Dirk Kuijt: ‘De grapjes over mijn gezicht zijn al meer dan een jaar oud’
Dirk Kuijt werd donderdag gepresenteerd als nieuwe hoofdtrainer van ADO Den Haag. De 41-jarige oefenmeester, die vorig jaar zijn diploma Coach Betaald Voetbal behaalde, dient bij de Haagse club als opvolger van Giovanni Franken. De reacties onder de supporters zijn gemengd. Kuijt kijkt er echter naar uit om sceptische fans te verbazen.
“Allereerst ben ik heel erg blij met deze kans als trainer. Ik denk dat ik een hele mooie carrière heb gehad als voetballer. Al vrij snel na mijn carrière was het mijn ambitie en wil om trainer te worden. Daarin heb ik de afgelopen jaren geïnvesteerd en vervolgens de tijd genomen om me voor te bereiden op een mooie kans. En die kans heeft zich nu aangediend”, zei Kuijt op de persconferentie tegenover Voetbalzone.
Dat de meningen over zijn aanstelling bij ADO als hoofdtrainer verdeeld zijn, laat Kuijt koud. “Allereerst wil ik de ADO-supporters die ik heb gesproken bedanken, want die hebben heel veel vertrouwen in mij”, gaf Kuijt aan. “Maar goed, er zijn ook altijd mensen die anders denken. Dat is hun goed recht. Ik moet als trainer laten zien wat ik in mijn mars heb. Er zijn altijd mensen die pro-Dirk Kuijt zijn en anderen zijn sceptischer. Ik denk dat ik in het verleden heb bewezen dat ik ook die mensen kan verbazen. Het is stiekem ook mijn ambitie om dat nu ook weer te doen.”
Kuijt omschrijft zichzelf als een trainer die ‘een bepaalde rust over zich heeft’ en de absolute wil heeft om een wedstrijd te winnen. “Ik probeer altijd de emotie weg te halen om uiteindelijk het resultaat te bereiken dat we met z’n allen willen." Aad de Mos gaf onlangs in een interview gekscheren aan dat het goed moet komen met ADO als Kuijt de club net zo strak kan trekken als zijn gezicht. De kersverse trainer liet op de persconferentie weten de grap van De Mos wel te kunnen waarderen. “Ik houd wel van Haagse humor, dus ik kan daar wel tegen. De grapjes over mijn gezicht zijn alleen al meerdere jaren oud, dus ik kijk uit naar de nieuwe grapjes.”