‘Drie jaar geleden speelde ik bij de amateurs en nu tegen dit soort CL-gasten’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Kellian van der Kaap, die vorig seizoen nog op de bank zat bij SC Cambuur en nu in Israël in de race is voor Europese tickets.
Door Thijs Verhaar
Vlak voor de wedstrijd kijkt tegen de koploper van de Ligat ha’Al kijkt Van der Kaap even heimelijk om zich heen in de spelerstunnel. Bij tegenstander Maccabi Tel Aviv ziet hij geen namen die in Nederland meteen in het oog springen, maar door zijn hoofd spookt wel dat zij pas in de laatste kwalificatieronde van de Champions League ten onder gingen tegen Red Bull Salzburg. “Ja, potverdorie”, grinnikt de 22-jarige verdediger in gesprek met Voetbalzone. “Dat was wel even een momentje, hoor. Drie jaar geleden speelde ik nog bij de amateurs en nu sta ik met dit soort Champions League-gasten op het veld. Dan gaat er heel wat door je hoofd.”
Het moment van trots maakt hem na een jarenlange aanloop vol tegenslagen bijna emotioneel, maar eenmaal op het veld met zijn ploeg Maccabi Netanya is hij gewoon weer zijn onverstoorbare zelf. “Natuurlijk ben ik dan even trots dat ik nu tegen dat soort tegenstanders speel. Toch moet dit pas de eerste stap zijn”, klinkt het ambitieus. Van der Kaap heeft een steeds weer terugkerende droom waarin hij in de Premier League acteert en doet er alles voor om dat waar te maken. “Ik geloof er honderd procent zeker in dat ik kan halen. Zelfs toen ik moest vertrekken bij Jong FC Groningen, heb ik daar nooit aan getwijfeld. Mijn geloof in eigen kunnen heeft me er altijd doorheen gesleept. En de steun van familie, vrienden en mijn management natuurlijk. Daarmee kan ik alles aan.”
Toch is het vaak genoeg lastig geweest om door de zure appel heen te bijten, geeft hij grif toe. Van der Kaap mocht zich als talentvolle verdediger met inzicht op jonge leeftijd melden bij de jeugdopleiding van SC Cambuur, maar viel daar na de fusie met FC Groningen rond zijn twaalfde af. “Volkomen terecht, want ik was te klein en vaak geblesseerd omdat ik in de groei zat”, aldus Van der Kaap. Bij de amateurs van Be Quick en Harkemase Boys vocht hij zich in zes jaar tijd - met een weergaloze omhaal tegen Jong FC Groningen als hoogtepunt - terug naar de profs. “Ik wist dat ze me volgden en onder die druk blonk ik uit. Een week later werd ik gebeld en kreeg ik een contract, maar een jaar later hield de samenwerking helaas weer op”, vat de 22-jarige verdediger samen.
Cambuur sloot hem vervolgens wel in de armen, waardoor hij in het najaar van 2019 zijn eerste minuten als prof vierde en deel uitmaakte van het team dat afstevende op promotie naar de Eredivisie. Tot zijn spijt werd de competitie echter voortijdig afgebroken, waardoor hem een kampioensfeest en toegang tot de Eredivisie werd ontzegd. Van der Kaap was veelal bankzitter, maar schopte het desondanks tot dertien optredens, waarvan drie als basisspeler. “Ik heb dus wel een kleine bijdrage geleverd. De jongens voor mij lieten alleen geen steekjes vallen en bewijzen zich dit jaar opnieuw, dus dan kan ik de trainer ook geen ongelijk geven”, stelt hij realistisch. “Ik heb in ieder geval wat kunnen laten zien en heb een jaartje mogen leren. Daar ben ik dankbaar voor.”
