Defensie van Ieren lek als een mandje, Casillas en Torres in de boeken
Italië plaatste zich maandagavond door een 2-0 zege op Ierland voor de kwartfinale van het EK in Polen en Oekraïne en de hoop op de eerste Europese titel sinds 1968 blijft dus in leven. La Squadra Azzurra is nu achtereenvolgens dertien competitieve wedstrijden onder bondscoach Cesare Prandelli ongeslagen, maar de overwinning op Ierland was toch speciaal. Italië had voor de clash met de Ieren al zes duels op een eindronde niet meer gewonnen, maar daar kwam in Poznán dus een einde aan.
In de eerste EK-wedstrijd ooit waarbij beide ploegen een gemiddelde leeftijd van minimaal dertig jaar hadden, maakten Antonio Cassano en Mario Balotelli het verschil met doelpunten uit hoekschoppen. Cassano mag zich Italiaans topscorer op EK-eindrondes noemen, met drie doelpunten. Geen enkele Italiaan maakte ooit meer dan twee goals op een EK.
Italië eindigde in Groep C als tweede, achter Spanje, dat won van Kroatië. De zege van de titelhouder kwam moeizaam tot stand, maar was niet verrassend: de Spanjaarden verloren immers nog nooit in het lichtblauwe shirt. Spanje haalde in de groepsfase zeven punten en het is pas de tweede keer dat dit aantal wordt bereikt: de eerste keer was vier jaar geleden en toen won Spanje het EK. Iker Casillas en Fernando Torres schreven Spaanse historie met hun elfde EK-duel: geen enkele Spanjaard speelde ooit meer wedstrijden op de Europese eindronde.
Ierland besluit het EK net als het Nederlands elftal puntloos. Damien Duff had wél wat te vieren, want de aanvaller speelde zijn honderdste interland en is daarmee de vijfde Ier die dat aantal heeft bereikt. Shay Given (125), Robbie Keane (120), Kevin Kilbane (110) en Steve Staunton (102) gingen hem voor. Ierland incasseerde dit EK negen doelpunten: alleen Joegoslavië kreeg erin in 1984 meer tegen (tien).