Door fans van deze cultclub speelde een rivaal vier jaar zonder uitsupporters
In de schaduw van voetbaltempels, miljardenballen en megalomane overnames leven er clubs in de marge. Waar de liefhebber nog het hof gemaakt wordt met historie, karakter en oprechte romantiek. Voor de rubriek Cultclubs leest Voetbalzone voor uit de sprookjesboeken van de voetbalbibliotheek. In deze editie: Millwall FC, de cultclub die bekend staat om zijn vechtcultuur, maar intussen ook nog gewoon voetbalclub is.
Door Kevin van Buuren
Wanneer Luton Town en Millwall FC elkaar op 13 maart 1985 ontmoeten voor de kwartfinale in de FA Cup, is het al snel onrustig. De trein waarin Millwall-fans arriveren wordt al hevig toegetakeld. Vervolgens mondt de kaartverkoop uit in een stormloop, waardoor er veel te veel Lions het stadion betreden. Onder het mom the show must go on worden deze voortekenen, inclusief het feit dat Millwall-supporters voor de aftrap al het thuisvak binnendringen, naïef genegeerd. Na veertien minuten legt de scheidsrechter het spel stil. De plaatselijke politie betreedt de tribunes om het geweld te stoppen. Het regent golf- en biljartballen en Luton-doelman Les Sealey moet zelfs een mes ontwijken. Ondanks alle hersenloze misdaden op de tribunes, doen de voetbalbond en scheidsrechter hun duit in het zakje: de wedstrijd hoort uiteindelijk zijn eindsignaal. Niet vervroegd, maar na negentig minuten voetballen met linies politieagenten aan de kalklijnen. Luton Town wint met 1-0.
Daarna volgt – schokkend – pas het ergste geweld. Stoeltjes van stadion Kenilworth Road worden losgerukt en afgevuurd op fans, personeel en politie. The Guardian noemt het de avond ‘where football died a slow death. Wonderlijkerwijs raakten ‘slechts’ 47 mensen gewond, 31 werden er opgepakt. Daarbij werd een extra katalysator onthuld: fans van Chelsea en West Ham United waren onder de geweldstichters. The Times bericht over een Chelsea-supporter die thuiskwam en zijn beddengoed buiten zag liggen: “Als je je gedraagt als een beest, kun je net evengoed zo slapen”, zouden zijn ouders gezegd hebben. Luton Town zweert ‘nooit meer thuis tegen Millwall te spelen’, transformeert het stadion naar een all-seater waar alleen geregistreerde leden welkom zijn én speelt uiteindelijk vier jaar lang zonder ook maar een uitsupporter – zelfs als ze in 1986/87 niet mee mogen doen aan de EFL Cup, wijken ze niet van de maatregel. Ook premier Margaret Thatcher is het zat. Na de zoveelste zaak in Engeland zet zij een ‘oorlogskabinet’ op. Daarnaast probeert zij door het hele land een geregistreerd ledensysteem te implementeren: the Football Spectator Act, die uiteindelijk in 1989 van kracht wordt.
The Millwall Bushwackers
Dergelijke gevolgen zijn voor menig hooligan van het Londense Millwall als een verrijking van het CV. De club staat al lange tijd in verbinding met het hooliganisme in Engeland. Als een lugubere marketingstunt maakten de gewelddadige fans vanaf 1960 gebruik van de aandacht in de media voor het voetbalfenomeen. Deze zogenaamde British disease werd steeds meer in Europa waargenomen. Engeland, vanwege haar status omtrent ontwikkeling van het voetbal, de schaal, en de ernst, werd als bron van het kwaad gezien. Desondanks was hooliganisme geen moderne verschijning. Voordat voetbal professionaliseerde vochten rivaliserende dorpen het al tegen elkaar uit. The Den, stadion van Millwall, werd voor de hoogtijdagen vanaf de sixties al vijf keer gesloten vanwege geweldsdelicten. Maar naarmate het voetbal georganiseerder werd, structureerden de gewelddadige organisaties mee.
In 1965 werd de spreekwoordelijke explosie van conflicten gesymboliseerd door de kop: “Football Marches to War!”. Alhoewel sensatiezoeker The Sun het bedacht, verantwoordde de aanleiding het schrijfwerk. Op 6 november gooit een Millwall-fan een handgranaat op het veld van Griffin Park in Brentford. Het blijkt later om een ongevaarlijke replica te zijn. In de decennia daarna, de jaren zeventig en tachtig, maakt de oorlogszuchtige F-Troop furore in Engeland. Deze hooligans, later omgedoopt tot the Millwall Bushwackers maken rivaliserende fans het leven zuur. The Sport Journal omschrijft hun reputatie als ‘hard, én gestoord’. Verdeeld in jonge leden, the Underfives, wiens opdracht het is om ruzie te zoeken; vervolgens verschijnt de oudere treatment-group, die happende knokkers een passende ‘behandeling’ geven. Mocht dat allemaal niet genoeg zijn, dan stappen dertig- tot veertigjarigen strafbladdragers, genaamd the surgery in om hun naam eer aan te doen. Meestal door hun slachtoffers zo te vervormen, dat slechts een plastisch chirurg het nog kan omkeren.
