Deze statistieken onderstrepen de unieke prestatie van Ajax tegen Dortmund
Ajax beleefde dinsdagavond een droomavond in de Champions League. De ploeg van trainer Erik ten Hag was in eigen huis met liefst 4-0 te sterk en liet weinig heel van Borussia Dortmund. Dat Ajax een memorabele avond beleefde blijkt eens te meer uit de statistieken van statistiekenbureau Opta. Zo trakteerden de Amsterdammers Dortmund op de grootste nederlaag ooit en werd ook een 25 jaar oud record uit de boeken geschoten.
Het lukte Ajax sinds het seizoen 1995/96 namelijk niet om de eerste drie duels in de Champions League in winst om te zetten. De laatste keer dat dat lukte bereikte de ploeg de finale, waarin Juventus uiteindelijk na strafschoppen te sterk bleek. Jari Litmanen nam destijds de enige Amsterdamse treffer voor zijn rekening in de reguliere speeltijd, nadat Fabrizio Ravanelli de Italianen op voorsprong had geschoten. Ajax eindigde dat seizoen als koploper in een groep met Real Madrid, Ferencváros en Grasshopper.
De 4-0 zege betekent voor Dortmund tevens de grootste nederlaag ooit in de Champions League. Eenmaal eerder verloor de ploeg in Europees verband met dezelfde cijfers, in 2003 tegen FC Sochaux. Het strijdtoneel was destijds echter de UEFA Cup. Bovendien was het voor Dortmund de eerste nederlaag in de Champions League tegen een Nederlandse tegenstander sinds de 1-0 tegen Ajax in maart 1996. De zes wedstrijden die daarop volgden leverden een punt of een overwinning op (drie zeges, drie gelijke spelen).
Persoonlijk succes was er voor Remko Pasveer, Daley Blind en Sébastien Haller. Pasveer slaagde er als eerste doelman ooit in om drie keer handelend op te treden op een schot van Erling Braut Haaland in het miljardenbal. De treffer van Blind, die de 2-0 voor zijn rekening nam, betekende zijn eerste in de Champions League namens Ajax. Hij scoorde voor het laatst in het hoogste Europese clubtoernooi in oktober 2017, namens Manchester United tegen Benfica. Haller werd tegen Dortmund de eerste Afrikaanse speler met een doelpunten in zijn eerste drie Champions League-duels sinds Didier Drogba in 2003.
Voor Marco Reus werd het een avond om snel te vergeten. De aanvallend ingestelde middenvelder verlengde na elf minuten spelen een vrije trap van Dusan Tadic en verschalkte daarmee zijn eigen doelman. Daarmee werd hij de derde BVB-speler met een eigen doelpunt in de Champions League, na Sven Bender (in 2017 tegen AS Monaco) en Marwin Hitz (in oktober 2020 tegen Lazio). Het was de 96ste treffer voor Ajax in de Champions League in eigen huis en pas de eerste keer dat de ploeg in eigen stadion profiteerde van een eigen goal.