‘Er is maar één iemand die kan weten of het expres was: Sergio Ramos’
Loris Karius was afgelopen seizoen nog de eerste keus onder de lat bij Liverpool, maar na de komst van Alisson koos de Duitser eieren voor zijn geld en maakte hij de overstap naar Besiktas. In Istanbul hoopt de doelman de herinnering aan de verloren Champions League-finale tegen Real Madrid, waarin hij twee keer flink in de fout ging, van eerder deze zomer van zich af te kunnen spelen en de blik weer op te toekomst te kunnen richten.
“Vorig seizoen was een superseizoen, dat een ongelukkig einde kende”, begint Karius in gesprek met BILD. De sluitpost werd in de finale van het miljardenbal al vroeg in de wedstrijd hard geraakt door een elleboog Sergio Ramos, maar wil dat niet als excuus gebruiken: “Ik weet niet of hij het bewust deed. Dat maakt mij persoonlijk ook niets uit. Eén iemand kan dat maar weten: Sergio Ramos. Ik ben onderuitgegaan en dacht daarna meteen: ‘Wat is er aan de hand?’ Van de scheidsrechters kwam er geen reactie en ik had zoveel adrenaline in mijn bloed dat ik meteen door wilde.”
“Achteraf is vastgesteld dat ik een hersenschudding had en dat mijn ruimtelijk inzicht was aangetast. De club heeft mij door een specialist laten onderzoeken. Nogmaals: ik wil het niet als excuus gebruiken. Ik heb het hele seizoen constant gepresteerd en daarom kan wel gezegd worden: onder normale omstandigheden zijn deze fouten niet te verklaren”, vervolgt hij zijn verhaal. “Of Ramos later zijn excuses heeft aangeboden? Ik geloof niet dat hij mij nummer heeft. Hij is een harde speler, maar ik heb niets tegen hem persoonlijk.”
Liverpool versterkte zich vervolgens deze zomer met een doelman van zeventig miljoen euro, maar dat neemt Karius trainer Jürgen Klopp niet kwalijk: “Onze relatie is super, hij heeft mij nooit verwijten gemaakt. De druk vanuit de media en de achterban werd echter zo groot dat Liverpool moest reageren. Voor mijn situatie was dat niet goed, maar zo gaat het in het voetbal. Ik had bij Liverpool kunnen blijven en een paar wedstrijden kunnen spelen, maar ik wilde de nummer één zijn en regelmatig spelen. Er is niet tegen mij gezegd dat ik weg moest, het was geen vlucht uit Liverpool. Ik heb met iedereen nog een goede relatie.”