‘Er lag een goed contract klaar en ik dacht: ik doe het gewoon’
Met 22 Nederlandse spelers bij elf verschillende clubs is de Championship begin augustus weer van start gegaan. Nooit eerder begon het seizoen op het tweede niveau in Engeland met zoveel Nederlanders, al is de competitie al jaren een populaire bestemming. Hoe is de Championship in financieel opzicht zo krachtig geworden? En wat trekt Nederlandse spelers precies naar de andere kant van Het Kanaal?
Door Chris Meijer
Een blik op de lijst met zomerse transfer verraadt dat er op financieel gebied in ieder geval genoeg te besteden is in de Championship. João Carvalho werd de duurste aankoop van de transferwindow, nadat Nottingham Forest vijftien miljoen euro had neergeteld om hem los te weken bij Benfica. Vorig seizoen legden Wolverhampton Wanderers (17,9 miljoen euro voor Rúben Neves) en Middlesbrough (17,1 miljoen euro voor Britt Assombalonga) soortgelijke bedragen op tafel. Spelers in de Championship krijgen volgens Deloitte gemiddeld wekelijks een bedrag van 10.998 pond bijgeschreven, omgerekend 12.312 euro. Dat is nog wel fors minder dan de Premier League, waar een gemiddeld weeksalaris 50.975 pond (57.063 euro) bedraagt. Afgezet tegen de Nederlandse Eredivisie wordt er in de Championship gemiddeld echter een stuk meer betaald. Volgens cijfers van de Federatie van Betaald Voetbal Organisaties (FBO) streken spelers in de Eredivisie in seizoen 2017/18 gemiddeld 278.500 euro op, wat neerkomt op een weeksalaris van 5356 euro.
Hoe is het te verklaren dat clubs in de Championship zoveel meer geld te besteden hebben? Het eerste verschil zit in de televisiegelden, al is dat waarschijnlijk te verwaarlozen. De English Football League (EFL) ontvangt volgens the Guardian jaarlijks 90 miljoen pond, omgerekend 100,8 miljoen euro. Dat bedrag moet verdeeld worden over alle 72 clubs in de Championship, de League One en de League Two, al ontvangen de clubs op het tweede niveau van het Engelse voetbal het grootste deel. Vanaf 2019 zullen de clubs een bedrag van 120 miljoen pond (134,3 miljoen euro) verdelen. Daarbij komt nog dat de degradanten uit de Premier League een seizoen eerder een veelvoud van dit bedrag ontvingen aan televisiegelden, aangezien er op het hoogste niveau miljarden verdeeld worden. De clubs in de Eredivisie ontvingen in seizoen 2017/18 samen een bedrag van 70,7 miljoen euro aan televisiegelden.
Volgens cijfers van Deloitte draaiden de 24 clubs in de Championship in seizoen 2016/17 samen een omzet van 842 miljoen euro. Alleen in de Premier League, LaLiga, de Serie A, de Bundesliga en de Ligue 1 werd er in Europa meer geld verdiend. Met deze totale omzet laat de Championship onder meer de Turkse Süper Lig (734 miljoen euro), de Russische Premjer Liga (701 miljoen euro), de Eredivisie (451 miljoen euro), de Portugese Primeira Liga (366 miljoen euro) en de Schotse Premier League (211 miljoen euro) achter zich. Een deel van dat verschil zit in de publieke belangstelling: gemiddeld kwamen er in seizoen 2016/17 in de Championship 20.119 toeschouwers naar het stadion. Dat is meer dan in Turkije (8380), Rusland (11.415), Nederland (19.094), Portugal (11.841) en Schotland (14.058). Het grootste gedeelte van de totale omzet van de Championship-clubs (dertig procent) komt voort uit de zogenaamde parachute payments.
