Derby de Lisboa: een wrede klassenstrijd in een charmante hoofdstad
Derby’s. Zodra het nieuwe competitieprogramma gepubliceerd wordt omcirkelen fans met een rode stift de datum waarop zijn of haar club de aartsrivaal treft in een wedstrijd die om meer gaat dan alleen winst. Aan derby’s zitten vaak veel diepere verhalen vastgeplakt dan de verhalen die zich op het voetbalveld hebben afgespeeld. De komende periode duikt Voetbalzone wekelijks in verschillende voetbalderby’s en de achtergrond hiervan. Deze keer de derby van Lissabon. Niet één keer, maar twee keer deze week.
In het voetbalgekke Portugal spreekt men, net als in Nederland, veel over Os Três Grandes, oftewel ‘de grote drie’. Benfica, FC Porto en Sporting Portugal hebben gezamenlijk 87 keer de Portugese competitie gewonnen. Alleen C.F. Belenenses en Boavista FC wisten een uitzondering op de regel aan te brengen. Het is dan ook geen wonder dat wedstrijden tussen de drie giganten van het land bol staan van de vijandigheid, sfeer en spanning. Aankomende week staan de twee teams uit de Portugese hoofdstad Lissabon niet één, maar twee keer tegenover elkaar. Eerst in de beker op dinsdagavond in het Estádio da Luz van Benfica en vervolgens volgt op zaterdagavond een competitiewedstrijd in het Estádio José Alvalade van buurman Sporting.
Een aantal keer per jaar wordt de charmante hoofdstad van Portugal aan de kust verdeeld door de supportersgroepen van beide clubs, al trekt de grootsheid van de wedstrijd ook verder in de Portugese diaspora. Het is een derby waarbij stadions altijd tot aan de nok toe zijn gevuld en met een groot arsenaal aan politie wordt getracht de wedstrijd in goede banen te leiden. Met zwaarbewapende beveiligers, voorzien van wapenstokken en oproerschilden, kan je als supporter ook beter geen discussie starten. Maar hoewel het een derby is die haat en nijd, wreedheid en zelfs de dood heeft gekend, is het geen confrontatie die garant staat voor grote baldadige acties. Een derby geboren uit klassenhaat midden in een van de mooiste steden van Europa. Dat is de Derby de Lisboa.
Benfica
Benfica beleeft als eerste van de twee teams haar vuurdoop. Op 28 februari 1904 waren 24 mannen verantwoordelijk voor de eerste trainingssessie onder de naam Sport Lisboa (SL). In de volgende 120 jaar zou de club uitgroeien tot een powerhouse in het Portugese voetbal. Net als Sporting en Porto is de ploeg nog nooit gedegradeerd uit de hoogste klasse van het land.
In totaal heeft Benfica maar liefst 86 trofeeën in haar prijzenkast staan, waarvan er 83 op landelijk niveau werden gewonnen. Onder leiding van hoofdtrainer Béla Guttmann beleeft as Águiasin de jaren zestig zijn grootste internationale successen. In 1961 en 1962 wint Benfica de Europacup I, de voorloper van de huidige Champions League, door respectievelijk FC Barcelona (3-2) en Real Madrid (5-3) te verslaan. Door de overwinningen in het miljoenenbal mocht Benfica twee keer deelnemen aan de wereldbeker voor clubs, waarin het twee keer met lege handen achterbleef. Zowel het Uruguayaanse Peñarol als het Braziliaanse Santos FC was een maatje te groot.
Na de gewonnen finale van 1962 eist de Hongaarse succescoach van het bestuur een salarisverhoging, al krijgt hij die niet. Deze reactie van het bestuur kan niet op goedkeuring van Guttmann rekenen en hij spreekt een vloek uit op de club die nog altijd niet doorbroken is. Volgens hem zou de recordkampioen in honderd jaar nooit meer de Champions League winnen. Benfica haalt de finale van het prestigieuze toernooi in 1963, 1965, 1968, 1988 en 1990 , maar slaagt er niet meer in om deze te winnen. In 1990 is Eusébio tot wanhoop gedreven en smeekt hij voor het graf van Guttman om vergiffenis, tevergeefs zo blijkt. Benfica bereikte ook drie keer de finale van de UEFA Cup/Europa League in 1983, 2013 en 2014, maar ook hierin bleek de vloek van Guttman van kracht.
