Dennis Bergkamp: ‘Zelfs op 70 of 80 procent was hij verreweg de beste’
Dennis Bergkamp speelde in totaal elf jaar voor Arsenal en deelde in die periode de kleedkamer met veel grote namen. De voormalige aanvaller won onder meer drie landskampioenschappen, waaronder de fameuze titel met the Invincibles in het seizoen 2003/04, terwijl in het seizoen 2005/06 ook de finale van de Champions League werd bereikt. Bergkamp vindt het dan ook lastig om zijn beste ploeggenoot in die tijd aan te wijzen, zo vertelt hij in een podcast van the Gunners.
“Ik vind het erg moeilijk om te zeggen wie de beste was. Ik heb het geluk gehad dat ik met dat verdedigende kwartet (Lee Dixon, Tony Adams, Steve Bould en Nigel Winterburn, red.) dat we hadden samen mocht spelen aan het begin van mijn Arsenal-carrière, want zoiets had ik nog nooit eerder gezien. Een verdediging en een doelman (David Seaman, red.) die zo met elkaar in harmonie waren, dat was geweldig!”, blikt hij terug.
“Natuurlijk kun je voor een duidelijke beste speler gaan zoals Thierry Henry, wat waarschijnlijk ook zo is omdat hij de meest getalenteerde speler is die ik ooit heb gezien. Dat zag ik niet alleen tijdens de wedstrijden maar ook op de trainingen. Het grootste deel van de tijd leek het erop alsof hij op zeventig of tachtig procent trainde en was hij nog steeds verreweg de beste”, gaat Bergkamp verder. “Het was eigenlijk belachelijk hoe goed hij was. Ik heb met Patrick Vieira gespeeld die in zijn eentje wedstrijden kon veranderen, zelfs in die periode kon hij in z’n eentje het hele middenveld veranderen.”
“Iedereen herinnert zich nog zijn eerste wedstrijd toen hij er in de rust in kwam en de wedstrijd compleet omgooide, hoe kan je deze spelers met elkaar vergelijken? Henry met Vieira? Of met de verdedigers? Dat vind ik enorm moeilijk… Robert Pires? Wat een speler was hij. Freddie Ljunberg? Misschien was hij niet de meest getalenteerde speler, maar hoe efficiënt, hoe beslissend was hij? En de verdedigers die erna kwamen zoals Kolo Touré of Sol Campbell?”, vraag Bergkamp zich af. “Zoals ik heb gezegd, heb ik het geluk gehad om met veel goede spelers te spelen, maar het is enorm moeilijk om de beste aan te wijzen. Het is onmogelijk. Ieder van hen was op zijn eigen positie enorm belangrijk voor het team.”