De zoektocht naar geluk buiten de grenzen
Met de uitschakeling van Trabzonspor, Fenerbahçe en Galatasaray in de laatste voorronde van de Europa League heeft het Turkse voetbal al vroeg in het seizoen een flinke tik moeten incasseren. Met Bursaspor in de Champions League en Besiktas in de Europa League hebben de Turken nog twee vertegenwoordigers in Europa. Ook in eigen land gaat het niet goed en zijn veel clubs afhankelijk van versterkingen uit het buitenland. Een gebrek aan scouting of aan talent in eigen land?
De Turkse voetballiefhebbers zijn in mijn ogen de grote boosdoener. Zij zetten het bestuur van hun favoriete clubs onder druk met de intentie dat er weer een grote miljoenenaankoop hun club komt ‘versterken’. Vervolgens vertrekken deze spelers na één seizoen weer met een flinke afkoopsom in hun pocket. Turken willen succes bereiken, willen het kunstje van Galatasaray herhalen en weer een Europese hoofdprijs winnen. De Engelsen hebben hiervoor een mooi gezegde: greed kills. Eigenlijk horen ze zoals de clubs in Nederland naar de lange termijn te kijken. Elk jaar tien spelers kopen en weer de aankopen van vorig seizoen wegsturen, daar smeed je geen team mee. Wat denk ik toch veel aan de succesjaren 2000 en 2001. Galatasaray dat met veel spelers uit de eigen opleiding en gerichte aankopen uit het buitenland de UEFA Cup en de Europese Super Cup won. En vervolgens ook nog eens tot de kwartfinales van de Champions League wist te komen. Dit succes is bereikt door een lange termijn visie. De jeugdopleiding bracht goede spelers voort. De trainers bleven een lange periode bij de club en er werd niet overdreven veel geld aan salaris en aankopen besteed.
Tien jaar later is alles veranderd. Er wordt bijna elk jaar een nieuwe trainer aangesteld. Elk jaar wordt de selectie vernieuwd met vele nieuwe aankopen, en vertrekken er weer een hoop spelers. De bestuurders blijven blunderen en de jeugdopleiding is totaal overbodig geworden. Veel talenten worden verspild door de voorkeur aan buitenlandse sterren. Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen buitenlandse aankopen. Maar zodra talentvolle spelers van eigen afkomst hierdoor de dupe worden dan heb ik ze liever niet. Ricardo Quaresma en Miroslav Stoch zijn voorbeelden van spelers die de competitie verrijken en de clubs rendement bieden. Dit soort spelers heet ik de Spor Toto Süper Lig van harte welkom. Maar dat zijn een paar uitzonderingen, veelal worden middelmatige geflopte spelers weggeplukt uit het buitenland voor overdreven veel geld. Vaak zijn het matige spelers die we in Turkije ook hebben rondlopen, waarom clubs het interessant vinden om ze uit het buitenland te halen snap ik totaal niet.
Met geld blijven smijten om op korte termijn iets te bereiken werkt niet. Dat ze tien jaar geleden ergens in Istanbul een club hadden die met een lange termijn visie, een goede trainer en een ijzersterke jeugdopleiding voor het eerst een Europese hoofdprijs in de wacht sleepte, is iedereen blijkbaar vergeten. Ik word jaloers als ik kijk hoe de meeste Nederlandse clubs bestuurd worden. Met een strak oog op de financiën, schulden die zoveel mogelijk vermeden worden en waar er veel geïnvesteerd wordt in de jeugdopleiding en ook veel spelers doorbreken. Eigenlijk moeten de Turkse clubs voorbeeld nemen aan de Nederlandse clubs. Het geld is er, het talent is er, de faciliteiten zijn er. Toch is het opleiden van spelers niet interessant voor clubs, omdat die toch liever gebruik maken van zakkenvullende clubhoppers met een grote naam uit het buitenland.
Ik zie dat ik redelijk vaak in herhaling blijf vallen, de reden hiervoor is dat de naïeve Turkse voetballiefhebbers moeten realiseren, dat het schandalig is day in een land van tachtig miljoen mensen bijna elke club met meer buitenlanders in de eerste elf spelen dan Turken. Het dieptepunt: de zondag van de derde speeldag in de Süper Lig. Galatasaray, Fenerbahçe en Besiktas spelen tegen respectievelijk Eskisehirspor, Manisaspor en Karabükspor. Er worden in totaal vijftien goals gemaakt. Pas de veertiende goal werd door een Turkse speler gemaakt. Volkan Yaman was de ‘gelukkige’ die de bal in eigen doel schoot waardoor Galatasaray de 1-2 voorsprong pakte.
De Turkse voetballers worden in eigen land vergeten, hun ontwikkeling wordt geblokkeerd door de komst van clubhoppers die even komen cashen en het volgende jaar weer vertrekken. Waar is toch de ‘Atatürk van het Turkse voetbal’ die wat gezond verstand trapt in de lege hoofden van de bestuurders en voetballiefhebbers, en een limiet stelt aan buitenlandse aankopen en de clubs stimuleert met subsidies van de voetbalbond als zij zoveel mogelijk investeren en gebruik maken van de jeugdopleidingen? Dat zal het Turkse voetbal redden, en ervoor zorgen dat er in de toekomst nog genoeg goede Turkse spelers rondlopen in de Süper Lig. De huidige bondsvoorzitter Mahmut Özgener is die redder in ieder geval niet.