voetbalzone

Elia niet bang voor Ünder, Visca en Torun: ‘Concurrentie is altijd goed’

Yanick Vos12 jul 2017, 10:30
Laatst bijgewerkt: 12 jul 2017, 10:30
Advertentie

Eljero Elia ruilde Feyenoord onlangs in voor Medipol Basaksehir, de nummer twee van de Turkse competitie van vorig seizoen. Hij verliet Rotterdam met een KNVB Beker en landstitel op zak. “Het project is afgerond”, liet Elia weten na het behaalde kampioenschap. De dertigjarige buitenspeler wilde graag nog een keer naar het buitenland en koos voor Turkije. De eerste weken zijn hem goed bevallen bij zijn nieuwe club en Elia verwacht dat hij met zijn team mee kan doen om de titel.

Elia zegt goed opgevangen te zijn door zijn nieuwe ploeggenoten. “Met name aanvoerder Emre (Belözoglu, red.). Hij is heel aardig voor me geweest sinds ik hier ben en hij heeft me gezegd dat ik hem altijd kan bellen”, zegt de aanvaller in gesprek met AA. “Iedereen in de ploeg heeft me goed geholpen. Ik ben hier erg gelukkig. Als we erin geloven, kunnen we de Champions League bereiken.” Door de tweede plaats van vorig seizoen speelt Medipol Basaksehir in de voorrondes van het miljardenbal.

De Nederlandse buitenspeler ziet voldoende mogelijkheden bij zijn nieuwe club. “Vorig seizoen heeft de club op een haar na naast het kampioenschap gegrepen. En dat met een veel kleiner budget dan de andere clubs. Ook was de selectie niet zo breed als de concurrenten. Als je kijkt naar dit seizoen, dan is de nadruk meer gelegd op de breedte van het team”, aldus Elia, die vertelt dat hij zich goed heeft laten inlichten door Nigel de Jong en Jeremain Lens voordat hij naar Turkije vertrok.

Waar Elia in De Kuip zeker was van een basisplaats, krijgt hij op de flanken bij zijn nieuwe club concurrentie van spelers als Cengiz Ünder, Edin Visca en Tunay Torun. “Concurrentie is altijd goed”, stelt de buitenspeler, die de voorzetten moet afleveren op Emmanuel Adebayor en Mehmet Batdal. “Voor buitenspelers is het heerlijk om met zulke grote en sterke spitsen te spelen.”

In gesprek met het medium wordt ook het verval van het Nederlands elftal aangehaald. De 28-voudig Oranje-international kwam al jaren niet meer in actie voor de nationale ploeg. “De reden voor het verval is de nieuwe generatie. Er spelen nog maar weinig internationals van mijn generatie. Ik speelde met grote namen als Rafael van der Vaart en Giovanni van Bronckhorst, die zijn er niet meer bij. Er zij veel getalenteerde spelers, maar zij zijn nog niet op het gewenste niveau omdat ze niet wekelijks spelen bij hun ploeg of nog niet voldoende zijn ontwikkeld.”