Di Canio krijgt ongenadig van katoen: ‘Hij heeft nog heel veel te leren’
Dat Paulo Di Canio niet bij iedereen even geliefd is, is inmiddels wel duidelijk. De 44-jarige oefenmeester van Sunderland zoekt geregeld de confrontatie met zijn spelers en dat schiet sommigen in het verkeerde keelgat. Verdediger Titus Bramble, die komende zomer afscheid neemt van the Black Cats, haalt op zijn beurt hard uit naar de flamboyante Italiaan.
“Ik heb nog nooit iemand als Di Canio als trainer gehad en ik heb toch gewerkt met een aantal van de allerbeste trainers, zoals Steve Bruce, Roberto Martínez en Sir Bobby Robson”, zegt de ervaren mandekker in gesprek met The Telegraph. “Hij denkt dat hij alles weet, maar hij heeft nog heel veel te leren. Er is voor hem nog een lange weg te gaan voordat hij zo goed is als iemand als Robson. Hij is een jonge manager die zijn stempel probeert te drukken op bepaalde dingen, maar hij maakt grote fouten.”
“Hij zoekt de confrontatie met jonge spelers en spelers die de club toch al zouden verlaten. Op die manier wil hij laten zien wie de baas is. Zo kreeg ik een boete omdat ik niet naar krachttraining ging. Iedereen vond het belachelijk, maar hij probeerde stoer te doen. Ik heb van de spelersvakbond gehoord dat hij bij Swindon Town hetzelfde deed. In het begin ging het prima met hem, maar hij is een vreemd persoon. We weten ook allemaal wat hij deed toen hij nog een speler was. Hij was zelf geen engel en dat weten alle spelers.”
De 31-jarige Bramble haalt ook het voorbeeld van Connor Wickham aan: de twintigjarige aanvaller kreeg in de media een veeg van Di Canio omdat hij niet gemotiveerd zou zijn. Di Canio noemde Wickham ‘een Playboymodel’. “Hij hamert spelers neer in de media, maar tegen die spelers zelf zegt hij geen woord. Hoe denk je hoe Connor zich voelde toen hij van zijn familie moest horen wat Di Canio had gezegd? Prima om zoiets te zeggen over een speler, maar houdt het binnenskamers. De echte toptrainers vertonen dit gedrag niet. Di Canio lijkt vooral zijn imago erg belangrijk te vinden. Hij speelt een gevaarlijk spelletje.”