voetbalzone

Deense bond komt met opmerkelijke actie voor arbeidsmigranten in Qatar

Jonathan van Haaster31 okt 2022, 17:55
Laatst bijgewerkt: 31 okt 2022, 17:55
Advertentie

Elk doelpunt dat in november binnen de Deense landsgrenzen wordt gemaakt, komt financieel ten goede aan arbeidsmigranten in Qatar. Het aanstaande WK, dat vanaf 20 november in dat land gehouden wordt, kent een twijfelachtige reputatie als het gaat om de behandeling van die migranten. De Deense voetbalbond DBU wil daarom een bijdrage leveren aan de verbetering van hun leefomstandigheden.

Voor ieder doelpunt dat bij de amateurs of professionals binnen de Deense landsgrenzen wordt gemaakt in november, doneert de DBU tien Deense kroon, wat neerkomt op 1,34 euro. Vorig jaar werden er in die maand ruim 55.000 doelpunten gemaakt, wat dit jaar zou neerkomen op 75.000 euro. De voetbalbond laat in een schriftelijke verklaring weten uit te kijken naar het WK. "Maar tegelijkertijd staan we nog steeds sceptisch tegenover de mensenrechtenschendingen die sommige werknemers in Qatar hebben meegemaakt."

De opbrengst wordt geschonken aan de DBI, een internationale vakbond voor arbeiders in de bouwsector. Die organisatie maakt zich ook al geruime tijd sterk voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden in Qatar. Eerder riepen mensenrechtenorganisatie Amnesty International en diverse Europese voetbalbonden, waaronder de KNVB, de FIFA op om een compensatiefonds op te zetten voor uitgebuite arbeidsmigranten in Qatar. Dat fonds zou moeten bestaan uit 440 miljoen dollar, wat gelijk staat aan het prijzengeld voor het WK. De FIFA heeft nog niet op de oproep gereageerd.

De actie van de DBU is niet het eerste statement dat vanuit het Deense kamp komt met betrekking tot het Qatarese regime. In september maakten Denemarken en kledingsponsor Hummel al bekend dat de nationale ploeg in volledig rode shirts aan zal treden op het WK. De logo's van Hummel en de DBU zijn vrijwel onzichtbaar, omdat zij niet geassocieerd willen worden met het toernooi. "We geloven dat sport mensen samen moet brengen. Als dat niet het geval is, dan willen we een statement maken”, stelde Hummel in september.