Meer incidenten
Ofschoon vrijwel iedere club in Engeland destijds een eigen knokgroep heeft, blijft de reputatie van geweldstichters Millwall achtervolgen. Richting de jaren tachtig verdwijnen de beruchtste leden van the Milwall Bushwackers uit de scene. Daarbij komen er steeds meer beveiligingsvoorschriften in de stadions, zoals de Spectator Act. Toch neemt het geweld om het voetbal heen niet af. In mei 2002 vindt de Birmingham-rel plaats. Een nieuwe rivaal, dezelfde protagonist. Na een verlies tegen Birmingham City gaan Millwall-fans op de vuist met de feestvierders en uiteindelijk de politie. 47 agenten en 24 paarden raken gewond, waarna het Londense politiekorps Millwall FC aanklaagt. Theo Paphitis, dan voorzitter van de club, wijst naar het grotere plaatje. “Het is niet alleen een Millwall-probleem, geen voetbalprobleem, het is een probleem dat onze hele samenleving teistert.”
Paphitis heeft gelijk, maar toch blijft Millwall betrokken raken bij incidenten. Al wordt dat inmiddels niet meer zo genoemd. Ook op 25 augustus 2009 gaat het erop buiten Upton Park, het voormalige stadion van West Ham United. Het is een recent voorbeeld van de hevige rivaliteit tussen de twee, die onder meer in beeld is gebracht in de film Green Street Hooligans. Een neergestoken fan van Millwall behoort tot de twintig gewonden van die dag. Dergelijke verwondingen zijn niet voor het eerst, of laatst. Nog in 2019 wordt Everton-supporter Jay Burns door een hooligan van Millwall in zijn gezicht gesneden met een mes. Engeland is nog niet genezen van de British disease, maar door de strenge stadionverboden, verplichte zitplaatsen en alcoholverboden in stadions is het geweld stevig beperkt in de laatste jaren. Voetbaljournalist Phil McNulty legt aan de NOS uit: “Een recent incident als de aansteker op het hoofd van Klaassen kan ik mij niet herinneren. Dat gebeurt al lang niet meer”. Daarna, over de fan die Arsenal-keeper Aaron Ramsdale aanviel in januari 2023: “Die heeft een stadionverbod van vier jaar, een werkstraf van 100 uur en moet Ramsdale een schadevergoeding betalen. En als Tottenham in het buitenland speelt, kan de politie zijn paspoort innemen.” Tegenwoordig kom je in Engeland nergens meer mee weg, door registratie en geavanceerde camerasystemen in de stadions.
Ook gewoon een voetbalclub
Naast de surrealistische krantenkoppen, vechtpartijen en negatieve reputatie, is Millwall ook nog gewoon een voetbalclub, en een oude. In 1885 wordt de vereniging opgericht onder de naam Millwall Rovers, door arbeiders van JT Morton’s fabriek. Het haalt in 1900 en 1903 de halve finale van de FA Cup, maar is vooral in de lagere regionen actief. Een kampioenschap op het vierde niveau (in 1961/62), het tweede niveau in 1887/88 en het derde niveau in 2000/01 zijn de enige prijzen van de club. Millwall speelt in 2004 wel een FA Cup-finale tegen Manchester United, waarin het 3-0 verliest. De gloriejaren van de club vallen gelijk met de hoogtijdagen van de hooligans, rond 1970. Tussen 1964 en 1967 blijft Millwall 59 thuiswedstrijden ongeslagen, onder leiding van managers Billy Gray en Benny Fenton.
In 1988 lukt het de club om voor het eerst in de geschiedenis op het hoogste niveau van Engeland te spelen. In de voorloper van de Premier League staat het zelfs een tijdje bovenaan, mede door topspits Teddy Sheringham, die later bij onder meer Tottenham Hotspur en Manchester United de doelpunten aaneenrijgt. Het mag een jaar blijven, maar aan het eind van 1989/90 degradeert het toch weer uit de eerste divisie van Engeland, waar het (vooralsnog) niet meer terugkeert. Dat vinden hun rivalen niet erg, denken de supporters zelf. In het stadion The New Den klinkt al decennialang de leus: “No one likes us, we don’t care!”. De 20.000 toeschouwers die daar passen zagen het in 1993 geopend worden, als opvolger van the Old Den, dat al sinds 1910 in gebruik was door Millwall. De club, nu uitkomend in de Championship (tweede niveau), hoopt in de toekomst vooral sportief het nieuws te halen. In Nederland is dat in elk geval gelukt, toen oud-speler van Fortuna Sittard Zian Flemming in juli 2022 voor de Londenaren tekende.