Buiten de Europese decepties worden er in iedere eeuw veel nationale prijzen gepakt. Zo grijpt Benfica in de jaren zestig acht Primeira Ligas en in de jaren zeventig zes. Clublegende Eusébio is met 473 goals in 440 wedstrijden de topscorer allertijden van Os Glorioso.
Sinds 2003 maakt Benfica gebruik van het gerenoveerde Estádio da Luz. Het stadion werd gebruikt als thuishaven voor verschillende wedstrijden op het EK van 2004, waaronder de finale tussen Portugal en Griekenland (0-1), en de finale van de Champions League in 2014 en 2020. Het stadion kan ruim 65.000 Benfiquistas huisvesten en zit vaak afgeladen vol. Geschat wordt dat de club een totale supportersschare van 14 miljoen mensen wereldwijd heeft en de supportersvereniging kent 250.000 leden.
Naast de twee Champions League-trofeeën die in de prijzenkast van het Estádio da Luz pronken, heeft de club 38 Primeira Ligas op haar palmares staan, waarvan de laatste vorig seizoen onder trainer Roger Schmidt werd behaald na een soeverein seizoen. Benfica heeft daarnaast de meeste Taça de Portugals, oftewel de Portugese beker, op zijn naam geschreven. De laatste werd in 2016/17 toegevoegd aan de uitpuilende prijzenkast toen Vitória de Guimarães met 2-1 werd verslagen in de eindstrijd.
Daarnaast beschikt Portugal over nog een bekertoernooi, namelijk de Taça da Liga en ook in die competitie is Benfica recordhouder met zeven. De laatste keer dat Benfica een Taça da Liga won was in 2015/16, toen Marítimo Funchal met 2-6 werd verslagen in de finale. Dan beschikt Portugal ook nog over de Supercup tussen de winnaar van de landstitel en de Taça de Portugal en daarin is as Águias negen keer de sterkste gebleken, waaronder begin dit seizoen, toen Porto met 2-0 werd verslagen in het Estádio Municipal de Aveiro. Benfica heeft vier keer de nationale dubbel gepakt, wat een record is en in 2014 lukt het de club voor het eerst om de treble te veroveren.
Benfica heeft een aantal waarden in de clubcultuur waar het zichzelf trots mee op de borst klopt. Met stipt op één staat de ontwikkeling van jong talent. Benfica beschikt al sinds jaar en dag over een gerenommeerde jeugdacademie die consequent spelers aflevert. Zowel bij Benfica zelf als op het internationale toneel zien we veel spelers terug die voort zijn gekomen uit het fameuze Benfica Campus. Een greep uit de namen die op het moment niet weg te denken zijn van het Europese toneel en de jeugdopleiding hebben doorlopen zijn Bernardo Silva, João Félix, Rúben Dias en Ederson.
Ook het aankoopbeleid is iets waar Benfica-supporters overwegend met trots naar kunnen kijken. Iedere zomer overtuigt Benfica een hele colonne aan Zuid-Amerikaanse spelers om de oversteek te maken naar het Portugese vasteland om ze vervolgens voor bijvoorbeeld een viervoud van het aankoopbedrag te verkopen. Soms zelfs na slechts twaalf maanden bij Benfica te hebben gespeeld.
Als laatste is ook de speelstijl een vorm van erkenning voor de Benfiquistas. Van oudsher is Benfica een club van de arbeidersklasse en de supporters willen op het veld spelers zien staan die met het mes tussen de tanden spelen en tot op het bot gemotiveerd zijn. Onder de huidige trainer Schmidt is de club met name ingesteld op het razendsnel counteren en intense pressing.
Sporting Portugal
Op 1 juli 1906 ziet Sporting officieel het levenslicht. Vier jaar eerder waren er ook al plannen om een voetbalclub op te richten, maar dit was erg summier, daar er maar één wedstrijd werd gespeeld. De wens wordt een aantal jaar later nieuw leven ingeblazen en de nieuwe voetbalclub krijgt de naam Campo Grande Football Club. Een van de grondleggers, José Alvalade, krijgt later het stadion naar hem vernoemd. De eerste wedstrijden van de club worden gespeeld op het landgoed van de grootvader van Alvalade, die een burggraaf is.