Die dertien optredens in de Keuken Kampioen Divisie bleken hoe dan ook genoeg om zijn huidige werkgever – met Nederlander Raymond Atteveld als trainer aan het roer - te overtuigen. “Ik had nog een contract en hoefde zeker niet weg uit Leeuwarden, maar Netanya bood een goed bedrag. Cambuur besloot dat aanbod aan te grijpen en gunde mij de kans op speeltijd”, legt Van der Kaap uit. “Foeke Booy zei ook dat hij talent in mij zag. Alleen gaf hij tegelijkertijd aan dat ik dit seizoen zonder blessures en schorsingen geen basisspeler zou zijn. Toen was het voor mij wel duidelijk dat ik goed zou luisteren naar andere aanbiedingen. Netanya was veel concreter dan andere clubs, dus wilde ik graag daarheen. Ondanks dat ik dan ver weg moet zijn van mijn familie. Ik streef hoge doelen na voor mijn carrière, dus dan moet je ook bereid zijn om offers te brengen”, meent Van der Kaap. ”
Het was voor de jongeling ook geen issue dat hij op voorhand nog nooit Netanya gehoord had en alleen de drie grootste teams uit de Israëlische competitie kon noemen.?Van der Kaap liet zich overtuigen door Atteveld en de reputatie van de Ligat ha’Al als doorgroeimogelijkheid richting met name de Ligue 1. “Raymond gaf me vanaf het allereerste gesprek vertrouwen in een goede afloop. Hij zei me dat hij een fysieke en kopsterke verdediger zocht die de opbouw kan verzorgen. Hij gaf me nul garanties, maar ik kwam wel te weten dat er hier per team maar vijf buitenlandse spelers onder contract mogen staan. Daardoor heb je misschien iets meer krediet, maar tegelijkertijd wordt er ook meer van je verwacht”, redeneerde Van der Kaap met zijn ouders en zaakwaarnemer Melvyn Wolthers. “Raymond maakte echter duidelijk dat ik er met mijn spel goed zou kunnen passen en dat blijkt nu ook.”
Na achttien speelrondes maakte Van der Kaap na eerste doelman Dani Almos de meeste minuten in de competitie. Hij voelt zich naar eigen zeggen steeds sterker worden en wordt in Israël geprezen om zijn goede start. Netanya bezet momenteel de zesde stek in de Ligat ha’Al, wat aan het einde van de rit precies genoeg is om mee te doen aan de play-offs om Europese startbewijzen. “Dat is een beetje te vergelijken met België. De zes beste ploegen verdelen samen drie tickets, dus dat zou schitterend zijn om mee te maken”, aldus Van der Kaap. “Ik denk zeker dat we sterk genoeg zijn om in ieder geval de play-offs te halen. Deze club heeft zeker niet het meeste geld, maar staat wel bekend om de jonge talenten. In januari is er nog een jongen naar Gent gegaan en vorig seizoen maakten wat spelers van hier de stap naar de Ligue 1.”
Nederlandse clubs zouden er volgens Van der Kaap ook goed aan doen om te scouten in de Israëlische competitie. “Ik was echt positief verrast door het niveau. Elke club heeft zeker vijf, zes spelers die makkelijk meekunnen in de Eredivisie. Qua tactisch inzicht leggen ze het af, maar qua talent doen ze echt niet onder voor andere grote talenten”, meent de 22-jarige verdediger, die het zelf van zijn fysiek, kopkracht, inspeelpasses en lef moet hebben. “Vooral koppen gaat me goed af. Dat vind ik echt leuk, omdat ik er goed in ben. Ook is het voor mij natuurlijk een voordeel dat ik uit Nederland kom, want nergens ter wereld wordt er zo gehamerd op meevoetballend verdedigers”, grinnikt Van der Kaap, die er desondanks geen enkele moeite mee heeft een bal het stadion ‘uit te rossen’ als de situatie daarom vraagt.
