Engelse Super League-clubs betalen miljoenen; UEFA schort stappen op
Arsenal, Chelsea, Liverpool, Manchester City, Manchester United en Tottenham Hotspur betalen gezamenlijk 25 miljoen euro aan de overige clubs uit de nationale competitie, zo meldt de Premier League in een persbericht. Daarmee komen de zes grootmachten relatief goed weg: bij nieuwe overtredingen volgen veel zwaardere straffen, zo is afgesproken.
De Big Six besloten op 18 april samen met zes andere buitenlandse grootmachten de Super League op te richten. Met een besloten competitie hoopten de Europese topclubs meer inkomsten te genereren, maar de plannen leverden gigantisch veel weerstand op in de voetbalwereld. Ook de supporters van de oprichtende clubs tekenden fel protest aan tegen de Super League, waarna al snel werd besloten om de elitecompetitie in te trekken.
De zes Engelse initiatiefnemers maken individueel iets meer dan vier miljoen euro over aan de Premier League. Mocht een deelnemer uit de hoogste Engelse divisie opnieuw plannen beramen voor een nieuwe besloten competitie, dan kost dat die club in het vervolg dertig miljoen euro. Bovendien worden in dat geval liefst dertig punten in mindering gebracht in de Premier League.
In tegenstelling tot de Engelse clubs namen Barcelona, Real Madrid en Juventus geen afstand van de Super League. De UEFA dreigt met verstrekkende sancties tegen de laatstgenoemde drie clubs, maar heeft de juridische procedure tijdelijk opgeschort, zo laat de Europese voetbalbond weten. Het betekent dat Barça, Real en Juventus volgend seizoen zeker in de Champions League uitkomen. De clubs hangt nog altijd een uitsluiting van twee jaar voor Europees voetbal boven het hoofd, zo benadrukt de UEFA.