Duplan: ‘Het was een schande: ik wilde dat ze snel uitgeschakeld werden’
Édouard Duplan voetbalt tien jaar in Nederland. De vrolijke Fransman tekende in de zomer van 2006 op 23-jarige leeftijd bij RBC Roosendaal. De lichtvoetige buitenspeler reisde vervolgens via Sparta Rotterdam naar FC Utrecht en komt sinds vorig seizoen uit voor ADO Den Haag. Voetbalzone sprak naar aanleiding van zijn tienjarig jubileum met Édouard en keek met hem terug op een decennium voetbal in Nederland, de manier waarop hij tegen het Franse elftal aankijkt en zijn overstap van FC Utrecht naar ADO Den Haag. Gisteren verscheen deel één over zijn verblijf in Nederland. Vandaag deel twee van het drieluik, waarin hij vertelt over landgenoot Sébastien Haller en het Franse nationale elftal.
Je zit hier nu tien jaar, heb je nooit overwogen terug te keren naar Frankrijk?
“Nee, eigenlijk niet. Het grootste deel van mijn volwassen leven heb ik in Nederland doorgebracht, dus ik zit nu ergens tussen Frans en Nederlands in. Een soort van Belg, haha. Ik denk wel eens: ‘Hoe Frans ben ik nu nog?’ Ik ben geen Nederlander, want ik ben hier niet opgegroeid, maar ik kan me goed vinden in deze samenleving en voel me er lekker in. Ik vind het ook heerlijk naar mijn familie af te reizen in Frankrijk, maar eerlijk gezegd voelt terugkeren naar Rotterdam als thuiskomen. Dat zegt denk ik wel veel. Ik sluit ook niet uit dat we hier blijven na mijn actieve spelerscarrière. We hebben het hier erg naar ons zin.”
Bij FC Utrecht kreeg je gezelschap van een landgenoot. Hoe kijk je naar Sébastien Haller?
“Zijn ontwikkeling is voor mij geen verrassing. Vanaf de eerste training zag ik dat hij bijzondere kwaliteiten had en bij FC Utrecht echt het verschil kon maken. Ik heb zijn werkwijze meegemaakt; het is een keiharde werker en heeft zelfs alles afgedwongen. Ik hoef Seb niks te adviseren. Hij is een slimme jongen en denkt goed na over een volgende stap. Hoewel je het niet zou verwachten bij iemand van zijn leeftijd is hij heel geduldig. Hij had veel eerder weg kunnen gaan, maar wilde dat niet. Hij voelde zich lekker in Utrecht en wilde doelpunten maken. Echt, ik hoef hem niks te vertellen, hij heeft mij niet nodig. Hij is gedreven, heeft een goede werkethiek en kiest niet voor de snelste weg. Wat moet ik dan nog zeggen? Het is moeilijk te zeggen waar zijn plafond ligt, maar ik hoop dat hij het Franse elftal kan halen.”
Daarover gesproken, hoe kijk je naar ‘les Bleus’?
“Ik geniet enorm van het Franse elftal. Het klinkt een beetje raar, maar vooral aan het begin van het toernooi in de eerste twee wedstrijden. De mensen zeiden dat het niet liep en qua voetbal was het misschien niet denderend, maar die intensiteit heb ik zelden gezien. Zoveel beweging en kracht op het middenveld. Wie kan er op tegen Paul Pogba, N’Golo Kanté en Blaise Matuidi? Aanvallend heb je dan ook nog eens jongens als Dimitri Payet, Antoine Griezmann en Olivier Giroud, dat is fantastisch. Soms gaat het mis, maar ik heb zoveel genoten van de beweging, de intensiteit en de kwaliteit. Het middenveld was een muur; probeer Kanté maar eens te passeren en als dat al lukt heb je meteen Matuidi in je rug. Ik heb een tijdlang niet zo genoten van het Franse elftal. Het is jammer dat ze met meer angst gingen spelen na de eerste twee duels, dat kwam ook door de kritiek in de Franse pers.”
Hoe denk je dat het verder zal gaan dit toernooi?
“Ze zijn nu een beetje moe. Tegen Ierland kwamen ze snel achter, maar ik had direct het gevoel dat het goed zou komen. Bij de 0-1 zei ik meteen: het komt helemaal goed en ze winnen binnen de negentig minuten. Dat straalden ze ook uit. Ik heb lang niet zó genoten van het Franse elftal en ik gun het ze nu ook. In Zuid-Afrika had ik dat toen helemaal niet; dat was een schande. Ik wilde het liefst dat ze zo snel mogelijk uitgeschakeld werden en terug naar Frankrijk gingen. Dit toernooi zijn ze niet de topfavoriet en dat is misschien maar beter ook. Duitsland is de blikvanger, maar ik denk niet dat zij de beker gaan pakken. Ik hoop op Frankrijk, maar er zit wel verschil tussen wat ik denk en hoop.”