Degradanten uit de Premier League ontvangen in hun eerste seizoen in de Championship een bedrag van 45 miljoen euro. Als deze clubs er daarna niet in slagen om te promoveren, incasseren ze in het tweede seizoen 39 miljoen euro en in het derde seizoen 17 miljoen euro. Deze parachute payments bedroegen in seizoen 2016/17 totaal maar liefst 250 miljoen euro. Voorheen ontvingen de degradanten vier seizoenen lang deze betalingen, maar vanaf dit seizoen is de periode verkort tot drie jaar. Alleen de parachute payments verraden al de gigantische financiële jackpot die de Premier League kan vormen. De waarde van promotie naar het hoogste niveau wordt alleen al geschat op 336 miljoen euro, laat staan als een club zich een aantal jaar kan handhaven in de Premier League.
Dit maakt clubs in de Championship bijzonder interessant voor investeerders. The Guardian vergelijkt het kopen van een club op het tweede niveau met het aanschaffen van een pand in een opkomende wijk. Clubeigenaren zien in Championship-clubs potentiële geldmachines, indien promotie naar de Premier League wordt bewerkstelligd. De clubs op het hoogste niveau van het Engelse voetbal zijn praktisch niet meer te betalen, waardoor investeerders zich de afgelopen jaren in de Championship genesteld hebben. Vrijwel iedere club is in handen van een vermogende eigenaar, die bereid zijn om de nodige risico’s te nemen om te promoveren. In seizoen 2016/17 draaiden 19 van de 24 clubs verlies. “De veranderende dynamiek in de Championship kan in de toekomst tot meer stabiliteit leiden, maar het zal tijd kosten voordat clubs zonder de financiële steun van eigenaren kunnen”, schrijft Deloitte.
“Omdat er zoveel geld in de Championship omgaat, worden er makkelijk keuzes gemaakt: om trainers te ontslaan, om zomaar nieuwe spelers te kopen voor zoveel miljoen of een hele nieuwe structuur aan te leggen, zoals ik bij Norwich City heb meegemaakt. Als je altijd speelt, maakt het niet zoveel uit. Maar als je door een trainer gehaald bent en hij wordt een maand later ontslagen, is dat wel lastig”, legt Yanic Wildschut uit in gesprek met Voetbalzone. De 26-jarige vleugelaanvaller speelt sinds 2014 in Engeland, nadat hij sc Heerenveen verruilde voor Middlesbrough. Wildschut kwam vervolgens uit voor Wigan Athletic, Norwich City, Cardiff City en is momenteel door the Canaries verhuurd aan Bolton Wanderers. Boro wilde Wildschut in 2012 nadat hij één seizoen voor VVV-Venlo had gespeeld al hebben, maar hij vond het op dat moment nog te vroeg voor de overstap naar het buitenland.
“Ik wist op gegeven moment dat ik in Nederland niet zoveel zou gaan spelen en Middlesbrough kwam er heel snel uit met Heerenveen. Er lag een goed contract klaar en ik dacht: ik doe het gewoon. Vier jaar later heb ik nog geen spijt gehad van die keuze”, zegt de vleugelaanvaller. Joey Pelupessy speelt inmiddels ruim een halfjaar in de Championship, nadat hij Heracles Almelo verruilde voor Sheffield Wednesday. “Je hebt echt een stuk of tien teams die naar de Premier League willen en sommige clubs stoppen er erg veel geld in. Wednesday heeft dat in het verleden ook gedaan, meen ik. Het competitiegevoel is zo groot, iedereen kan van elkaar winnen. Ik vind het alleen maar mooi dat zulke teams in onze competitie zitten en ik zie het als een uitdaging om tegen sterke tegenstanders te spelen, want als voetballer wil je toch het hoogst haalbare bereiken. Onze promotiekansen zijn misschien minder, maar het is wel een mooie uitdaging om voor een plaats in de play-offs te gaan."
