voetbalzone

‘Er gingen verhalen dat de nieuwe lichtmasten zijn betaald uit mijn transfer’

Kevin van Buuren29 dec 2023, 15:15
Laatst bijgewerkt: 29 dec 2023, 15:15
Advertentie

Voetbalminnend Nederland krijgt vaak hetzelfde menu voorgeschoteld: ‘de grote drie’ en respectievelijke bijgerechten. Daarom neemt Voetbalzone dit seizoen een Kijkje in de Keuken Kampioen Divisie. Met behulp van de archieven en een zorgvuldig geselecteerde clubexpert zetten we de minder belichte Nederlandse clubs in de spotlight. Deze editie biedt een kijkje in de keuken van FC Emmen, de club die na de komst van een toen nog anonieme spits vooruit vloog.

Door Kevin van Buuren en Labib Bitchou

Voorafgaand aan het seizoen 1985/86 verandert Emmen eindelijk in een echte voetbalstad. De plaatselijke club, FC Emmen, die zestig jaar eerder werd opgericht, treedt toe tot het professionele voetbal van de eerste divisie. Daarmee is het ook de enige club die provincie Drenthe vertegenwoordigt in de hoogste regionen van Nederland. De stap blijkt zwaarder dan gedacht, en in de tweede jaargang is er al een lening nodig om een faillissement af te wenden. Sportief speelt het nauwelijks een rol, totdat de clubleiding drastische maatregelen neemt.

Nadat de prestaties jarenlang tegenvallen besluit het bestuur in 1989 een aantal spelers met Eredivisie-ervaring aan te trekken. Daarmee eindigt de club plots als zevende, waarna de mysterieuze krachten van het voetbal eindelijk hun werk lijken te doen. Al hebben ook die de tijd nodig om de jonge club op gang te krijgen. Over de ‘teleurstellende’ twaalfde plek in het seizoen 1990/91 schrijft de club: “Trainer Ben Hendriks werd weggewerkt. Positief was eigenlijk alleen de komst van ene Michel van Oostrum.” Na zijn Ajax-opleiding komt de aanvalsleider via Telstar, PEC Zwolle en Old Boys Basel in Emmen terecht.

voetbalzone

'Ene Michel van Oostrum'
De komst van de Amsterdammer blijkt de laatste goede daad van Ben Hendriks geweest. Een beklonken transfer die nog lang na zal echoën in de Vlinderstad, zoals het ooit werd genoemd, naar de vlindertuin van het lokale Dierenpark Emmen. “Ben wilde mij twee seizoenen eerder al naar Emmen halen, maar eerlijk gezegd had ik daar niet zo’n zin in”, vertelt Van Oostrum tegenover Voetbalzone. De club bezit in die tijd nog geen enkele allure. Maar in 1990 kan gezegd worden dat de club uit de vlinderstad de vorm van een ietwat meer belovende cocon heeft aangenomen. “Er stond bijvoorbeeld nog maar één tribune. Uiteindelijk is dat allemaal ten goede veranderd.”

Ondanks de twaalfde plek en het ontslag van Hendriks, kerft Van Oostrum zijn naam in het geheugen van de stad. Hij scoort liefst 24 keer. De oud-spits kan er nog om lachen. “Of het team om mij heen werd gebouwd? Nee, het was zoeken. Wie in de spits, wie links, wie rechts. Het werd een beetje een georganiseerde chaos, wat blijkbaar erg goed liep.” Een andere factor in die chaos is Jan de Jonge. De geboren Emmenaar scoort zestien keer en is mede-uithangbord van de club. “Hij was een harde werker met de absolute wil om te winnen”, herinnert Van Oostrum zich. “Wat altijd blijft hangen: hij was een penaltynemer. Ik was dat niet, maar als ik een hattrick kon maken gaf hij regelmatig een penalty aan me. Dat is wel bijzonder voor iemand die ook graag goals maakt.”

Terwijl Van Oostrum de seizoenen erop respectievelijk nog eens twaalf en elf goals maakt, blijft FC Emmen op de vlakte in het nationale voetballandschap. Na een achttiende plek in 1992 eindigt de club het volgende jaar als elfde. Verschillende spelers, waaronder Van Oostrum, worden noodgedwongen verkocht om de financiële balans te bewaren. “Als speler krijg je dat niet echt mee”, vertelt de voormalig goaltjesdief. “Er gingen verhalen over faillissement, maar er is mij ook wel eens verteld dat de nieuwe lichtmasten betaald zijn uit mijn transfer. Ik weet het niet.”

