‘Die truc zette mijzelf en Colombia op de kaart, het is mijn nalatenschap’
Tijdens de warming-up voor de wedstrijd tussen Polen en Colombia wandelt een man op leeftijd met een bos donkere krullen het veld van de Kazan Arena op. Gejuich stijgt op uit het vak met Colombiaanse fans als hij doelmannen David Ospina, Camilo Varga en José Fernando Cuadrado omhelst. Het is dan ook niemand minder dan René Higuita, de man die mede met el Escorpión het vak van doelman wist te veranderen.
Door Chris Meijer
Het was op 6 april 1995 dat Higuita zijn naam in de geschiedenisboeken van het voetbal vestigde. Het Wembley in Londen was niet bepaald volgelopen voor de oefeninterland van Engeland tegen Colombia, die in aanloop naar het EK 1996 in eigen land werd afgewerkt. Circa 20.000 mensen waren echter getuige van een actie die de wereld over zou gaan. Debutant Jamie Redknapp ondernam een betrekkelijk zwakke poging van grote afstand, die door Higuita gemakkelijk gevangen had kunnen worden. De Colombiaanse sluitpost dook echter naar voren en werkte de bal met zijn voeten weg, waarmee el Escorpión of de Scorpion Kick geboren was. “Deze actie zal nooit geïmiteerd worden. Tegenwoordig nemen keepers niet zoveel risico. Ik zag het in een jeugdwedstrijd en ging het vervolgens trainen. Ik perfectioneerde het en besloot de actie na vijf jaar te proberen”, zei Higuita in een interview met El Pais.
“Ik heb een heel repertoire aan capriolen, maar ik plande ze nooit voor een wedstrijd. De afzwaaier van Redknapp was toevallig de bal waar ik al vijf jaar op wachtte. Ik wist niet waar, wanneer en hoe ik het in de praktijk zou brengen. De truc zette Colombia en mijzelf op de kaart. Dit is mijn nalatenschap, over honderd jaar herinneren mensen me nog steeds om dit moment”, sprak de excentrieke doelman. Op het moment dat Europa kennismaakte met Higuita, had de sluitpost de harten van het Colombiaanse publiek al lang en breed gestolen. Op 27 augustus 1966 zag hij het levenslicht in Medellín en hij werd opgevoed door zijn oma, nadat zijn ongetrouwde moeder al vroeg overleed. Higuita werd grootgebracht in een van de arme sloppenwijken van de Colombiaanse stad, die in die tijd in de greep werd gehouden door de drugshandel en het bijkomende geweld. Als kind verkocht hij onder meer kranten om geld in de krappe kas van zijn oma te brengen. De jonge René bleek echter ook een getalenteerde voetballer en speelde in zijn schoolteam als aanvaller. Doordat de doelman op een dag geblesseerd was, kwam Higuita uiteindelijk onder de lat terecht.
El Loco
Higuita bleek uitstekend te kunnen keepen en kwam in de jeugdopleiding van topclub Atlético Nacional terecht. De sluitpost speelde tevens in de nationale jeugdselecties en dat bleef niet onopgemerkt. In 1985 was Millionaires door blessures op zoek naar een nieuwe doelman, waarna Higuita naar hoofdstad Bogotá werd gehaald. Hij maakte voor Millionaires zijn debuut in het betaald voetbal en kwam in zestien wedstrijden tot zeven (!) doelpunten. Higuita mocht dan wel omgeturnd zijn van aanvaller tot doelman, tussen de palen bleef hij bij vlagen spelen als een spits. Zodoende deed de Colombiaan iets wat weinig keepers destijds deden: meevoetballen. Hij legde veel risico in zijn spel, ondernam geregeld dribbels en nam vrije trappen en penalty’s, waardoor hij gedurende zijn loopbaan totaal 41 doelpunten achter zijn naam wist te krijgen. Door zijn risicovolle speelstijl kreeg Higuita de bijnaam el Loco, de gek.
Na één jaar keerde Higuita weer terug in zijn geboortestad Medellín, waar hij voor Atlético Nacional ging spelen. Op dat moment trok drugsbaron Pablo Escobar achter de schermen aan de touwtjes bij el Verde de la Montaña. Atlético Nacional werd gebruikt om de opbrengsten uit de drugshandel wit te wassen, waar de club een ideaal middel voor bleek. Er konden immers veel hogere opbrengsten in de boeken worden gezet dan er daadwerkelijk verdiend was, bijvoorbeeld bij inkomsten op wedstrijddagen of transfers. Bovendien investeerde Escobar fors in Atlético Nacional, waardoor er de nodige buitenlandse spelers en grote Colombiaanse talenten naar Medellín gehaald werden. “Dankzij het geld uit de drugshandel konden we grote buitenlandse spelers binnenhalen. Het zorgde er ook voor dat we konden voorkomen dat onze beste spelers zouden vertrekken. Het niveau steeg snel. Mensen zagen onze situatie en zeiden dat Pablo betrokken was, maar niemand kon dat bewijzen”, zei Francisco Maturana, tussen 1987 en 1990 trainer van Atlético Nacional, in de documentaire The Two Escobars.
