Discussie over mogelijke titel van Jong Ajax: ‘Niet uit te leggen aan de fans'
Jong Ajax verloor slechts een van de laatste elf competitieduels en leidt met een voorsprong van drie punten op NEC de dans in de Jupiler League. Het team van Michael Reiziger is weliswaar een belangrijke kandidaat om de schaal in ontvangst te nemen, maar promotie naar de Eredivisie is niet aan de orde. “Een kampioen die niet promoveert, dat is aan de gemiddelde voetbalsupporter niet uit te leggen”, stelt Edwin de Lugt, preses van Go Ahead Eagles en altijd al faliekant tegenstander van beloftenploegen in de Jupiler League.
Het standpunt van De Lugt is hoe dan ook niet veranderd. Hij wijst erop dat alleen de grote clubs ervan profiteren, gezien de wisselende opstellingen en de inzet van spelers uit de A-selectie. Marc Boele, directeur van de Cooperatie Eerste Divisie, erkent dat een meerderheid van de Jupiler League-clubs tegen de aanwezigheid van de beloftenelftallen is, onder de huidige voorwaarden. Een andere aanpak zou worden toegejuichd. “Dan moet je denken aan vaste selecties, een verplicht percentage zelf opgeleide spelers en een maximumleeftijd”, vertelt hij in gesprek met het Algemeen Dagblad. "Als die voorwaarden veranderen, zien de meeste clubs het wel zitten.”
Michael Reiziger is het niet eens met de kritiek dat beloftenteams niets toevoegen aan de Jupiler League. "Het gaat erom dat wij spelers klaarstomen voor Ajax 1. Maar in de praktijk leiden wij ook op voor andere clubs. Dan is het toch alleen maar goed dat die spelers nu veel weerstand krijgen?”, oordeelt de coach van Jong Ajax. “Wij hoeven geen spelers meer te verhuren en kunnen nu van dichtbij hun ontwikkeling volgen. Al blijven wij altijd ondersteunend aan het eerste. Dat zal ook nu niet veranderen.”
“Dat we niet kunnen promoveren, maakt ons niets uit. Als topsporter is het kampioenschap het doel. Dat blijft onveranderd.” Dani de Wit vindt het ook positief dat Jong Ajax in de Jupiler League speelt. "Veel clubs mogen blij zijn met onze aanwezigheid, denk ik. Als wij een uitwedstrijd spelen, komen daar meer mensen op af dan bij die clubs gebruikelijk is.” De Lugt zegt juist: “Omdat kleine clubs geen spelers kunnen huren van de topclubs, zoeken ze hun heil bij buitenlandse spelers. Daar wordt het Nederlandse voetbal toch niet beter van. Ik neem Quincy Promes als voorbeeld. Weg van zijn vertrouwde omgeving begon zijn weg naar de top.”