“Ik had altijd in mijn hoofd om in de zomer een transfer te maken, omdat het iets meer rust geeft. Je kan er dan naartoe werken en hebt een lange voorbereiding van een aantal weken, waardoor je meer tijd hebt om je aan te passen. Dat is het ideale als je een stap maakt”, vervolgt Pelupessy. Hij zag transfers naar FC Utrecht en New York City afketsen, waarna Sheffield Wednesday zich bij Heracles Almelo meldde. “Ik had nog een halfjaar contract bij Heracles en er speelde wat dingen: FC Utrecht en New York City. De clubs kwamen er beide keren niet niet uit, waardoor ik dacht: zoveel kansen gaan er misschien niet meer komen. Bij Sheffield Wednesday had ik het gevoel dat ze me heel graag wilden hebben en ze wilden er ook alles voor doen om mij in januari te halen.”
“Als een club zo gretig is en ze je het gevoel geven dat ze je graag willen hebben, geeft dat een goed gevoel. Als het goed gaat, kan je dan een belangrijke speler worden en dat hebben ze ook voor ogen. Ze wilden er ook zo snel mogelijk uitkomen met Heracles, binnen een paar dagen”, zegt de 25-jarige middenvelder, die spreekt van een ‘geweldige stap’. “Als ik moet kiezen tussen FC Utrecht, New York City of Sheffield Wednesday, had ik sowieso voor Wednesday gekozen. Engeland is een fantastisch voetballand, het is altijd een droom geweest om hier te spelen. Ik heb eigenlijk niet getwijfeld toen Wednesday kwam, ook al ben ik van mezelf best wel een denker en iemand die alles goed afweegt. Ik had direct het gevoel dat ik hier naartoe wilde gaan en ik ken mezelf het beste, dus het zegt genoeg als ik er zo over denk. Ik heb veel met mijn familie en zaakwaarnemer gepraat en voor iedereen was het positief.”
Voor Jordy de Wijs ging er met zijn overstap naar het Engelse Hull City een kleine droom in vervulling. “Je droomt van grotere dingen, dus een droom is misschien een beetje overdreven. Maar dit is altijd een doel geweest en dit is de juiste stap op het juiste moment. Van kleins af aan keek ik veel naar Engels voetbal. Het was een doel om naar Engeland te gaan. Als je bij een club kan spelen die twee jaar geleden nog Premier League heeft gespeeld, is dat alleen maar mooi”, stelt de 23-jarige verdediger, die PSV verliet voor een avontuur in de Championship. De Wijs gaf in mei al aan dat hij een overstap naar Engeland ‘prachtig’ zou vinden. “Voor elke speler die de keuze heeft om naar de Championship te gaan, zou ik het aanraden om daar zeker nog een keer over na te denken. Ik durf wel te zeggen dat je het als speler in de Championship beter hebt dan in de Eredivisie.”
“Hull is een hele grote en professionele club, die er alles aan doet om iedere speler fit te houden en beter te maken. Ze hebben een super stadion, alles is top. Ik sloot aan op trainingskamp en dan heb je nog niet echt een idee hoe het er in Engeland aan toegaat. Als je dan de eerste weken zo in Engeland zit, dan denk je bij jezelf: kijk, dit is wel een aardige stap die ik heb gemaakt en ik zit wel bij een hele grote club”, vertelt De Wijs over Hull City, dat in seizoen 2016/17 degradeerde uit de Premier League en vorig jaar als achttiende eindigde in de Championship. “Ik denk dat Hull City misschien wel te vergelijken is met, of zelfs groter is dan, PSV. Veel mensen onderschatten de competitie misschien, omdat ze denken dat dit het tweede niveau van Engeland is. Maar er spelen gewoon hele goede teams en hele goede spelers in de Championship, dat moet je niet onderschatten. Ik denk dat het logisch is dat veel Nederlandse spelers voor deze competitie kiezen.”
In deel twee, dat zondag 26 augustus verschijnt, vertellen Wildschut, Pelupessy en De Wijs over onder meer het niveau en de charme van de Championship en het grote verschil met de Eredivisie.