Een fout zo groot als een huis
Met Maturana aan het roer won Atlético Nacional in 1989 als eerste Colombiaanse club ooit de Copa Libertadores, de Zuid-Amerikaanse equivalent van de Champions League. Nadat zowel de heen- als de terugwedstrijd in de finale tegen Olimpia uit Paraguay was geëindigd in 2-0, moesten strafschoppen de beslissing brengen. Higuita kroonde zich tot de held van de strafschoppenserie, met vier gekeerde én een benutte penalty. Mede door het drugsgeld ontwikkelde Colombia zich eind jaren tachtig op voetbalgebied, aangezien bijvoorbeeld ook in clubs als América de Cali en Millonarios fors geïnvesteerd werd. De investeringen in de Colombiaanse competitie zorgden er tevens voor dat het nationale elftal zich ontwikkelde, waardoor Colombia zich in 1990 voor het eerst sinds 1962 weer wist te kwalificeren voor het WK. Met spelers als Andrés Escobar, Carlos Valderrama, Freddy Rincón, Leonel Álvarez en Higuita reisde de Colombianen met een meer dan uitstekende selectie af naar Italië. El Loco keepte in 1990 een uitstekend WK, maar zijn avontuurlijke stijl kostte Colombia uiteindelijk een plaats in de kwartfinale. Higuita was in de verlenging van de wedstrijd tegen Kameroen ver van zijn doel aan de bal, maar liet zich het leer ontfutselen en zag Roger Milla vervolgens de bal in het lege doel schuiven. De fout leidde een 2-1 nederlaag in, waardoor Colombia werd geëlimineerd op het WK van 1990.
“Veel mensen herinneren me naast de scorpion kick om één ding: de goal van Milla. Maar in Colombia zijn ze nog steeds trots op ons team van 1990 en mijn manier van keepen. Mensen praten hierover. Het was een fout, zo groot als een huis. Ik heb altijd op deze manier gespeeld en had vertrouwen. Ik wil herinnerd worden als een normaal mens. Iemand die fouten maakte, maar ook goede dingen deed”, sprak Higuita over de actie op het het WK van 1990. Twee jaar na het mondiale eindtoernooi waagde de doelman zijn eerste en enige overstap naar Europa. Higuita trok naar Real Valladolid, maar belandde al snel op de reservebank en keerde daardoor binnen een jaar weer terug naar Atlético Nacional. “Voor Europa was ik te risicovol. Daar telt nu eenmaal alleen het resultaat”, zo verklaarde hij zijn mislukte avontuur in Europa.
Gevangenis
In Medellín moest Higuita zichzelf klaarstomen voor het WK 1994, ware het niet dat hij het toernooi in de Verenigde Staten om een wel heel curieuze reden moest missen. Hij werd namelijk in 1993 gearresteerd, wegens betrokkenheid bij ontvoering. Spelers van Atlético Nacional brachten begin jaren negentig geregeld een bezoek aan Escobar, ook toen hij in de gevangenis la Catedral zat. “Voor Pablo waren de spelers geen handelswaar, maar ze waren vrienden. Het ging verder dan geld. Hij wilde dat ze gelukkig waren”, zei Jaime Gaviria, de neef van Escobar, in gesprek met FourFourTwo. Daarbij kwam nog dat Escobar in de sloppenwijken van Medellín voetbalveldjes had laten aanleggen, waar door de jeugd gretig gebruik van werd gemaakt. Spelers als Alexis García, Mauricio Serna, Álvarez en Higuita speelden hun eerste voetbalwedstrijden op de veldjes van Escobar. Álvarez: “Iedereen sprak over wie de veldjes gedoneerd had en hij werd bekritiseerd omdat hij een drugsbaron was. Maar we voelden ons gewoon gelukkig dat we de veldjes hadden gekregen.”
