Deze cultclub is hét tegengeluid tegen de grote drie in Portugal
In de schaduw van voetbaltempels, miljardenballen en megalomane overnames leven er clubs in de marge. Waar de liefhebber nog het hof gemaakt wordt met historie, karakter en oprechte romantiek. Voor de rubriek Cultclubs leest Voetbalzone voor uit de sprookjesboeken van de voetbalbibliotheek. In deze editie: Vitória Guimarães SC, de Portugese volksclub die zich manifesteert als onafhankelijke staat binnen een voetbalnatie.
Door Kevin van Buuren
Vitória schrijft Europese geschiedenis op 14 september 2017. Op de eerste speeldag van het Europa League-seizoen speelt de Portugese club in groep I tegen RB Salzburg. Vitória komt zelfs 1-0 voor tegen wat later de groepswinnaar zou worden. Een vrije trap vanaf rechts, genomen door Paolo Hurtado, landt op het hoofd van verdediger Pedro Henrique. Nog voor rust maakt Valon Berisha namens Salzburg de 1-1, wat ook de eindstand zal zijn. Echter worden de geschiedenisboeken van Europese toernooien al bijgewerkt voor het eerste fluitsignaal. In de geschiedenis van de Europa- en Champions League is Vitória de eerste club die zonder spelers aftrapt die in Europa zijn geboren. Vier Brazilianen, twee Colombianen, een Uruguayaan een Peruaan, een Venezolaan, een Ghanees en een Ivoriaan vormen de basisopstelling.
Support your locals
Het is een record dat niet helemaal past bij de Portugese volksclub. In de stad Guimarães heerst een soort lokaal-nationalisme. Tegenover VICE zegt Marco Talina, vice-president van de Vitória-Ultra’s White Angels, dat de inwoners in eerste instantie Vimaranenses (van Guimarães) zijn; daarna pas Portugezen. Of misschien past het unicum daarom juist wél bij Vitória. Wie voor de club kiest, is één van hen, ongeacht het land waar je geboren bent. Binnen de vereniging van de club uit de eerste hoofdstad van Portugal heerst die onafhankelijkheid. “Hier is Portugal geboren”, zegt Talina.
Vitória wordt in 1922 opgericht door een stel studenten uit de stad. Trots portretteert het logo koning Afonso Henriques, ofwel: Afonso o Conquistador. De Veroveraar die in 1139 de Slag bij Ourique wint tegen de Moren, waarna hij uitgeroepen wordt tot de eerste koning van Portugal. “Het logo inspireert een club van veroveraars, van onverschrokken mannen die vechten voor hun doelen”, legt Vitória uit op de officiële website. Bijnamen van de club luiden dan ook Conquistadors, of Clube do Rei: club van de koning.
Koning Alfons riep zichzelf tien jaar voor zijn heerschappij al uit tot prins van Portugal, en ook Vitória Guimarães verkrijgt eigenhandig status in de voetbalnatie. Het kan niet op tegen de vorstelijke prijzenkast van de grote drie: Benfica, Porto en Sporting Portugal, maar het is een grote club in Portugal. Puur omdat het zich zo gedraagt. Portugal staat bekend om zijn lege tribunes, behalve bij de drie succesvolste clubs. In het land is het voor de hand liggend dat je de club aanmoedigt die het meeste wint, niet die zich het dichtst bij je woning bevindt. Clubs die weinig betekenen, krijgen weinig liefde. Vitória is daarop de uitzondering. Geroemd om hun fanatieke aanhang: de Angos Brancos, White Angels.
Geen engeltjes
Ook het Estádio D. Afonso Henriques, zoals het sinds 1989 is genoemd naar de oude koning, zit niet altijd vol. Voorganger Estádio Municipal de Guimarães werd in 1965 gebouwd voor 33.000 bezoekers, vierentwintig jaar later werd de naam veranderd. Voor het EK van 2004 in Portugal werd het stadion gerenoveerd, waarna het plek hield voor zo’n 30.000 supporters. Volgens Transfermarkt ligt het gemiddelde de laatste jaren tussen de 12.000 en 18.000 fans. Echter zit een vak altijd goed gevuld, dat waar de Ultra’s van Vitória plaatsnemen. De groep is in 1999 opgericht om de stad en haar club extra steun te bieden. De ultra's zijn te vinden aan de kenmerkende rechte zijde, achter het doel, terwijl de rest van de tribune in een ronde vorm het veld omarmt.
Deze fans hebben een gemengde reputatie. Met de interne sectie WA Solidaire, opgericht door de White Angels, steunt de club sociale projecten in de stad. Ook het zwart-wit op het logo, vertelt de website, staat voor het ontvangen van iedereen, ‘zonder discriminatie op basis van ras of sociale status’. Toch komen de supporters op 16 februari 2020 in opspraak. Porto-speler Moussa Maréga, uit Mali, loopt op die dag woedend van het veld. Al de gehele wedstrijd wordt hij racistisch bejegend door de fans van Vitória. Wanneer de aanvaller in de zestigste minuut de 1-2 scoort, confronteert hij het publiek door naar zijn zwarte huid te wijzen. Zijn frustratie bereikt het kookpunt wanneer de scheidsrechter van dienst hem hiervoor een gele kaart presenteert.
Ook daarvoor, in november 2019, gaat het mis. Wanneer Vitória voor de Europa League Standard Luik ontvangt, moet de lokale politie ingrijpen bij een vechtpartij. Luís Barroso, leider van de White Angels wordt opgepakt. Hij wordt uiteindelijk echter vrijgesproken, waarna zijn advocaat stelt dat Barroso ‘als zondebok werd gebruikt in de strijd tegen geweld in de sport’. De wedstrijd van zijn terugkeer, tegen Boavista, is weer gevuld met geweld. In de hekken verslaat over het uitschelden van de scheids, spugen op tegenstanders en een massaal geroep van ‘Boavista merde’.
Maar er zijn ook positieve voorbeelden. Talina legt aan VICE uit hoe de club pelgrimstochten organiseerden naar het alternatieve stadion in buurstad Felgueiras, toen het eigen thuis werd gerenoveerd voor het EK. “Dat stadion zat altijd vol.” Daarbij zorgen de fans voor een uniek beeld in Portugal: zingende, springende fans bij een club die niet steevast prijzen pakt. Ondanks dat het op vier seizoenen na steevast in de Primeira Liga acteert. De recentste was de nationale beker in 2012/13. Die staat in de kast naast de Portugese Supercup, die in 1989 werd gewonnen. Voor de supporters van Vitória is voetbal hun uitlaatklep. Zij verdedigen niet alleen hun club, maar tevens de trots van de stad: “Wij verdedigen en verspreiden het regionalisme van vimaranense”, aldus Talina.
De fans van Vitória brengen een frisse wind in Portugal. Waar gewoonlijk alleen de grote clubs kunnen genieten van fanatieke steun, vestigt deze stad zich als een onafhankelijke staat binnen een aristocratische voetbalnatie. In plaats van het linkse gedachtegoed, waar cultclubs meer dan eens om geroemd worden, omarmd deze club de monarchie van de Portugese geschiedenis en diens mentaliteit. Met als enige valkuil dat een sterke identiteit en saamhorigheid zich op ongepaste wijze uit tegenover de tegenstand. Waar de trouwe fans van deze cultclub juist geroemd horen te worden om hun liefde voor het lokale.