‘Alles ging groeien’
Tijdens zijn afwezigheid blijft de club zich ontwikkelen in de middenmoot van de eerste divisie. Van Oostrum keert uiteindelijk terug in 1995, wanneer ook trainer Azing Griever wordt aangesteld. De oud-doelman van Heerenveen en FC Groningen ruilt zijn functie bij Heracles Almelo in voor de rood-witten. “Ze zeggen wel eens dat je een keeper geen trainer moet maken. Daar ben ik het grotendeels mee eens, maar hij is een uitzondering”, zegt Van Oostrum. “Van 1995 tot 2000 was mijn mooiste periode. Alles is gaan groeien. De nieuwe oosttribune kwam, vervolgens nog twee achter de goals. We begonnen dat jaar met gemiddeld 2.000 toeschouwers, in de winterstop waren het er 7.500. We hadden iedere week volle bak en hebben hier legendarische wedstrijden gespeeld”, haalt hij de tijden terug in het stadion de Oude Meerdijk.

voetbalzone

Onder Griever volgt er bij Emmen een totale cultuuromslag. “We gingen twee keer per dag trainen. Simpelweg trainen, aanwezig zijn, met je vak bezig zijn, zorgen dat je een team smeedt. Dat is wel een omslag geweest: zo hoor je betaald voetbal te spelen.” De omgetoverde mentaliteit binnen de club werd ook gezien aan de prestaties. Griever leidt de club in zijn eerste jaar naar een tweede plek, Michel van Oostrum maakt 26 goals. In 1996/97 volgen nog 25 doelpunten, genoeg voor plaats drie. In het laatste volledige seizoen bereiken Griever en zijn team opnieuw de derde plek, mede dankzij 18 goals van de superspits.

“Tijdens mijn eerste periode stonden we bekend om de bal naar voren raggen en zien waar het schip strandt. Al leverde me dat wel 24 goals op in het eerste jaar”, beschrijft Van Oostrum. “Maar onder Griever... Het positiespel kwam, uiteindelijk speelden we goed, aanvallend voetbal met veel kansen. Vergis je niet in de eerste divisie van toen. Heracles, Excelsior, Heerenveen een jaar, Cambuur, De Graafschap en AZ niet te vergeten. Het zijn allemaal clubs die daarna in de Eredivisie speelden of nog steeds spelen. Het was toch wel bijzonder dat wij in die periode het mooiste voetbal speelden.”

Ondertussen groeit de club in meerdere aspecten. “Als er iets gebeurt bij de club, moet je sportief én zakelijk mee. De spelers, sponsoren, het publiek, de organisatie. Dat is toen gebeurd.” Ook wanneer oud-speler De Jonge het roer van Griever overneemt, geraakt Emmen niet buiten de top vijf. Toch blijft een beloning ontbreken. “We wonnen meerdere periodetitels en speelden ieder jaar nacompetitie, maar we zijn vergeten te promoveren”, baalt Van Oostrum nog na. “We hadden vaak pech dat de eerste wedstrijd altijd uit tegen een Eredivisie-club was. Een keer werd AZ kampioen en wij niet. Dan ga je er met een naar gevoel in, maar uiteindelijk gaat het altijd om kwaliteit.”

Eindelijk promoveren
Nadat Van Oostrum in 2002 stopt, blijft hij de club als supporter volgen. Tegen zijn zin ziet hij ook dat de club het moeilijk heeft. Een nieuwe periode van dominantie blijft uit en in financieel opzicht balanceert Emmen meermaals op het randje. “Er is blijkbaar bestaansrecht voor een BVO in deze regio die op niveau presteert. Onbegrijpelijk dat het zo wegzakte. Het is kantje boord geweest, maar dan duiken er mensen op die de boel weer in leven krijgen, met als gevolg dat je een paar jaar Eredivisie speelt.”

In het seizoen 2017/18 lukt het de club dan eindelijk om de begeerde promotie te behalen. Na een 3-1 zege beëindigt Emmen de reeks van 33 jaar in de eerste divisie. “Toen heb ik meer interviews gegeven dan in mijn hele carrière ervoor. Maar ik zei altijd als grapje: ik stond niet op het veld.” In de drie jaar Eredivisie is een twaalfde plek de beste prestatie van Emmen, voordat het in 2021 weer degradeert. “Ik vind dat je daar wel op- of aanmerkingen over mag hebben. Dat jaar was er een behoorlijke selectie en begroting, daar kun je vraagtekens bijzetten. Uiteindelijk moet Emmen een stabiele club in de Eredivisie worden.”

voetbalzone

Na een nieuwe, direct volgende promotie en even snelle degradatie moest Emmen dit jaar weer afscheid nemen van de Keuken Kampioen Divisie. “Er staat een selectie die mee moet doen. Er zijn gearriveerde spelers die langer meelopen. Ze spelen verzorgd voetbal, aanvallend. De eerste twee promoveren en dat moet het doel zijn. Maar, je moet wel heel slecht zijn om in de eerste divisie geen nacompetitie te spelen.” Van Oostrum denkt dat de rest van Nederland Emmen ook liever terug ziet keren. “Emmen heeft een gunfactor, wat Heerenveen ook een tijd had. Het is altijd een topsfeer; 8.000 man die een feest maken. Er is nooit ellende, de supporters gedragen zich. Ze zeggen op z’n Drents ook wel: ‘Hier kom ik weg’, en dat laten ze zien”, besluit de oud-spits en huidig supporter van de club.