Druijf beleefde onder Slot pijnlijkste moment uit zijn carrière: ‘Ik wilde weg'
Het loopje van de catacomben naar de reservebank kan Ferdy Druijf inmiddels dromen, net als de eindeloze opwarmrondes richting het einde van de wedstrijd. Het is het leven van een trefzekere invaller en een verbeten strijd die de rossige aanvaller al jaren voert met zichzelf. Het geduld van de spits raakte op, toen hij bij AZ geen onuitwisbare indruk wist achter te laten bij zowel John van den Brom, Arne Slot als Pascal Jansen. Bij KV Mechelen hoopt Druijf voor eens en voor altijd af te rekenen met zijn status als supersub. De rasoptimist verkoos deze winter een Belgisch avontuur boven een langer verblijf in Alkmaar en hoopt bij de zuiderburen niet alleen als invaller van waarde te zijn. “Of ik mezelf iets kwalijk neem? Daar heb ik eerlijk gezegd nooit over nagedacht.”
Door Mart Oude Nijeweeme
Voor Druijf is er in zijn eerste weken in Belgische dienst nog niet veel veranderd. Het modieuze baardje en de golvende rosse kuif zijn behouden gebleven, net als zijn status als trefzekere invaller. Twee weken geleden was het voor de zoveelste keer raak na een invalbeurt, toen Druijf op bezoek bij Beerschot diep in blessuretijd de winnende treffer maakte en daarmee zijn ploeg naar een 1-2 overwinning schoot. Het betekende voor de 23-jarige Druijf zijn eerste competitiedoelpunt in het shirt van Mechelen. “Dat was een fantastisch moment. Maar het doelpunt had eigenlijk niet mogen tellen”, erkent Druijf. “Dat wist ik al tijdens de wedstrijd. Ik liep mee in de wetenschap dat de aanval zou worden afgevlagd, maar de VAR had niet de juiste beelden. Dan voelt het extra lekker dat je zo’n wedstrijd wint.”
Het moment werd door de Belgische voetbaljournalist Jarno Bertho direct aangegrepen om een nutteloos feitje de wereld in te slingeren. ‘Met Ferdy Druijf scoort er voor het eerst in vijf jaar weer een fonetische fruitsoort in Eerste Klasse’, luidde de uiterst creatief gevonden statistiek. Daarmee verwees Bertho naar Tomás Pina, die in 2016 namens Club Brugge voor het laatst doel trof tegen Westerlo. Het betekende voor Druijf zijn tweede treffer in Belgische dienst, nadat hij zijn ploeg eerder in het bekertoernooi vanaf de stip op sleeptouw had genomen tegen het op het tweede niveau uitkomende RWD Molenbeek (2-0 winst). “Ik had gehoopt op meer speelminuten”, blikt Druijf terug op zijn eerste weken. “Dat heeft de club ook beloofd, maar dat is tot nu toe minimaal geweest. Ik ben hier naartoe gekomen om basisspeler te worden. Ik wil belangrijk zijn voor het team en met Mechelen strijden om de play-offs.”
Om dat laatste te bewerkstelligen, zal Malinwa dit seizoen als achtste moeten eindigen. Op dit moment staat de ploeg van trainer Wouter Vrancken negende en dat is mede te danken aan een reeks van zes wedstrijden zonder nederlaag. Daarmee is de valse start enigszins goedgemaakt. “Toen ik hier kwam stonden ze vijftiende”, weet Druijf nog. “Dat geeft wel aan hoe dicht het bij elkaar staat. Ik moet eerlijk zeggen dat ik verder weinig wist over de club. In de voorbereiding heb ik met AZ twee keer tegen Mechelen gespeeld. Misschien dat ik toen een goede indruk heb achtergelaten. Ik heb van Marco Bizot gehoord dat de competitie heel anders is dan in Nederland. Het is fysieker. Wij willen graag verzorgd voetbal spelen, maar er zijn ook ploegen die heel optimistisch spelen. Mechelen is een hele ambitieuze club. Ze hebben twee jaar geleden de beker gewonnen en willen de komende jaren stappen maken. Het is echt een grote club, hoor.”
Het vertrek van Druijf volgde enkele weken na zijn contractverlenging bij AZ. De aanvaller kreeg in zijn laatste weken in Alkmaarse dienst weliswaar meer vertrouwen – Pascal Jansen gunde hem in alle wedstrijden speeltijd - een vertrek bleek onafwendbaar. “Begin januari heb ik een gesprek gehad met AZ. Ik speelde in mijn ogen te weinig, waarop ik samen met mijn zaakwaarnemer de opties heb bekeken. Dan moet je de keuze maken tussen een aantal clubs. Ik had de mogelijkheid om in Nederland te blijven, maar wilde graag een stap wagen naar het buitenland, al voelt België niet echt als buitenland.” Mechelen voelde wel als vertrouwd voor de spits, die warm werd ontvangen en goede gesprekken voerde met de clubleiding. “Mijn gevoel is heel belangrijk voor mij, zoals ik destijds ook mijn gevoel heb laten spreken bij mijn keuze voor NEC. Dat heb ik nu weer gedaan.”