Bovendien merkt hij dat hij in Israël snel nieuwe facetten aan zijn arsenaal toevoegt. “Ik ben veel volwassener geworden in mijn spel, want ik moet me wapenen tegen al die snelle aanvallers, die juist weer wel technisch vaardig zijn. Daar word je vanzelf een kerel van”, meent Van der Kaap. “Het verschil met mijn tijd bij Cambuur zit hem vooral in de kleine slimmigheidjes. Door kleine details word ik beter en de trainer dwingt me om de nonchalance uit mijn spel te halen.” Het loopt voor Van der Kaap dus op rolletjes in de idyllische kustplaats Netanya, zo’n dertig kilometer ten oosten van Tel Aviv. “Tot nu toe gaat het inderdaad precies zoals ik had gehoopt”, glundert hij. De verdediger doet uit de doeken dat hij een eenjarig contract heeft getekend, dat door de club met drie jaar verlengd kan worden. “Zo doen ze dat hier met buitenlandse jongens. Je moet jezelf eerst maar eens bewijzen.”
Op dit moment weet Van der Kaap dus officieel nog niet waar hij staat, maar hij rekent op goed nieuws zodra de competitie wat verder is gevorderd. “Eigenlijk had het reguliere seizoen al bijna klaar moeten zijn, maar door twee coronastops zijn we pas halverwege. Gelukkig hebben ze het virus nu redelijk onder controle. Hier worden meer vaccins uitgedeeld dan waar dan ook, dus dat gaat de goede kant op”, weet Van der Kaap. Hij hoopt met heel zijn hart dat dat spoedig leidt tot versoepelingen, want naast fans in het stadion mist hij vooral sociaal contact met zijn geliefden en de kans om er op uit te trekken in zijn nieuwe thuisland. “Hoe lang heb ik mijn familie nu al niet gezien? Ik denk al vijf of zes maanden. Dat is doorbijten, hoor. Ik zit hier echt helemaal alleen, dus ben ik blij dat we op de club in ieder geval veel jongens hebben met dezelfde interesses: muziek en gamen en zo. Ik kan dus nog wel een beetje lol trappen met de boys.”
Verder zijn de dagen relatief eentonig in Israël. Van der Kaap traint, kletst nog wat met zijn ploegmaten en gaat dan naar huis. “Met de zee en de zon is het hier prachtig, maar ik kan bijna nergens heen.” Even boodschappen doen in de supermarkt ziet hij als zijn leukste uitje, niet in de laatste plaats omdat hij daar altijd wel wat fans treft. “Op de een of andere manier kunnen ze hier mijn naam niet uitspreken. Van Kellian wordt altijd Kylian gemaakt, zoals Mbappé”, grinnikt de verdediger. “Dat zijn wel leuke dingen. Bij Cambuur had je ook fanatieke fans, maar het was niet zo dat ik steeds werd aangesproken door mensen. Dat is zeker iets waar ik aan kan wennen”, grijnst hij. Van der Kaap houdt even stil en ratelt er dan weer enthousiast op los. “Ik snap sowieso wel dat sommige gasten hier nooit meer weg willen, want alles is hier perfect geregeld. Er wordt voor je gezorgd, de financiën zijn prima, er wordt op goed niveau gevoetbald en de omgeving is schitterend.”
Maar hoe zit het dan met die Premier League-droom? Zou hij die op kunnen geven voor een lang en gelukkig voetballeven in Israël? “Nee, nee. Die droom blijft, haha. Maar voorlopig zit ik hier goed op mijn plek en misschien spelen we volgend seizoen wel Europees voetbal. Ik ben zeker een jongen met veel zelfvertrouwen, maar dat had zelfs ik niet durven hopen toen ik vorig jaar op de bank zat bij Cambuur”, aldus Van der Kaap, die het gesprek na zo’n 45 minuten op poëtische wijze afsluit. “Ik geloof dat ik vanuit hier een mooie vervolgstap kan maken en ooit in de Premier League terecht kom, maar ik heb geen idee wanneer. Ik wil niet in de toekomst kijken, want je wordt alleen maar ongelukkig als je bedenkt wat je nog niet hebt bereikt. Nu leef ik gewoon een mooi voetbalverhaal en dan zie ik over tien, vijftien jaar wel welke hoofdstukken er nog bij zijn gekomen.”