De clublegende had veel ambitie en wilde van Sporting de grootste club van Europa maken. Toch moesten hij en zijn collega’s na de eerste wedstrijd even pas op de plaats maken toen met 5-1 werd verloren van derdeklasser Cruz Negra.
117 jaar na de officiële oprichting van de ploeg kunnen we stellen dat Sporting er niet volledig in geslaagd is om enigszins in de buurt te komen bij die uitgesproken ambitie. De Leões, oftewel ‘de leeuwen’, hebben sinds hun oprichting in totaal 54 trofeeën gewonnen. In 2020/21 won de voormalige ploeg van Cristiano Ronaldo voor het eerst in negentien seizoenen de Primeira Liga, wat het aantal landstitels naar 19 bracht. In 2001/02, wanneer Sporting de landstitel verovert, levert de ploeg een topscorer af in de vorm van Mário Jardel, die dat seizoen 42 treffers noteert.
De erelijst van Sporting bevat naast de negentien landstitels ook zeventien Taça de Portugal-bekers, vier Taça da Liga-trofeeën en negen supercups. In 2018/19 werd voor het laatst beslag gelegd op de eerstgenoemde prijs, toen Porto in de finale na strafschoppen werd verslagen: 2-2, 5-4 na penalty’s. De Taça da Liga werd voor het laatst geclaimd in het seizoen 2021/22. Destijds draaiden de verde e brancos een 1-0 achterstand tegen Benfica om naar een 1-2 overwinning, dankzij doelpunten van Gonçalo Inácio en Pablo Sarabia. De Portugese supercup werd aan het begin van het seizoen 2021/22 voor het laatst gewonnen, toen Sporting Braga met 2-1 werd verslagen.
Zowel Sporting als Benfica hebben in recentelijke jaren nog tegen een Nederlandse ploeg gespeeld, namelijk tegen Ajax. In het seizoen 2021/22 ging dat de club met het rode tricot een stuk beter af dan het team van Rúben Amorim. De 39-jarige oefenmeester, die door zijn goede prestaties genoemd wordt als mogelijke opvolger van Jürgen Klopp bij Liverpool, nam het in de groepsfase van de Champions League met zijn team op tegen Ajax en werd thuis met 1-5 gekleineerd dankzij vier goals van Sébastien Haller. In de Johan Cruijff ArenA won het team van Erik ten Hag met 4-2. Mede daardoor eindigden de Amsterdammers als eerste in de poule met een honderd procent score door alle zes de wedstrijden te winnen. In de laatste zestien kwam Benfica echter om de hoek kijken.
Het heenduel in Lissabon eindigt in 2-2, waarna in Amsterdam Darwin Núñez de beul van Ajax is door de enige treffer te maken.
Ondanks de verschillen qua clubcultuur zijn er ook bepaalde gelijkenissen te herkennen tussen Sporting en Benfica. Net als de oudere buurman kunnen de Leões vertrouwen op goed aankoopbeleid en een geweldige jeugdopleiding. Onder andere Luís Figo, Paulo Futre, João Moutinho, Nani en Ricardo Quaresma hebben Academia Cristiano Ronaldo doorlopen in Alcohete, een van de voorsteden van de Portugese hoofdstad.
Het stadion van Sporting kan 50.000 Sportinguistas verwelkomen en het motto van de club luidt ‘Esforço, Dedicação, Devoção e Glória’, wat vrij vertaald ‘Inspanning, Toewijding en Glorie’ betekent. Iets wat de supporters in de derby nog een beetje extra verwachten.
De confrontaties
Over naar het hoofdgerecht: de derby. De haat en nijd vindt zijn oorsprong in het jaar 1907. Sporting bestaat officieel dan net één jaar. De club wordt in die tijd gezien als de club van de aristocraten. Bij aristocratie is de macht in handen bij een paar rijke, vooraanstaande families die vaak van adel zijn. Ze hadden dus een hoge sociale status. Terwijl Benfica juist een arbeidersclub is. In 1950 bouwen de supporters van Benfica zelf het oude Estádio da Luz en de club is ook razend populair bij de Afrikaanse immigranten van de stad. Als in 1907 acht spelers van Benfica worden overgehaald om naar de aristocratenclub te komen, schiet dat bij as Águias in het verkeerde keelgat.