De band met Escobar kostte Higuita echter het WK van 1994. De doelman bezorgde namens Carlos Molina een bedrag van ruim 250.000 euro bij Escobar, dat als losgeld diende na de ontvoering van Molina’s dochter. Higuita hield zelf een beloning van 55.000 euro over en werd vervolgens opgepakt voor betrokkenheid bij ontvoering. “Ik was een voetballer, ik wist niet dat ik een misdaad beging. Ze vroegen me alleen naar Pablo. Hij heeft altijd voor de arme mensen gezorgd en bouwde huizen en veldjes. Maar hij was ook verantwoordelijk voor een verschrikkelijke oorlog. Ik wist niet dat ik me niet aan de wet hield”, herinnerde Higuita zich in de documentaire The Two Escobars. Er wordt beweerd dat el Loco vooral werd opgepakt vanwege zijn innige banden met Escobar. Maturana begreep wel dat Higuita geregeld een bezoek bracht aan de drugsbaron. “Als Don Corleone mij uitnodigt voor een diner, zou ik ook verschijnen.”
Higuita spendeerde zeven maanden in de gevangenis en werd vlak voor het WK vrijgelaten, te laat om nog te kunnen deelnemen aan het toernooi. Het WK in de Verenigde Staten had het hoogtepunt van zijn loopbaan moeten worden, maar het toernooi draaide zonder Higuita voor Colombia uit op een teleurstelling. Los Cafeteros wisten niet aan de hooggespannen verwachtingen te voldoen en eindigden als laatste in de groep. Na het WK werd Andrés Escobar, die met Higuita samenspeelde bij Atlético Nacional en met een eigen doelpunt tegen de Verenigde Staten de uitschakeling van Colombia inleidde, in Medellín vermoord. Higuita zou tot 1997 in zijn geboortestad blijven spelen en begon vervolgens aan een trektocht langs clubs in Mexico, Colombia, Ecuador en Venezuela. Na zijn vertrek bij Atlético Nacional speelde de doelman nog voor Veracruz (Mexico), Independiente Medellín, Real Cartagena, Atlético Junior, Deportivo Pereira (allen Colombia), Aucas (Ecuador), Bajo Cauca (Colombia), Guaros de Lara (Venezuela), Deportivo Rionegro (Colombia) en andermaal Deportivo Pereira.
Schorsing
In de herfst van zijn carrière raakte Higuita nog een keer in opspraak, nadat hij tot twee keer toe werd betrapt op het gebruik van cocaïne. De eerste keer, toen hij in 2002 bij Deportivo Pereira speelde, werd Higuita veroordeeld tot een schorsing van zes wedstrijden. “In augustus vierde hij zijn verjaardag en op het feest heeft hij hallucinerende middelen gebruikt”, verklaarde Carlos Eduardo Nieto, clubarts van Deportivo Pereira, destijds. Toen hij twee jaar later in dienst van Aucas opnieuw werd betrapt op het gebruik van cocaïne, kreeg hij een schorsing van een jaar. In 2008 zette Higuita op 42-jarige leeftijd bij Deportivo Pereira een punt achter zijn loopbaan. Twee jaar later speelde de excentrieke doelman zijn afscheidswedstrijd, met spelers als Valderrama, Asprilla en Adolfo Valencia. In het duel tussen de selectie van Antioquia en de ‘Vrienden van René’ bracht Higuita nog eenmaal el Escorpión in de praktijk en wist hij nog eens te scoren, waarna hij zijn voetbalschoenen definitief aan de wilgen hing.
Na zijn loopbaan ging Higuita aan de slag als keeperstrainer bij Real Valladolid, het Saudische Al-Nassr en tegenwoordig Atlético Nacional. Daarnaast was hij te zien in La isla de los famosos: Una aventura pirata, de Colombiaanse versie van Expeditie Robinson, en Cambio Extremo, een programma waarin hij een extreme make-over kreeg. “Ik ben het zat om lelijke René te zijn. Ik wil knappe René zijn”, zei Higuita in gesprek met the Guardian over zijn deelname aan het programma. Hij mengde zich tevens in de politiek, waagde een poging om burgemeester van Guarne te worden en werd onlangs door de politieke afdeling van de rebellenbeweging FARC gepolst om namens de organisatie presidentskandidaat te zijn. Higuita legde het aanbod naast zich neer en zei later dat hij de ‘academische opleiding’ mist om in de politiek aan de slag te gaan.
Ondanks alle controverse, zal Higuita vooral worden herinnerd om zijn revolutionaire stijl van keepen. Er wordt gesteld dat de Colombiaan het vak van doelman definitief veranderd heeft en dat hij aan de wieg stond van de geboorte van de meevoetballende keeper, waar Manuel Neuer nu misschien wel het beste voorbeeld van is. Maturana: “Higuita gaf ons wat niemand had en daar maakten we enorm veel gebruik van. Met René als sweeper hadden we elf spelers in het veld in plaats van tien.”