Duitsland stoot zonder moeite door naar kwartfinale
Duitsland heeft zich zondagavond zoals verwacht bij de beste acht landen van het EK geschaard. Die Mannschaft was in het Stade Pierre-Mauroy veel te sterk voor Slowakije en stapte dankzij doelpunten van Jérôme Boateng, Mario Gómez en Julian Draxler met een 3-0 overwinning van het veld. De Duitsers nemen het in de kwartfinale op tegen de winnaar van de kraker tussen Italië en Spanje, die maandag op het programma staat.
Voor Slowakije was het na acht minuten spelen al alle hens aan dek: Boateng kreeg de bal uit een afgeslagen corner op de rand van de zestien voor zijn voeten, twijfelde geen moment en knalde in één keer uit de lucht de 1-0 in de linkerhoek. Een paar minuten later had het begin van de wedstrijd nog vervelender uit kunnen pakken voor de Slowaken nadat Martin Skrtel Gómez omver duwde in het strafschopgebied. Matús Kozácik hield de penalty van Mesut Özil echter uit zijn doel.
Een flinke kans was tien minuten later ook niet besteed aan de middenvelder, die na doorkoppen van Gómez vlak langs de verkeerde kant van de paal schoot. Slowakije kwam er in de eerste helft niet aan te pas, maar vijf minuten voor rust stond het uit het niets bijna gelijk. Manuel Neuer had echter een geweldige reflex in huis op een inzet van Juraj Kucka en maakte die misser zo een dure. Draxler brak twee minuten later namelijk door op de linkerflank en stelde na een geweldige actie Gómez in staat om de 2-0 te maken.
Na rust liet Duitsland de teugels wat vieren en kreeg Slowakije opnieuw een aardige kans: Kucka schoot op aangeven van Marek Hamsík echter recht op Neuer. De Slowaken mochten daarna nog een kwartier uitkijken naar de aansluitingstreffer, maar Draxler maakte dan toch een einde aan die hoop. De middenvelder kon de bal na goed doorkoppen van Mats Hummels in het dak van het doel poeieren.
Hiermee was de wedstrijd wel gespeeld, al zag Ján Durica een schot van flinke afstand maar net langs het doel van Manuel Neuer vliegen. Die Mannschaft leek het in de laatste twintig minuten wel te geloven en Joachim Löw bracht met Lukas Podolski en Bastian Schweinsteiger nog even flink wat ervaring in de ploeg. Toni Kroos maakte er in de blessuretijd zelfs nog bijna 4-0 van, maar Kozácik had er nu wel goed het oog in.