De verschillen zijn vandaag de dag nog altijd merkbaar, maar wel minder intens dan voorheen. Sporting wordt nog altijd meer gezien als club van de elitaire mensen, terwijl Benfica van het volk is. De presidenten van Sporting zijn dan ook vaak bankier, politicus of zakenman.
Wat Benfica-supporters nog altijd een fijn gegeven vinden om in te wrijven bij de fanatieke aanhang van Sporting is dat clublegende Eusébio in zijn thuisland Mozambique uitkwam voor Sportings partnerclub, Sporting Clube de Lourenço Marques. De rest is geschiedenis, want Eusébio wordt niet alleen clubtopscorer van de adelaars, maar ook helpt hij hen aan 11 landstitels en wint hij de Ballon d’Or.
Achter de overstap van Eusébio zit nog een bijzonder verhaaltje. De grootheid landt namelijk in Lissabon met de veronderstelling om een transfer naar Sporting af te ronden, maar toen hij eenmaal was aangekomen op het vliegveld van het Iberische land waren medewerkers van Benfica de aartsrivaal voor en verstopten ze hem in een hotel. Nog altijd is het verhaal het grootste ‘wat als?’-verhaal in het Portugese voetbal.
Inmiddels hebben Sporting en Benfica 318 keer de degens met elkaar gekruist. Benfica is in de onderlinge confrontaties het vaakst de gelukkigste geweest door 138 keer te zegevieren tegen de rivaal. Sporting heeft op zijn beurt 113 overwinningen geboekt, waaronder de grootste in 1986, toen Estádio José Alvalade getuige was van een memorabele afstraffing: 7-1.
Sporting Portugal-legende Fernando Peyroteo is de topscorer aller tijden in duels tussen beide ploegen. De Angolees kwam tussen 1937 en 1949 uit voor de groen-witten en scoorde daarin 332 keer in 197 wedstrijden. 48 daarvan werden gemaakt in de wedstrijden tegen Benfica.
Tussen 1941 en 1982 wint Sporting zestien titels. In de 41 jaren die erna volgen wint de club er nog maar 3. Het maakt dat de club door sommige Benfica-fans gezien wordt als een lachertje. Oudere fans van Benfica zouden daarom ook eerder Sporting aanwijzen als de grote rivaal, terwijl de jongere garde een grotere aversie heeft naar Porto.
De rivaliteit kent ook een aantal dieptepunten. Zo overleed er in 1996 een Sporting-fan nadat hij een flare op zijn buik geschoten kreeg van de Benfica-hooligans en werd er na ongeregeldheden in 2017 een Britse supporter van Sporting aangereden door een aanhanger van Benfica.
Over het algemeen is het echter een wedstrijd die de meeste vijandigheid op het veld geniet. En hoe kan het ook anders wanneer adelaars het opnemen tegen leeuwen. Ook nu vechten de roofdieren weer voor twee prooien: Het kampioenschap en de beker.
Tegenwoordig
Dinsdagavond staat zoals geschreven de eerste confrontatie van de week op het programma. In het Estádio da Luz moet Benfica een 2-1 achterstand goed zien te maken van het heenduel dat op 29 februari werd gespeeld. Destijds waren Pedro Gonçalves en topspits Viktor Gyökeres trefzeker voor de leeuwen, terwijl ex-Feyenoorder Fredrik Aursnes een belangrijke uitgoal maakte. Eerstgenoemde is er vanavond niet bij door een bovenbeenblessure. De andere halve finale van de beker gaat tussen Vitoria Guimarães en FC Porto.
In de competitie geven de teams elkaar geen duimbreed toe. Sporting gaat aan kop met 68 punten, terwijl de selectie van trainer Schmidt de tweede plaats bekleedt met 67 punten. Op zaterdag vindt om 21:30 uur de aftrap plaats in het Estádio José Alvalade. Beide teams hebben spelers met een Eredivisie-verleden in de selectie.
Bij Sporting zien we Jeremiah St. Juste (ex-sc Heerenveen en Feyenoord) en Marcus Edwards, die in 2018/19 door Tottenham Hotspur verhuurd werd aan Excelsior, terug. Aan de overzijde heeft Benfica met trainer Schmidt, Aursnes, Orkun Kökçü en David Neres vier bekende namen. Met Ousmane Diomande, Gyökeres, João Neves, Marcos Leonardo, Tiago Gouveia en António Silva is er bij beide teams daarnaast ook genoeg talent te bespeuren.