In het seizoen 2018/19 bewees Druijf in dienst van Jong AZ en NEC voor het eerst over scorend vermogen te beschikken. De spits begon het seizoen in Alkmaar en kwam na de winterstop naar Nijmegen, waarna hij 29 doelpunten liet noteren in 34 wedstrijden. Daarmee kroonde Druijf zich tot topscorer van de Keuken Kampioen Divisie en werd hij verkozen tot grootste talent. “Ik ben altijd een echte spits geweest. In de jeugd scoorde ik ook veel. Ik heb in die tijd heel veel geleerd van Martin Haar. Martin is een hele goede trainer, zowel voetballend als mentaal. Hij voelde de spelers precies aan en wist wanneer we een rustige of ontspannen training nodig hadden. Martin is van de oude stempel. Hij zegt ook altijd dat hij niet de nieuwste technieken nodig heeft om dat aan te moeten voelen.”
Haar was tevens de trainer die Druijf geregeld meenam met het beloftenelftal, in de periode dat het minder ging met de aanvalsleider. “Ik weet nog dat ik afviel bij het eerste, terug moest naar Jong AZ en vervolgens weer bij de Onder-19 terechtkwam. Dat was een hele zware periode, waarin ik klap na klap te verwerken kreeg”, zegt Druijf. “Martin was destijds trainer bij Jong AZ en nam mij elke keer mee naar wedstrijden, terwijl hij wist dat ik in een mindere fase zat. Je hebt dieptepunten nodig om omhoog te komen en hij was iemand die mij omhoog trok.” Uiteindelijk wist Druijf door te stoten als volwaardig lid van de A-selectie, maar een onuitwisbare indruk wist hij nooit achter te laten, wie zijn trainer ook was. “Of ik mezelf iets kwalijk neem? Daar heb ik eerlijk gezegd nooit over nagedacht. Voor mijn gevoel ben ik nooit een lastige jongen geweest. Je weet nooit wat ze achteraf zeggen, maar ik was altijd iemand die voorop in de strijd ging.”
Dat uitte zich in 2019 in de Europa League-wedstrijd tegen Partizan, toen Druijf AZ eigenhandig naar de volgende ronde schoot met twee late treffers. “Dat was absoluut een hoogtepunt. Ik krijg nu nog kippenvel als ik de beelden zie. Ik kreeg zoveel reacties na die wedstrijd. Ik slaap sowieso niet veel na een wedstrijd, maar toen al helemaal niet.” Druijf kwam op die bewuste donderdagavond tien minuten na rust binnen de lijnen voor Pantelis Hatzidiakos. AZ keek op dat moment tegen een 0-2 achterstand aan, maar sloeg via Druijf twee keer toe in extremis en verzekerde zich daarmee van Europese overwintering. “Ik ben iemand die altijd keihard werkt. Ik kan niet invallen en vervolgens maar vijftig procent geven. Als je die kans krijgt, moet je hem maken. Ik denk altijd in een kans. Ik zie het niet als een nadeel dat ik vaak scoor als invaller. Misschien is het wel een kwaliteit. Zo heb ik er nooit naar gekeken, maar ik denk niet dat het een nadeel is. Ik denk dat ik mijn carrière maar moet omswitchen tot supersub.”
Dat Druijf in zijn tijd bij AZ nooit onomstreden was, leidde vaak tot kritiek. Hij zou alleen maar renderen in het strafschopgebied en zijn techniek zou hem te vaak in de steek laten. “Dat ik het niet van mijn techniek moet hebben, weet ik. Als ik de bal krijg in de zestien gaat hij altijd op doel. Ik ben doelgericht, dat moet een spits zijn, volgens mij. Wat die kritieken met mij doen? Dat is toch fantastisch. Ik zit daar echt niet mee. Ik vind het mooi om te lezen. Desnoods like ik het, dan zien ze het ook nog.”
Dat Druijf daardoor niet altijd in de plannen van zijn trainers voorkwam, leidde in december 2019 tot een conflict, toen hij van Slot te horen kreeg dat hij in de Europa League-wedstrijd tegen Manchester United niet vanaf het begin nodig was. En dat terwijl AZ zich al had verzekerd van een plek in de volgende ronde. Bovendien was Boadu geschorst voor het duel op Old Trafford. “Ik had in mijn hoofd dat ik zou gaan spelen”, blikt Druijf terug. “Een dag voor de wedstrijd hadden we de wedstrijdbespreking. Na afloop moest ik blijven zitten. Ik dacht: daar komt het, ik ga niet spelen. Slot vertelde dat ik niet ging spelen, maar wel zou invallen. Toen werd ik zó boos. Ik gooide de deur achter me dicht en was er helemaal klaar mee. Op dat moment wilde ik weg. Ron Vlaar kwam nog naar me toe om me te troosten, maar dat hielp niet. Op dat moment kun je mij beter alleen laten. Dan ben ik niet te genieten. Zelfs mijn vriendin hoeft mij dan niet te troosten.”
Desondanks beweert Druijf met Slot altijd een goede band te hebben gehad. Dat zijn voormalig oefenmeester komend seizoen aan het roer staat bij Feyenoord, verbaast hem dan ook niks. “Ik heb vanaf het begin geroepen dat hij tot de beste Nederlandse trainers behoort. Tactisch is hij heel sterk. Ik had alleen soms andere keuzes gemaakt, haha.” Een hereniging met Slot ziet Druijf alleen niet snel gebeuren. “Feyenoord mag altijd bellen, maar of ik opneem is een tweede. Nee, dat gaan ze niet doen.”