voetbalzone

Eigen voetbalvolk eerst?

Koni07813 aug 2015, 15:31
Laatst bijgewerkt: 13 aug 2015, 15:31
Advertentie

De Premjer Liga is de laatste jaren een smeltkroes van culturen en nationaliteiten geworden en is er kwalitatief op vooruitgegaan. De nationale ploeg is echter niet beter gaan presteren en om Russisch talent met het oog op het WK van 2018 in eigen land niet te laten ondersneeuwen, heeft het Kremlin besloten om de limiet op buitenlandse spelers opnieuw in te voeren.

voetbalzone

Clubs uit de hoogste voetbaldivisie moesten vorig seizoen ten minste vier Russen opstellen, maar die 7+4-regeling zorgde niet voor de gewenste doorbraak van talenten. De Russische voetbalbond RFU gooide het roer daarom in overleg met de clubs om. In december jongstleden werd besloten de regeling te schrappen, waardoor Eredivisionisten dit seizoen zoveel mogelijk legionairs (buitenlanders) zouden mogen opstellen als zij willen. Dit besluit werd met name door kapitaalkrachtige clubs als Zenit Sint-Petersburg, CSKA Moskou en Lokomotiv Moskou met gejuich ontvangen.

De RFU, dat toentertijd onder leiding stond van Nikolay Tolstykh, had echter buiten het Kremlin om gerekend. Bijna nergens zijn politiek en sport zo met elkaar verweven als in Rusland en dat bleek ook wel weer toen het keizerlijk slot te Moskou zich al gauw kritisch begon uit te spreken over het verdwijnen van de 7+4-regel. “Deze maatregel is niet gericht op de ontwikkeling van de nationale voetbalsport, maar enkel op de ontwikkeling en verdere commercialisering van bepaalde clubs. Er moet iets veranderen, want Russen moeten meer en vaker spelen”, zei Igor Ananskikh, de voorzitter van het Doemacomité inzake Lichamelijke Opvoeding en Sport.

President Vladimir Putin sloot zich tijdens een ministerieel overleg bij de woorden van Ananskikh aan: “De sport in Rusland moet zich niet in zijn eigen sop laten gaar koken. Natuurlijk hebben we buitenlandse specialisten, trainers, medici en legionairs nodig, want fans willen topspelers- en specialisten zien. Echter: overmatige deelname van buitenlanders is allesbehalve bevorderlijk voor de ontwikkeling van de Russische sport en zijn teams.” Putin zette minister Vitaly Mutko aan het werk, die in april een wet liet aannemen waardoor het Ministerie van Sport in het voetbal, hockey en basketbal per direct een quotum voor buitenlanders kon instellen.

De onvrede van Putin kwam overigens niet eens voort uit het feit dat Sbornaya tegenviel op het EK van 2012 en het WK van 2014. Hij is immers geen voetbalfanaat en was naar verluidt vooral teleurgesteld in de vroegtijdige uitschakeling van de ijshockeymannen op de Olympische Winterspelen. Hij besefte echter dondersgoed dat voetbalminnend Rusland sinds de UEFA Cup-overwinning van Zenit in 2007/08 naar succes snakt en gaf Mutko toestemming om de 6+5-regel in te voeren. Het uitvoerend comité van de bond ging op 14 juli bijna unaniem akkoord, nota bene slechts drie dagen (!) voor de eerste competitiewedstrijd.

De clubs in de Premjer Liga werden opeens gedwongen hun transferbeleid drastisch te veranderen, aangezien zij niet meer ongelimiteerd buitenlanders mochten opstellen. Zenit-trainer André Villas-Boas sprak van de ‘doodsteek’ voor het Russische voetbal: “Dit is het einde, dit is de slechtste beslissing die men kon maken. Als je Hulk, Axel Witsel en Javi García weglaat, wat blijft er dan nog over? Als een belangrijke buitenlander vanwege de limiet niet kan spelen, worden de anderen lui en worden zij niet gedwongen om te vechten voor hun plek.” José Rondón werd bijvoorbeeld de dupe van de regeling; hij verloor zijn basisplaats aan Artem Dzyuba en verkaste naar West Bromwich.

De restricties van de Financial Fair Play en de roebelcrisis (euro- en dollarsalarissen zijn bijna verdubbeld) leidden ertoe dat clubs geen grote aankopen kunnen doen en uitstekende spelers hun heil elders zoeken. Mathieu Valbuena stak er bijvoorbeeld met kop en schouders bovenuit bij Dynamo Moskou, maar is inmiddels terug in Frankrijk, bij Olympique Lyon. De limiet op legionairs lijkt dus helemaal niet het door het Kremlin gewenste effect te sorteren, want topspelers verlaten het land en wat schiet je ermee op als een speler als Mbark Boussoufa op de bank zit ten faveure van een simpele Russische voetballer als Aleksandr Kolomeytsev? De competitie wordt daar niet beter van en kans op Europees succes neemt af.

Bovendien: de Russen die goed genoeg zijn, zouden ook zonder de limiet aan spelen toekomen. Aleksey Miranchuk is een toptalent die altijd in de basis zal staan bij Lokomotiv Moskou, Igor Smolnikov van Zenit is de beste rechtsback van het land, Elmir Nabiullin is de toekomstige linkerverdediger van het nationale team en ook jongens als Oleg Shatov en Magomed Ozdoev hebben hun sporen inmiddels verdiend. Hun buitenlandse concurrenten zijn niet beter. De nieuwe bondscoach Leonid Slutsky kent bovendien alle Russische talenten door en door, dus hij weet heus welke spelers goed en gemotiveerd genoeg zijn om het te maken bij Sbornaya. Er komt gelukkig ook weer een goede lichting aan; Rusland haalde pas nog de finale van het EK Onder-19.

De intentie van een limiet op legionairs zal heus goed zijn, maar de herinvoering ervan is met het oog op het WK van 2018 een paniekreactie pur sang van het Kremlin. De afgelopen jaren hebben uitgewezen dat een quotum niet zorgt voor een kwaliteitsverbetering en waarom zou het nu dan wel lukken? Minister Mutko gaat het overigens nog bonter maken, want hij wil een salarisplafond invoeren voor de Premjer Liga. Spelers die jonger zijn dan 21 jaar mogen dan maximaal 2.100 euro per maand verdienen, spelers van 21 tot 23 jaar maximaal 4.300 euro en voetballers die ouder zijn dan 23 jaar moeten het doen met een maximum maandsalaris van 28.800 euro. Mutko hoopt hiermee de financiën van de clubs op orde te krijgen, maar vergeet dat hij het Russische voetbal hiermee verder uitholt.

De Premjer Liga zal bij een salarisplafond namelijk geen toppers meer kunnen aantrekken wanneer het maximum jaarsalaris op nog geen drieënhalve ton ligt. Om het niveau structureel naar een hoger plan te tillen, moeten Russische spelers mijns inziens durven en leren concurreren en samenspelen met grote spelers uit het buitenland. In de voetballerij geldt doorgaans het recht van de sterkste en dat zou in het Russische voetbal niet anders moeten zijn, maar helaas denkt men daar in het Kremlin anders over.