Een specialiteit. Creatie van een topkok
Hij heeft de uitstraling van een vedette, de lange haren wapperen in de wind. Coachende woorden richt hij aan zijn medespelers. Allemaal ouder. Een verwoestend schot spat uiteen op de paal, een splijtende pass wordt helaas niet op waarde geschat door de plaatselijke centrumspits. Kijkend naar deze training wordt het duidelijk dat er erg veel talent in deze jongen zit. Hij heeft werkelijk alles in zich om een ‘hele grote’ te worden. Alle ingrediënten heeft hij. Ook die speciale ingrediënten, wat voor hem het verschil kan maken tussen subtop en wereldtop.
Want sommige speciale ingrediënten moet je zelf toevoegen om de absolute wereldtop te halen. Ben je gezegend met de buitenaardse dribbeltechniek van Lionel Messi, dan is dit nauwelijks nodig. Heb je van nature de griezelige mentaliteit en reflex van Oliver Kahn, dan is het nog mogelijk te teren op alleen talent. Romario is hierin natuurlijk ook goed voorbeeld. Het natuurlijke talent droop er vanaf, hij hoefde nauwelijks extra te trainen en toch haalde hij de wereldtop van het voetbal. Deze sterren teren op hun aangeboren specialiteiten. Uiteraard hier en daar bijgeschaaft door middel van een portie training.
Niet iedere hedendaagse topvoetballer heeft aangeboren specialiteiten. Sommigen hebben toch een extra arbeid moeten leveren om te komen waar ze nu zijn. Roberto Carlos bijvoorbeeld, de voormalig linksback van Real Madrid en het nationale elftal van Brazilie had als handelsmerk zijn extreem harde knal in zijn linkerbeen. Een specialiteit wat hem belangrijk maakte, eentje die niet van nature in het ‘product’ Roberto Carlos zat. Ergens in de sloppenwijken van São Paulo trainde kleine Roberto elke dag met een kapotte voetbal zijn linkerbeen, maar dit was niet zomaar een kapotte voetbal, nee deze was gevult met zand van de Copacabana en weer ‘zorgvuldig’ dichtgenaaid door moeder Carlos. Al schoppend tegen een ‘loodzware voetbal’ ontwikkelde Roberto Carlos dinamiet in zijn linkerbeen. Het bleek een gevreesde specialiteit, vraag maar aan vele keepers.
Niet alleen Roberto Carlos heeft de wereldtop gehaald met hard, keihard trainen. Ook een knulletje uit Utrecht, Wesley Sneijder, trainde keihard aan zijn linkerbeen. Hij vulde alleen geen kapotte bal met zand, nee hij schopte een ‘gewone bal’ net zolang op het doel met zijn verkeerde been totdat hij er de controle over kreeg. Op deze manier ontwikkelde de linkervoet van Sneijder zich zó goed, dat het verschil met zijn natuurlijke rechtervoet nauwelijks meer zichtbaar was. Al zijn harde arbeid om de linkervoet zo sterk te maken, betaalde zich in een klap terug in de kwartfinales van de laatste editie van de Champions League. Chelsea uit, altijd lastig, werd door de kleine man uit Utrecht beslist nadat hij met een fenomenale pass Samul Eto’o liet scoren. De afzender van deze heroïsche pass was, inderdaad, zijn linkervoet.
Roberto Carlos en Wesley Sneijder. Het zijn twee voorbeelden van supersterren gecreëerd door hun eigen inspanning. Aangeboren talent hebben ze, anders kom je niet op dat niveau. Maar het ongekende talent dat de Messi’s en Ronaldinho’s van deze wereld hebben, nee, dat hebben ze ook niet. Maar hun absolute wil om verder te komen, hun enorme ‘drive’ om groot te zijn heeft hun geholpen dat te ‘creëren’ wat noodzakelijk is om een wereldster te worden. Zij creërden hun eigen specialiteit.
Terug naar het trainingsveld. De training is inmiddels afgelopen. De spelers druipen af. Het harde getik van stalen noppen op de tegels doet het geluid verstompen van een net genomen vrije trap. want daar staat hij nog. Die jonge gast met de wapperende haren. Zijn zwakke linkerbeen was de afzender, de rechterkruising de eindbestemming. Met een flinke glimlach pakt hij de volgende bal. Hij zét door. Hij gáát door. Dit kon toeval zijn en toeval moet je uitsluiten. Opnieuw de aanloop. Opnieuw het schot. Opnieuw de linker. Waar deze terecht kwam? Ik weet het niet. Het schot werd ontsiert door een optrekkende Audi. Ik draaide me net om. De plaatselijke centrumspits scheurt net weg.
Ondanks dat, zag ik dat het goed was. Ik zag dat hij goed was. Het talent heeft hij, de uitstraling en het verbale vermogen ook. Een vedette in spé. Aan de specialiteit wordt gewerkt. Met de ingrediënten in de vorm van een flinke ‘dosis’ doorzettingsvermogen en een flink ‘snufje’ spelvreugde zit het wel goed. Nu nog de taak om hiervan iets lekkers te creëren. Hoe de chefkok heet die hiervan een specialteit moet maken? Wie zijn ‘creatie' mogen wij over een aantal jaar aanschouwen? Die van Mats Rits, topkok in wording uit Antwerpen.