‘Die zaak achtervolgde mij jaren, maar ik hou nog steeds van Ajax’
Shota Arveladze is voor even terug in Nederland. Met Maccabi Tel Aviv neemt de trainer het donderdagavond op tegen AZ en de 43-jarige oud-aanvaller is blij om weer even in Alkmaar te zijn, zo vertelt hij in het Algemeen Dagblad.
De Georgiër koestert echter ook warme gevoelens voor twee andere clubs uit Nederland waarbij hij onder contract stond: Vitesse en Ajax. “Die clubs zal ik altijd blijven volgen. Ik kijk niet al het Nederlandse voetbal, maar de uitslagen van die drie check ik altijd”, aldus Arveladze, die in mei nog een rechtszaak tegen zijn ex-werkgever uit Amsterdam won.
Toen Arveladze in de zomer van 1997 naar de Eredivisie trok, maakte Ajax een transfersom over naar Dinamo Tbilisi. Dinamo bezat de transferrechten echter helemaal niet en daarom oordeelde de Belastingdienst dat Ajax een naheffing moest betalen. Ook merkte de Belastingdienst betalingen van Ajax aan Arveladze aan als brutoloon, terwijl Arveladze zelf claimde dat het toch echt om nettoloon ging.
Het ging bij elkaar om 1,2 miljoen euro en Ajax wilde die som, inclusief rente, verhalen op zijn oud-aanvaller. De club liet daartoe in januari 2011 nog beslag leggen op al zijn tegoeden. De rechter stelde Ajax in mei echter in het ongelijk en dus hoefde Arveladze niets te betalen. Areveladze vertelt in het Algemeen Dagblad dat hij er een streep onder heeft gezet: “Ook al heeft die zaak mij zeventien jaar achtervolgd en is mijn bankrekening toen geblokkeerd, hou ik ook nog steeds van die club.”