is nog League One. Laat staan hoe het in de Championship of Premier League is. Ik liep in die tijd in de supermarkt en dan kwamen supporters een handtekening vragen, dat was ik niet gewend. Het is heel anders, mensen willen met je op de foto. Daar komt ook wat druk bij kijken, maar daar moet je mee leven als je voetballer wordt. In mijn achterhoofd had ik ook wel: ik ben er nog niet. Aan de andere kant was dit wat ik echt wilde, het vormde een motivatie om door te gaan.”

Bij Bradford City kreeg Seedorf al snel in de gaten dat zijn achternaam voor nogal wat rumoer onder de supporters kan zorgen. “Fans spraken me daar direct aan om te vragen hoe het zit met Clarence. Hij is de oom van mijn oom, dus hele verre familie. Ik heb hem één keer in mijn leven ontmoet, toen ik jong was. Daarna nooit meer en toch word ik altijd gelinkt aan Clarence, alsof ik hem elke dag zie of spreek. Ik snap het wel, maar dat is niet het geval. Bijna iedereen vraagt: ‘Is hij je vader? Is hij je oom? Wat is het nou?’ Mensen denken dat ik even goed moet zijn als Clarence, of zelfs beter. Ik heb er al heel mijn leven mee moeten lopen, het zorgt voor druk en daarom heb ik het ook wel als last ervaren”, zegt Seedorf. Toch volgt er een bulderende lach als hij zich twee anekdotes voor de geest haalt. “Mensen vragen telkens aan me: ‘Wanneer komt hij kijken naar je wedstrijd?’ Ik heb zijn nummer niet eens, dus ik kan hem niet even bellen van: ‘Hé, kom je bij mijn wedstrijd kijken?’ Er zijn ook genoeg fans die shirtjes hadden gekocht met Seedorf op de achterkant, dat zag ik op social media of in berichtjes. Dan schrijven ze erbij: ‘We wachten tot zijn vader komt, dan laten we het shirt door hem signeren’. Dan denk ik: oh my god, die gaat nooit komen! Dat maakt het ook wel mooi, het zorgt voor aandacht.”

In tegenstelling tot zijn bekende familielid kende Seedorf een iets langere weg richting het profvoetbal. De geboren Rotterdammer speelde in de jeugdopleiding van Feyenoord, Excelsior en NAC Breda, alvorens hij zich vier jaar geleden besloot in te schrijven bij de Nike Academy. Tijdens de eerste trial bij het Amsterdamse AFC werd Seedorf uit honderd andere deelnemers gekozen. “Uiteindelijk werden er zes gekozen, terwijl ze in eerste instantie van plan waren om er vijf te selecteren. Ik dacht dat het al klaar was, maar op het laatste moment werd er gezegd: ‘We doen dit normaal niet, maar er wordt er nog eentje gekozen’. Toen werd mijn naam gezegd. Pff, ik was zo blij.” Seedorf overleefde vervolgens ook de tweede ronde en mocht voor de volgende trial naar Parijs, de voorlaatste horde richting de in Engeland gevestigde academie. “Ik heb tijdens de hele weg niks tegen mijn moeder gezegd, tot ik naar Parijs moest. Toen zei ik: ‘Mam, ik ga naar Frankrijk’. ‘Nee, je gaat helemaal niet naar Frankrijk’, reageerde ze in eerste instantie. Ik liet zien dat ik voor Nike Academy gekozen was en toen was ze ook heel blij. Nadat ik hoorde dat ik definitief gekozen was, ben ik naar boven gerend, heb ik gehuild en vertelde ik dat ik in Engeland zou gaan wonen. ‘Nee, je gaat eerst je school afmaken’, zei mijn moeder. Ik had geluk, want ik was net achttien geworden en kon vlak voordat ik naar Engeland zou gaan mijn diploma halen.”

Je hebt uiteindelijk bijna een jaar in de Nike Academy gespeeld. Hoe kijk je terug op die tijd?
“De eerste maanden had ik een beetje heimwee. Ik was net achttien en moest alles alleen doen, ik dacht: hoe moet ik dat allemaal doen? Toen heb ik mijn moeder gebeld en gevraagd hoe ik alles moest doen. Qua voetbal was het geweldig, we trainden op het nationale trainingscomplex. Soms stond de selectie van Engeland naar onze trainingen te kijken. We zaten met hen in de gym, zag ik Wayne Rooney en Jesse Lingard daar rondlopen. Dan gaven we elkaar even een handje, om even kennis te maken.”

voetbalzone

Had je verwacht dat op gegeven moment een club als Wolverhampton Wanderers zou komen?
“Eigenlijk niet, ook al heb ik tijdens mijn periode in de Nike Academy een aantal goede wedstrijden gespeeld. Tijdens een wedstrijd ben ik gesout, waarna ik twee weken stage heb gelopen. Voor die tijd was ik ook op proef geweest bij Derby County, maar Wolverhampton Wanderers kwam eerder met een bod. Na een week hadden ze al besloten dat ik mocht blijven. Het was geweldig daar. Ik had bij Feyenoord, Excelsior en NAC Breda in de jeugd gespeeld, maar dit was wel wat anders.”

Tijdens je eerste seizoen in de Onder-23 heb je ook een aantal keer met de eerste selectie meegetraind. Hoe heb je je ontwikkeld bij Wolverhampton Wanderers?
“Wat dat betreft heb ik niks te klagen. In de Onder-23 heb ik best veel gespeeld en van daaruit hebben ze me verder geholpen. De eerste keer dat ik met het eerste mocht meetrainen, was ik heel zenuwachtig, maar ik vond het niet echt heel lastig. Ik kon goed aanhaken, fysiek was het wel even lastig. Het pakte best wel goed uit, ik probeerde de fysieke duels een beetje uit de weg te gaan met mijn snelheid. Natuurlijk ging het wel wat sneller dan ik gewend was, maar het was ook weer niet zó lastig. Rúben Neves was er op dat moment ook, dat is echt een hele goede speler. Hij begreep wat ik wilde, dat hoefde ik niet eens te zeggen. Die steekpass van hem is echt niet normaal. Ik keek naar hen op, pff. Op gegeven moment worden het ook wel een beetje collega’s, daardoor was ik ook niet meer zenuwachtig.”

In hoeverre hebben je ervaringen in de Nike Academy geholpen om je weg richting het profvoetbal te vinden?
“In Nederland was de druk nog niet zo hoog. Dat was bij Nike wel anders, het zit in je achterhoofd dat als het minder gaat, je terug moet naar Nederland. Het was een hele zware tijd, maar daar leer je in mentaal opzicht heel veel van. Er was daar overal iemand voor, ze stomen je echt klaar voor het profvoetbal. Ze werken heel hard om die kant op te gaan. Daarom heb ik ook geprobeerd om de stap richting Engeland te maken, om hier verder mijn carrière uit te stippelen. Ik voelde dat ik het hier kon maken, dat was moeilijker in Nederland.”