Edelenbos verklaart telefonisch ontslag NAC-icoon: ‘Niet zoals het hoort’
NAC Breda nam afgelopen vrijdag afscheid van assistent-trainer Rob Penders, die zijn vertrek bij de club telefonisch moest vernemen. Interim-directeur Nicole Edelenbos liet de clubicoon aan de telefoon weten dat er per direct geen ruimte meer voor hem was in de technische staf. In gesprek met BN DeStem geeft zij aan dat de manier waarop er afscheid is genomen van Penders niet juist is. Edelenbos had het graag anders gedaan. “Niemand is hier blij mee”, klinkt het.
Na het vertrek van Mitchell van der Gaag werd Ruud Brood aangesteld als trainer tot aan het einde van dit seizoen. De nieuwe coach wilde zijn eigen technische staf samenstellen en daar was geen ruimte in voor Penders. “Een duidelijk, maar geen leuk bericht. Met zijn nieuwe assistenten (Willem Weijs en Regillio Vrede, red.) hopen wij dat het een positief effect realiseert en een nieuwe dynamiek teweeg brengt. De trainer is iemand met veel ervaring, daar moeten wij naar luisteren. Ruud is door veel mensen aanbevolen. Wij hebben vertrouwen in hem”, zegt Edelenbos in het regionale dagblad.
Penders is al sinds het jaar 2000 verbonden aan NAC. Hij speelde elf jaar voor de Bredanaars en ging daarna als jeugdtrainer aan de slag. Sinds 2014 was hij werkzaam als assistent-trainer. Edelenbos hoopt dat Penders voor de club behouden kan worden. “Wij willen heel graag verder spreken met hem over andere interne oplossingen. Toen duidelijk werd dat hij geen onderdeel meer zou uitmaken van de technische staf heb ik hem gebeld en gezegd dat het geen fijn bericht is en dat ik snel om de tafel met hem wil”, aldus Edelenbos. “Na het telefoongesprek zei hij daar geen gebruik van te willen maken. Waarschijnlijk vanuit zijn emoties, dat snap ik goed. Ik begrijp het helemaal. Het telefoontje is niet zoals het hoort.”
Edelenbos zag geen andere optie dan Penders telefonisch te ontslaan. “Ik wilde voorkomen dat Rob het via een ander circuit zou horen”, luidt haar uitleg. “De afgelopen weken is veel naar buiten gekomen wat binnenskamers had moeten blijven. Onder normale omstandigheden zou ik een kop koffie met hem gaan drinken. Niemand is hier blij mee. Het aanbod om met elkaar om de tafel te gaan, staat nog steeds.”