voetbalzone

Depay: ‘Met een jongen als Frenkie de Jong in de ploeg is dat makkelijker’

Yanick Vos12 okt 2018, 10:28
Laatst bijgewerkt: 12 okt 2018, 10:28
Advertentie

Memphis Depay is onder bondscoach Ronald Koeman de spits van het Nederlands elftal, maar de aanvaller van Olympique Lyon voelt zich geen echte spits. Dat vertelt hij vrijdag in een interview met het Algemeen Dagblad. Depay werd opgeleid als ‘nummer tien’ en brak bij PSV door als linksbuiten, maar bij zowel zijn werkgever als in Oranje speelt hij als diepe spits.

Depay legt uit dat hij zich geen echte spits voelt, ondanks dat hij zich prettig voelt op die positie. De ex-speler van Manchester United benadrukt dat hij zijn rol op geheel eigen wijze invult. “Ik wil niet alleen maar in de punt blijven. Ik voel me het prettigst als ik wat ruimte en vrijheid heb, om de hoeken in te duiken, of om me wat meer uit te laten zakken naar het middenveld. Ik heb de meeste key passes, dat zegt ook wel iets over hoe ik speel. Ik zet ook mensen graag voor de goal. Ik zit er een beetje tussenin, denk ik. Tussen een spits, een buitenspeler en een aanvallende middenvelder in”, aldus de multifunctionele aanvaller.

Het Nederlands elftal speelde in het verleden met spelers als Marco van Basten, Patrick Kluivert, Ruud van Nistelrooij en Robin van Persie met grote namen in de punt van de aanval. Depay wil zichzelf niet in hetzelfde rijtje als die spitsen scharen. “Dat waren of zijn wel échte spitsen”, aldus Depay. “Zij zijn ook wat langer, ik ben 1,77 meter, zij speelden wat meer als echte aanspeelpunten. Maar los daarvan: ik wil mezelf niet met dat soort grote ¬namen vergelijken. Dat zijn legendes van Oranje, internationale topspelers. Ik probeer op mijn eigen manier belangrijk te zijn voor het Nederlands elftal.”

Depay merkt als spits dat hij in sommige wedstrijden minder betrokken wordt. "Ik ben een speler die graag veel aan de bal komt. In sommige wedstrijden kan dat niet, maar als dat dan niet lukt, is dat frustrerend. Dan voel je je een beetje alleen op een eiland”, klinkt het. “Zeker tegen grote landen moeten we daar als team nog in groeien. Maar met een jongen als Frenkie de Jong in de ploeg is dat wel makkelijker.”