voetbalzone

‘Dit is het bewijs dat Cristiano Ronaldo de beste speler ter wereld is’

Rian Rosendaal11 sep 2019, 08:42
Laatst bijgewerkt: 11 sep 2019, 08:42
Advertentie

Cristiano Ronaldo is naar eigen zeggen niet bezig met het winnen van de Ballon d'Or, de individuele prijs die de Portugese aanvaller al vijf keer eerder in de wacht sleepte. Ook de The Best Award van de FIFA is geen absolute must voor Ronaldo, die dinsdagavond viermaal scoorde in de EK-kwalificatiewedstrijd van Portugal tegen Litouwen (1-5).

“Zoals ik al eerder heb gezegd: ik leef niet puur voor individuele prijzen”, wordt Ronaldo geciteerd door onder meer Goal. “De nominaties zijn een gevolg van wat we als collectief doen. Het streelt mijn ego natuurlijk wel, daar ga ik niet om liegen. Ik heb het goed gedaan, maar vlak de rest van het elftal niet uit. Ik geniet van de successen, maar niet alleen vanwege de doelpunten. De constante vorm die we met Portugal al enige tijd laten zien doet mij deugd.”

Ronaldo staat door zijn vierklapper tegen Litouwen op 25 doelpunten in EK-kwalificatiewedstrijden en de aanvaller van Juventus neemt hiermee het record over van voormalig Ierland-spits Robbie Keane. Daarnaast staat zijn totaal namens de regerend Europees kampioen op 93 treffers. Ronaldo moest onlangs Virgil van Dijk voor zich laten bij de verkiezing van Europees Speler van het Jaar van de UEFA en de verdediger is ook een concurrent bij de The Best Award van de FIFA (23 september) en de Ballon d’Or (december). Barcelona-aanvaller Lionel Messi is als vanouds een geduchte concurrent.

Volgens Fernando Santos, bondscoach van Portugal, is Ronaldo zonder twijfel de beste speler ter wereld. “Dit is het bewijs dat hij de allerbeste is”, verwijst Santos in de Portugese media naar de vier doelpunten van Ronaldo op Litouwse bodem. “Er is geen stadion in de wereld waar Ronaldo geen applaus ontvangt. Het voelt vreemd als hij een keer niet scoort. Er wordt gezegd dat er ooit een einde aan komt, maar dat geloof ik niet. We moeten voorzichtig zijn, want het stopt volgens mij nooit.”